Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2015
Hierbij bied ik u de door de Nederlandse Zorgautoriteit uitgevoerde evaluatie «invoering
prestatiebekostiging in DBBC's in de forensische zorg» aan1. Per 1 januari 2013 is de prestatiebekostiging in DBBC's (Diagnose Behandeling en
Beveiliging Combinatie) in de forensische zorg ingevoerd. De Nederlandse Zorgautoriteit
(hierna NZa) heeft op aanwijzing2 van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een transitiemodel ingesteld
dat per 2016 is afgelopen. Met het transitiemodel worden de financiële effecten van
de overgang voor de zorgaanbieder en zorgverzekeraar gedempt. Vooruitlopend op het
eindigen van het transitiemodel heeft de NZa de DBBC-bekostiging geëvalueerd en is
daarbij tot twee aanbevelingen gekomen.
De NZa constateert dat de FPC’s een risico lopen op omzetverlies bij het vervallen
van de transitieregeling. De NZa kan echter niet met zekerheid stellen dat deze resultaten
een gevolg zijn van de invoering van de DBBC-systematiek of dat zij een andere oorzaak
hebben. Om de FPC’s meer zekerheid te verschaffen en om gelegenheid te creëren om
nader onderzoek te doen naar de oorzaken van de geconstateerde effecten, beveelt de
NZa aan een aanvullende maatregel voor 2016 te treffen waarbij bij hoge uitzondering
het transitiemodel met één jaar wordt verlengd.
Een verlenging van het transitiemodel acht ik niet noodzakelijk. Wel geven de evaluatie
van de NZa en mijn eigen analyse mij aanleiding in 2016 (na afloop van het transitiemodel)
binnen het bestaande financiële kader, maatregelen te nemen om de geconstateerde verschillen
tussen beide vormen van bekostiging te mitigeren en de risico’s van de FPC’s te beperken.
Deze maatregelen behelzen meer maatwerk in de vaststelling van de tarieven van de
verschillende DBBC-prestaties (behandeling, verblijf en dagbesteding) voor de verschillende
categorieën forensische zorg. Bovendien zal als gevolg van een voordeligere samenstelling
van de productmix die ingekocht wordt, de generieke korting voor de forensische zorg
kunnen worden beperkt. Binnen het bestaande financiële kader voor de forensisch zorg
is het hierdoor mogelijk per saldo minder af te wijken van de door de NZa vastgestelde
maximumtarieven dan in voorgaande jaren. Met deze maatregelen wordt het risico op
grote omzetverliezen bij de FPC’s naar mijn inschatting afdoende beperkt en is de
continuïteit van zorg geborgd. De maatregelen zijn opgenomen in het op 14 augustus
2015 gepubliceerde Inkoopplan 2016 van DForZo. De nieuwe tarieven voor de FPC’s en
de overige Forensische Zorgaanbieders zijn kenbaar gemaakt in het Offertedocument
2016, gepubliceerd op 21 augustus 20153.
De NZa wijst erop dat de verlaging van de administratieve lasten een succesvolle invoering
van de prestatiebekostiging in DBBC’s ten goede komt. De NZa vraagt aandacht voor
de omvang en de wijze van informatie-uitvragen. Ik onderstreep het belang van het
beperken van de administratieve lastendruk. Met het eindigen van het transitiemodel
worden de administratieve lasten aanzienlijk beperkt. Daarbovenop zal ik, na afloop
van het transitiemodel, conform de aanbeveling van de NZa nagaan welke verbeteringen
hier kunnen worden doorgevoerd.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff