33 750 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2014

Zoals toegezegd tijdens het plenaire debat over de begroting op 6 november 2013 (Handelingen II 2013/14, nr. 20 (Begroting Infrastructuur en Milieu (XII)), doe ik u hierbij nadere informatie toekomen over het programma «Het Nieuwe Rijden».

Het programma «Het Nieuwe Rijden» beoogt de uitstoot van Co2 in het personen-vervoer in de periode oktober 2010 tot oktober 2014 met minimaal één megaton (1 miljoen ton) structureel te reduceren. Het streven van 1 megaton structurele CO2-reductie lijkt haalbaar, de behaalde reductie is nu al meer dan 700.000 ton.

Hiertoe zijn de afgelopen jaren vele producten ontwikkeld en projecten uitgevoerd, gericht op specifieke doelgroepen zoals jongeren en de zakelijke rijder. Uit praktijkcijfers blijkt dat toepassen van Het Nieuwe Rijden tenminste 6% brandstof bespaard. Naast deze kostenbesparing draagt Het Nieuwe Rijden bij aan grotere verkeersveiligheid en meer rijcomfort.

De uitvoering van het programma is ondergebracht bij het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM). Het IvDM is een stichting die opereert namens brancheorganisaties RAI Vereniging, BOVAG, Vereniging Focwa Schadeherstel en Stiba. In 2010 is voor de gehele looptijd een subsidie van € 4 miljoen toegekend met als doel de verantwoordelijkheid voor Het Nieuwe Rijden door de markt te laten overnemen.

Het programma loopt per oktober dit jaar af. In het kader van het «Energieakkoord voor duurzame groei» is in SER-verband afgesproken dat een aantal brancheverenigingen (RAI, BOVAG, VNA alsmede de ANWB) een volgende stap voor het Nieuwe Rijden in het personenvervoer definiëren. Deze brancheverenigingen hebben aangegeven kansen te zien om op deze wijze een bijdrage te blijven leveren aan de reductie van CO2, ook gezien de mogelijkheden tot (brandstof)kostenbesparing.

Met deze overdracht in het vooruitzicht zal ik erop toezien dat het IvdM zich de resterende looptijd van het project richt op de borging van de bereikte gedragsverandering na de subsidieperiode.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven