Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2014
Op 29 mei 2014 hebben Argentinië en de crediteuren van de Club van Parijs een akkoord
gesloten over de terugbetaling van de uitstaande schuld. De achterstallige schuld
van Argentinië aan de Club van Parijs bedraagt $ 9,7 miljard. Na Duitsland en Japan
is Nederland met 8% van de totale schuld qua omvang de derde crediteur. Een deel van
de vordering van Nederland is uitgedrukt in Amerikaanse dollars en een deel in euro’s.
Omgerekend bedraagt de vordering circa € 560 miljoen.
De vordering van Nederland is ontstaan door schade die in het verleden is uitgekeerd
onder de exportkredietverzekering (EKV). Bij de EKV kunnen exporterende bedrijven
zich bij de Staat verzekeren tegen het risico dat de debiteur (in dit geval de Argentijnse
overheid) niet betaalt, waarbij de verzekerde in beginsel een beperkt eigen risico
blijft behouden. Wanneer het risico zich daadwerkelijk voordoet, keert de Staat schade
uit aan de verzekerde en neemt het de gehele vordering op de debiteur over.
Het akkoord met Argentinië beoogt de volledige terugbetaling van de uitstaande schuld
binnen een periode van vijf jaar. Met andere woorden, er is geen korting of kwijtschelding
verleend.
Argentinië zal de eerste betaling verrichten in juli 2014. Dan vervalt een bedrag
van in totaal $ 650 miljoen (6,7%). Een tweede betaling van minimaal $ 500 miljoen
(5,2%) zal plaatsvinden in mei 2015. Vanaf mei 2015 is er geen sprake van een vast
bedrag per jaar maar vindt de terugbetaling plaats binnen een bepaalde bandbreedte.
De gedachte hierachter is dat de omvang van de terugbetaling enigszins meebeweegt
met de financiële ontwikkelingen in Argentinië. De bovengrens van de bandbreedte is
vastgesteld op een jaarlijkse betaling van $ 2,25 miljard (23,2%). De ondergrens bedraagt
voor de jaren na 2015, uitgedrukt in percentage van de totale schuld, 16,5% in 2016,
11,4% in 2017, 18,6% in 2018 en 19,1% in 2019. Op dit moment wordt nog berekend hoeveel
het Nederlandse aandeel in deze deelbetalingen exact is.
Gedurende de terugbetalingsperiode bedraagt de rente die Argentinië jaarlijks moet
betalen 3%. Mocht Argentinië het jaarlijkse maximum van $ 2,25 miljard niet halen
dan betaalt Argentinië bovendien 4,5% rente over het verschil tussen het maximum en
het daadwerkelijk betaalde bedrag. Ten slotte, mocht Argentinië het akkoord niet nakomen
of na vijf jaar nog niet de volledige schuld hebben voldaan, dan geldt een rente van
9%. In de huidige vordering is reeds een rentevergoeding over de afgelopen jaren opgenomen.
De bedragen die Nederland van Argentinië ontvangt, gecorrigeerd voor het eigen risico
van de verzekerden, worden als recuperaties verantwoord op begroting IX in artikel
vijf (Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen).
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem