33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014

Nr. 36 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2013

In de procedurevergadering van 12 september jl. is besloten tot het benoemen van de heer Leegte, tevens vicevoorzitter van de vaste commissie Europese zaken, tot rapporteur democratische legitimiteit in de EU ten behoeve van de positiebepaling van de Kamer en de inbreng in de actuele Europese discussie, mede in het licht van de EP-verkiezingen van volgend jaar.

Tijdens haar bijeenkomst van hedenmiddag heeft de commissie voor Europese zaken ingestemd met het bijgevoegde mandaat van de rapporteur.

De democratische legitimiteit van Europese besluitvorming komt terug in het werk van alle Kamercommissies vanwege het decentrale model van de Tweede Kamer om de behandeling van Europese dossiers te volgen. Namens de commissie Europese zaken verzoek ik u daarom om bijgaand mandaat ter instemming voor te leggen aan de Tweede Kamer.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops

BIJLAGE

In de procedurevergadering van 12 september jl. is besloten tot het instellen van een rapporteur democratische legitimiteit in de EU ten behoeve van de positiebepaling van de Kamer en de inbreng in de actuele Europese discussie, mede in het licht van de EP-verkiezingen van volgend jaar. Ik ben vereerd met uw steun voor mijn aanstelling en zie ernaar uit mijn werkzaamheden aan te vangen.

In dit memo leg ik de commissie EU ter goedkeuring voor op welke wijze ik voornemens ben dit rapporteurschap in te vullen en welke concrete output dit zal kunnen opleveren. Daarmee vormt het onderstaande mijn conceptmandaat, dat met uw instemming ter goedkeuring aan de plenaire Kamer zal worden voorgelegd.

Vanzelfsprekend zal ik u vervolgens in de komende maanden regelmatig een terugkoppeling geven van mijn activiteiten en inzichten.

Tevens ben ik beschikbaar om tijdens de procedurevergadering een toelichting te geven op het onderstaande.

Met vriendelijke groet,

René Leegte

1 Mandaat voor activiteiten, tijdspad

Het doel van het rapporteurschap democratische legitimiteit in de EU is om in het najaar van 2013, dus in een vroeg stadium, tot een breed gedragen standpunt van de Tweede Kamer te komen over een aantal actuele vragen, ten behoeve van de positiebepaling en inbreng in de Europese discussie. Het gaat dan in het bijzonder om de vraagstukken die de rol van nationale parlementen in de beleidsvorming in de Europese Unie betreffen en de vraag of en hoe hun rol in de lijn van de met het Verdrag van Lissabon (2009) ingezette ontwikkeling verder zou moeten worden versterkt. Op basis van deze gezamenlijke positie zal in het komende halfjaar worden getracht de nationale en Europese discussie in de door de Kamer gewenste richting te beïnvloeden. De bevindingen en aanbevelingen van dit traject zullen worden neergelegd in een eindrapport dat als basis kan dienen voor verdere presentatie. Ten slotte zijn genoemde discussies, met name waar het gaat om de rol van het Europees Parlement in de band tussen burger, bestuur en Europa, vanzelfsprekend niet los te zien van de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014.

Met de volgende activiteiten wordt deze ambitie nader geconcretiseerd:

1) Inbreng van de fracties op de vragen in de bijlage

In de bijlage treft u een lijst met vragen op 4 hoofdpunten over democratische legitimiteit in de EU. Het voorstel is om deze vragen per emailprocedure voor te leggen aan de fracties met als inbrengdatum 10 oktober teneinde het actuele nationale politieke krachtenveld in beeld te brengen.

2) Internetconsultatie

Op de website van de Tweede Kamer wordt een internetconsultatie geplaatst. Hierin worden burgers en belanghebbenden opgeroepen om inventieve en concrete oplossingen aan te dragen om het democratische gat tussen burger en Europese wetgever te verkleinen.

3) Position paper

De inbrengen van de fracties en de ingebrachte internetconsulatie worden omgezet naar een position paper, dat kan worden vastgesteld op de PV/EU van 17 oktober. Eerste moment van presentatie is de conferentie van EU commissies in Vilnius, de COSAC, op 27-29 oktober 2013.

4) Kabinetsbrief, AO over de vragen in de bijlage

Tijdens de procedurevergadering van 12 september jl. is besloten tot het vragen van een kabinetsappreciatie, waarin mede op basis van informatie uit het postennetwerk wordt ingegaan op de actuele discussie in de lidstaten over de vormgeving van de Europese rol van nationale parlementen en het EP en de visie van de bewindspersoon daarop. De vragen uit de bijlage zullen worden voorgelegd aan het kabinet, met het oog op een beantwoording hiervan voorafgaand aan een nog te plannen algemeen overleg in november 2013 waartoe u eerder op uw procedurevergadering heeft besloten.

5) Gesprekken met derden

De rapporteur zal gedurende deze inventarisatiefase in binnen- en buitenland gesprekken voeren met o.a.

  • Nederlandse Europarlementariërs. Tijdens het reguliere halfjaarlijkse gesprek tussen met de commissie Europsee Zaken en de Nederlandse Europarlementariërs, te plannen in november of december, zullen ook de vragen uit de bijlage worden geagendeerd.

