Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2015
Op 31 augustus jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over de «Substitutiemonitor
– Rapportage afsprakenmonitor juli 2015». In de brief heb ik aangegeven dat de uitkomsten
van deze monitor mijns inziens voldoende solide zijn om gevolg te geven aan het principe
dat het budget de zorg volgt. Tevens heb ik aangegeven hierover in gesprek te gaan
met betrokken partijen en u dit najaar te informeren over de uitkomsten.1
Partijen gehoord hebbende, heb ik besloten om, conform de afspraken uit de bestuurlijke
akkoorden eerste lijn en medisch specialistische zorg, financiële middelen voor substitutie
te verschuiven. Dit houdt in dat ik de beschikbare kaders voor de medisch specialistische
zorg, de huisartsenzorg en de multidisciplinaire zorg per 2016 zal bijstellen op basis
van de uitkomsten van bovengenoemde rapportage van de substitutiemonitor. Het beschikbare
kader 2016 voor de medisch specialistische zorg wordt met € 24,9 miljoen naar beneden
bijgesteld, en de beschikbare kaders 2016 voor de huisartsenzorg en multidisciplinaire
zorg worden met € 10,9 miljoen respectievelijk € 14 miljoen verhoogd. Deze aanpassingen
zullen worden verwerkt in de mbi-grenzen voor 2016, die in december aan de NZa worden
bekend gemaakt. De aanpassingen op de deelkaders voor de medisch specialistische zorg,
huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg zullen bij 1e suppletoire wet structureel worden verwerkt. 2
Ik ben verheugd dat betrokkenen in de regio steeds meer het gesprek met elkaar voeren
over substitutie, en dat er gezamenlijk een beweging in gang is gezet om de zorg dichtbij
huis te brengen en betaalbaar te houden. Mijn overtuiging is dat het verwerken van
de uitkomsten van de substitutiemonitor in de kaders, er aan zal bijdragen dat substitutie
nog verder gang wordt gebracht, dit ook met oog op de zorginkoop voor 2016 die nu
in volle gang is.
Ook volgend jaar zullen de substitutieafspraken worden gemonitord en zullen de uitkomsten
van de monitor meegenomen worden bij het vaststellen van de beschikbare kaders.
Partijen hebben aangegeven dat zij het belangrijk vinden om te weten wat uiteindelijk
de realisatie is van de substitutie-afspraken. De substitutiemonitor voorziet hier
nu nog niet omdat het complex is om deze gegevens op een eenvoudige manier te verzamelen.
Ik zal in overleg met partijen kijken of het toch mogelijk is om de gerealiseerde
substitutie in beeld te brengen. Daarnaast ga ik met partijen in overleg over verbreding
van de monitor naar andere sectoren waartussen substitutie plaatsvindt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers