33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 113 MOTIE VAN HET LID HELDER C.S.

Voorgesteld 13 maart 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer thans onvoldoende in staat is het relaas van minister Opstelten over het sluiten van een deal met een crimineel te verifiëren;

constaterende dat de Kamer hierdoor haar controlerende taak onvoldoende kan uitvoeren;

verzoekt de regering, binnen één week na heden met een nadere toelichting te komen van:

  • de precieze voorwaarden waarmee op 15 februari 2000 is ingestemd door het College van procureurs-generaal;

  • over de grootte van de som geld en wanneer die is overgemaakt van Luxemburgse rekeningen naar de rekening van het Openbaar Ministerie in Amsterdam en vervolgens naar de rekening die is overeengekomen met Cees H.;

  • de datum waarop het conservatoir beslag op de Luxemburgse rekeningen op

verzoek van het Nederlandse Openbaar Ministerie is opgeheven en de datum waarop een som geld is overgemaakt naar de rekening die is overeengekomen met Cees H.,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Berndsen-Jansen

Segers

Van Tongeren

De Wit

Baay-Timmerman

Van Toorenburg

Naar boven