  • Gesprekken zijn voorzien met vertegenwoordigers van andere nationale parlementen in de EU waaronder in elk geval met de leden van het Britse House of Lords in het kader van hun parlementair onderzoek naar de rol van nationale parlementen in de EU; de Deense EU-voorzitter Eva Kjer Hansen in het kader van haar recente Groene Kaart voorstel en een of twee andere parlementen in Oost/Midden/Zuid Europa die in het kader van de problematiek een bijzondere positie innemen. Deze gesprekken zullen zoveel mogelijk en marge van geplande bijeenkomsten worden gevoerd, zoals de COSAC vergaderingen.

  • Tijdens een werkbezoek aan Brussel met vertegenwoordigers van de Europese instellingen, waaronder in ieder geval de Europese Commissie en het Europees Parlement.

6) Rapportage (einde rapporteurschap)

De rapporteur zal in het voorjaar van 2014 bevindingen en aanbevelingen opleveren in een eindrapport aan de Kamer.

Voorstel: De commissie Europese Zaken gaat akkoord met dit tijdspad en invulling van de geplande activiteiten van de rapporteur.

Randvoorwaarden/budget rapporteurschap

Het budget van de commissie Europese Zaken is niet toereikend voor de aan het rapporteurschap verbonden kosten, waaronder reiskosten, ook waar nodig voor meereizende ondersteuning. Een specifiek hiervoor geoormerkt budget kan hierin uitkomst bieden. Dit dient bij het Presidium te worden aangevraagd, dan wel bij de Griffier indien het gaat om het budget voor interparlementaire betrekkingen.

Voorstel: De commissie Europese Zaken gaat akkoord met het aanvragen van een geoormerkt budget voor de activiteiten van de rapporteur.

BIJLAGE: Hoofdvragen over democratische legitimiteit in de EU

1. De rol van nationale parlementen

  • Hoe beoordeelt u de rol van nationale parlementen in de Europese besluitvorming? (indirecte invloed via controle regering; directe invloed op subsidiariteit)

  • Ziet u buiten de bovengenoemde directe en indirecte taken nog andere rollen/taken van het nationale parlement in de beïnvloeding van voorgenomen Europees beleid (fase van groen- en witboeken)

  • Vindt u dat de informatiepositie van het nationale parlement toereikend is om deze rol te vervullen?

2. Instrumentarium van de Kamer

Gele kaart

  • Hoe beoordeelt u de effectiviteit van de huidige gele-kaart procedure?

  • Is volgens u de inbrengtermijn voor nationale parlementen van 8 weken vanaf het moment van publicatie lang genoeg? Zo nee, hoe lang zou deze moeten zijn?

  • Vindt u dat de reikwijdte van de subsidiariteitstoets zou moeten worden uitgebreid met een toets op de proportionaliteit en rechtsgrondslag?

  • Zou de huidige drempel voor een gele kaart (een-derde van de nationale parlementen, wat met 28 lidstaten uitkomt op 19 parlementen) moeten worden verlaagd? Zou een mechanisme moeten worden ontworpen waarbij de Commissie zich ook bij een lager aantal negatieve reacties commiteert aan een inhoudelijke (re-)actie?

  • Welke suggesties voor verbetering heeft u?

Groene kaart

  • Hoe staat u tegenover een mogelijke nieuwe bevoegdheid van nationale parlementen waarbij zij, bijvoorbeeld, in een vorm van gezamenlijk optreden initiatieven zouden kunnen voor stellen voor nieuw EU-beleid; EU beleid zouden kunnen amenderen of bestaande EU-wetgeving zouden kunnen schrappen?

    NB Zie hiervoor bijvoorbeeld het recente Groene Kaart voorstel van de Deense EU-voorzitter in de Folketing.

Overig

– Welke suggesties voor overige instrumenten of andere bevoegdheden ziet u om de rol van nationale parlementen in de EU te versterken? Vb: gezamenlijke thematische bijeenkomsten, vaste coalitievorming op thema, invloed van parlementen aan het einde van het besluitvormingsproces («late kaart»), gezamenlijke coördinatie van reacties op consultatiedocumenten

3. Samenwerking met het Europees Parlement en tussen nationale parlementen onderling

  • Hoe beoordeelt u de huidige samenwerking tussen nationale parlementen en het Europees Parlement? Wat zou volgens u beter kunnen?

  • Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen parlementen onderling (in het forum van de COSAC en interparlementaire bijeenkomsten, bilaterale gesprekken) en welke suggesties heeft u voor verbetering?

  • Welke mogelijkheden ziet u om deze samenwerking in de toekomst te versterken in het licht van de band tussen burger, nationaal bestuur en Europa?

4. Overige vragen

  • Welke overige suggesties of initiatieven stelt u zich voor om de rol van nationale parlementen in het Europese besluitvormingsproces te versterken?

  • Wat is hiervoor nodig (verdragswijziging; inter-institutioneel akkoord; informele coalitievorming)?

Naar boven