33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2014

Hierbij bied ik u het op 7 januari jl. door de Nationale Politie opgestelde landelijk beeld van de incidenten die tijdens de jaarwisseling 2013–2014 hebben plaatsgevonden aan1. Dit jaar is voor de rapportage een nieuwe, verbeterde wijze van aanlevering van gegevens gebruikt waardoor de eenduidigheid van de cijfers is toegenomen.

Ik heb waardering voor de grote inzet van politie, brandweer, ambulancepersoneel, gemeenten en andere betrokkenen. Ik ben echter van oordeel dat ook dit jaar de jaarwisseling nog niet goed is verlopen. Het aantal incidenten als mishandeling, vernieling en brandstichting vind ik nog altijd te hoog en het geweld tegen werknemers met een publieke taak onacceptabel. Dat geldt ook voor de toegenomen vraag van hulpverleners aan de politie voor assistentie om hun werk te kunnen doen.

Het aantal incidenten is in vergelijking met de vorige jaarwisseling gestegen (12.646 in 2014 t.o.v. 10.952 in 2013). Opvallend daarbij is de stijgende vraag van hulpverleners aan de politie om hun werk te kunnen doen (503 in 2014 t.o.v. 336 in 2013).

Een grote stijging is te zien bij brand/ontploffing (2.036 in 2014 t.o.v. 1.468 in 2013) en (met name bij afsteken van) vuurwerk (4.189 in 2014 t.o.v. 3.498 in 2013).

Het aantal incidenten van geweld tegen werknemers met een publieke taak is t.o.v. vorig jaar licht gedaald van 165 naar 154, waarbij het aantal incidenten ten opzichte van de politie licht is toegenomen van 134 naar 138. Het aantal incidenten tegen andere werknemers met een publieke taak is afgenomen van 31 naar 16.

De politie heeft 887 personen aangehouden waarvan er, volgens de eerste cijfers van het OM, 615 zijn aangebracht bij het OM.

Hiervan zijn er op 1 januari 228 beoordeeld door het OM, met name via de ZSM-werkwijze.

In 95 zaken is besloten tot een OM-afdoening (strafbeschikking of transactie) of een voorwaardelijk sepot. Dat leidde tot 65 boetes en 30 taakstraffen. 51 personen zijn gedagvaard. Daarvan zijn op 3 januari jl. door middel van supersnelrecht 16 verdachten van geweld, bedreiging, belediging en vernieling veroordeeld. De opgelegde straffen waren veelal in lijn met de (verhoogde) eisen van het Openbaar Ministerie. Veel verdachten kregen naast hun straf ook huisarrest opgelegd voor de volgende jaarwisseling. De zaken tegen de overige verdachten worden binnenkort op een snelrechtzitting of gewone politierechterzitting behandeld.

Het vorenstaande maakt duidelijk dat inzet op alle fronten nodig blijft om ervoor te zorgen dat de jaarwisseling daadwerkelijk een feestelijke gebeurtenis is.

Wij blijven ons dan ook inspannen om de jaarwisseling meer beheersbaar te maken en zodoende de maatschappelijk kosten te verkleinen. Zo zullen wij op korte termijn met gemeenten, politie en andere betrokkenen, bespreken of nog aanvullende maatregelen nodig en mogelijk zijn om de incidenten rondom de jaarwisseling verder te beperken.

Evenals voorgaande jaren zijn op dit moment nog niet alle gegevens voorhanden om een totaalbeeld van de afgelopen jaarwisseling te kunnen schetsen. Dit betreft bijvoorbeeld de aanvullende cijfers van het OM en cijfers over in beslag genomen vuurwerk, vuurwerkletsel en schade, de wijze waarop de brandweer de ambulancezorg hebben geopereerd en de wijze waarop de voorbereidingen zijn verlopen.

Ik zal u hierover begin april een brief toesturen, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven