33 628 Forensische zorg

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2017

Bijgaand zend ik u mijn reactie op de Quickscan Aanbesteding Forensische Zorg1, uitgevoerd door onderzoekbureau Significant. Allereerst volgt een toelichting op dit onderzoek, waarna ik mijn beleidsreactie geef.

Aanleiding

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van de motie Van Toorenburg op 4 juli 20172. In de motie wordt aangegeven dat nieuwe manier van aanbesteden van de forensische zorg als gevolg van de gewijzigde Aanbestedingswet 2016, kan leiden tot een te grote nadruk van inkoop op prijs van de geleverde zorg. De motie verzoekt de regering alternatieven uit te werken waarbij prijs en kwaliteit gelijkwaardig zijn in de aanbesteding.

In het onderzoek is gekeken naar de vraag of prijs inderdaad boven kwaliteit gesteld wordt en of er alternatieven voor de aanbesteding zijn waarbij prijs en kwaliteit gelijkwaardig zijn. Toenmalig Staatssecretaris Dijkhoff heeft toegezegd uw Kamer over de resultaten van het onderzoek te informeren.

Belangrijkste conclusies onderzoek

De onderzoekers concluderen dat prijs en kwaliteit gelijkwaardig tot uiting komen in de huidige aanbesteding van forensische zorg. Er is dus geen sprake van een te grote nadruk op prijs. Wel zien de onderzoekers enkele mogelijkheden om aanbieders sterker te prikkelen tot het leveren van zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg.

Prijs en kwaliteit in de aanbesteding

In de aanbesteding forensische zorg speelt de factor prijs volgens de onderzoekers geen dominante rol in de aanbesteding. De tarieven worden door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) vastgesteld op basis van de maximumtarieven van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Zorgaanbieders kunnen geen gunningspunten verdienen door een lager tarief aan te bieden. Zorgaanbieders beconcurreren elkaar dus niet op prijs.

Ten aanzien van kwaliteit krijgen alle partijen die aan de vooraf gestelde kwaliteitseisen voldoen een raamovereenkomst aangeboden. De indicatiestelling door het NIFP waarin de zorgbehoefte wordt vastgesteld en het beschikbare aanbod bepalen uiteindelijk de plaatsing van de justitiabele. Deze indicatiestelling vindt onafhankelijk van het zorgaanbod en de zorginkoop plaats, zodat de zorgbehoefte objectief wordt vastgesteld.

De onderzoekers geven aan dat deze aanbesteding zorgaanbieders de kans biedt het huidige zorgaanbod uit te breiden, indien zij zien dat de behoefte in de regio toeneemt. Naar verwachting leidt deze benadering tot een beter antwoord op de zorgvraag. Differentiatie op kwaliteit blijft een belangrijk speerpunt en vormt ook voor de huidige aanbesteding een criterium.

Om de kwaliteit te versterken stuurt DJI op verantwoording van de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie en op stimulering van de implementatie van de producten uit het zogeheten programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). In 2017 is voor het eerst geëxperimenteerd met prijsdifferentiatie als beloning voor het incorporeren van KFZ-producten.

Meer inzetten op kwaliteit

De onderzoekers zien wel mogelijke alternatieven voor de huidige wijze van inkopen. Deze alternatieven zijn erop gericht aanbieders sterker te prikkelen tot het leveren van zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg, passend bij de wens van diverse betrokkenen. De alternatieven passen binnen de Aanbestedingswet.

Zo bestaat de wens bij de betrokken partijen (JenV, DJI, GGZnl) om aanbieders de mogelijkheid te geven uit te blinken op kwaliteit. De onderzoekers schetsen twee opties om kwaliteit in de aanbesteding van forensische zorg meer te stimuleren.

  • Optie1: In de aanbestedingsprocedure kunnen nadere (sub)gunningscriteria komen die betrekking hebben op kwaliteit.

  • Optie 2: Tijdens de contractduur kan worden gewerkt met een (uitgebreidere) bonusstructuur voor aanbieders die (extra) kwaliteit en innovatie weten te leveren. In een variatie op dit scenario kan er ook voor gekozen worden eenmalig een bonus te geven aan zorgaanbieders die op enig moment aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen.

Beleidsreactie

Het onderzoek sterkt mij in de gedachte dat de forensische zorg op een juiste en binnen de regelgeving passende wijze wordt aanbesteed. Van een te grote nadruk op prijs is geen sprake. Op basis van dit rapport zie ik geen aanleiding de procedure aan te passen. Ik ben de onderzoekers erkentelijk voor bovengenoemde aanbevelingen om de kwaliteit verder te versterken. Ik heb DJI gevraagd deze opties te betrekken in de doorontwikkeling van het kwaliteitsbeleid. Een hoogstaand en gebalanceerd aanbod van forensische zorg blijft daarbij voorop staan.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 452, nr. 215

Naar boven