33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 153 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2015

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Defensie, conform de toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 8 oktober 2014 over de laatste stand van zaken van de Nederlandse inspanningen bij de bestrijding van de Ebola-crisis. Tevens wordt met deze brief tegemoet gekomen aan het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tijdens het AO RBZ-OS van 11 december 2014 om uw Kamer te informeren over inzet en middelen voor de middellange en lange termijn ten behoeve van capaciteitsopbouw in de door Ebola getroffen landen in West-Afrika. Deze brief bouwt voort op eerder Kamerbrieven over Ebola (Kamerstuk 33 625, nrs. 132, 146, 148, en 149).

1. Situatie in de door Ebola getroffen landen

De Ebola-crisis is nog niet onder controle. Er is na een eerdere daling opnieuw een stijgende trend in het aantal gevallen. Er zijn nu 25.213 besmettingen en 10.460 doden. De grootste uitdaging bij het indammen van het virus in Guinee blijft de sociale mobilisatie. Slechts 38 procent van de gevallen komt van de contactlijsten, veel gevallen komen uit onbekende besmettingsketens, en er vinden nog steeds veel onveilige begrafenissen plaats. Mede door de doorwoekerende epidemie nemen politieke spanningen toe. Deze zorgwekkende situatie was mede aanleiding voor Ebola-gezant Hans Docter om Guinee te bezoeken samen met VN Speciaal Vertegenwoordiger voor Ebola, Dr David Nabarro, en het hoofd van de United Nations Mission for Ebola Emergency Response (UNMEER), Ould Cheikh Ahmed. In gesprekken met de betrokken autoriteiten is benadrukt dat een gedecentraliseerde respons, die dicht bij de bevolking staat, essentieel is om draagvlak voor het Ebola-beleid van de overheid te krijgen. In het licht van een nieuwe toename van het aantal gevallen, en met name in het zuidoostelijk kustgebied van het land, heeft president Condé op 28 maart versterkte sanitaire maatregelen voor een periode van 45 dagen aangekondigd. Deze maatregelen bestaan onder andere uit de tijdelijke sluiting van ziekenhuizen waar gevallen van Ebola zijn geconstateerd (de sluiting treft uiteraard niet de Ebola-patiënten) en extra beveiliging van begrafenissen (inclusief het verbod op traditionele rituelen). De maatregelen worden alleen maar in prefecturen in het oosten en zuidoosten van het land ingesteld.

In Sierra Leone gaat het inmiddels beter met de sociale mobilisatie: 84 procent van de gevallen komt van de contactlijsten en het aantal onveilige begrafenissen neemt af. De regering heeft eind maart een driedaagse «lock down» afgekondigd waarbij de bevolking in de regio’s Freetown en Port Loko binnen moet blijven voor huis-aan-huis bezoeken van Ebola-bestrijders. De politieke situatie is gespannen sinds het afzetten van vicepresident Sam-Sumana op 14 maart jl. Er is een nieuwe vicepresident aangesteld, maar zijn benoeming wordt aangevochten door de oppositie bij de rechter. Ondertussen roept de oppositie op tot vreedzame protesten, stakingen en burgerlijke ongehoorzaamheid o.a. door het boycotten van de president en de nieuwe vicepresident als zij aan het woord zijn in het parlement.

In Liberia is de situatie redelijk onder controle, al is na drie weken zonder nieuwe gevallen weer een nieuwe patiënt positief op Ebola getest. Zij is mogelijk besmet door onbeschermd seksueel contact. In sperma van overlevenden blijft het virus enkele weken besmettelijk. Hoewel alertheid geboden blijft, normaliseert de situatie in Liberia: de grenzen met buurlanden zijn weer open, er is geen acute maatschappelijke ontwrichting en de behandeling van zieken in geval van nood is weer mogelijk. Dit was aanleiding om het reisadvies naar Liberia bij te stellen naar oranje: noodzakelijke reizen zijn weer mogelijk. Wel is van belang dat reizigers zich houden aan de medische voorzorgsmaatregelen (geen lichamelijk contact). Ook de VS hebben het reisadvies voor Liberia bijgesteld. Voor bijstelling van de reisadviezen voor Guinee en Sierra Leone moet de situatie eerst nog verder verbeteren en moeten de bijkomende politieke problemen onder controle zijn.

EU High Level Conference

Gezien de zorgen over de bestrijding van de Ebola-epidemie en over politieke spanningen in Guinee en Sierra Leone, was de High Level Conference over Ebola op 3 maart in Brussel zeer tijdig. De conferentie werd georganiseerd door de EU, met als co-voorzitters de getroffen landen, de VN en de regionale organisaties AU en ECOWAS. De conferentie richtte zich op het verder terugdringen van de epidemie en op de «early recovery» fase. Tijdens mijn interventie gaf ik aan dat de eerste prioriteit is het aantal besmettingen terug te dringen tot nul. Daarnaast benadrukte ik het belang van het herstel van economische bedrijvigheid in de landen, die voor de epidemie economisch in de lift zaten. En marge van de conferentie zijn gesprekken gevoerd met onder meer de regeringsleiders en ministers van de getroffen landen, de VN Speciaal Vertegenwoordiger voor Ebola, en de Directeur Generaal van de WHO.

EU, VN en de getroffen landen hebben zich in een gezamenlijke verklaring geschaard achter een omvattende strategie om naar nul besmettingen te gaan en te blijven. Hier is politieke committering van de getroffen landen voor nodig. Daarnaast zijn de eerste stappen gezet in de articulatie van de wederopbouw-plannen op basis van de Ebola Recovery Assessment (ERA) die door de VN zijn uitgevoerd. De Raad Buitenlandse Zaken heeft op 16 maart jl. de verklaring onderschreven en het belang van het uitgeven van toegezegde gelden van lidstaten aan de bestrijding van Ebola benadrukt, indien nodig met ondersteuning van Wereldbank en IMF. Nederland zal betrokken blijven bij de opvolging die aan deze conferentie gegeven wordt.

Evaluatie inzet JSS de Karel Doorman

De ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken zijn, onder andere op basis van een evaluatie met de Europese Commissie (ECHO/ERCC) en het World Food Programme, tot de conclusie gekomen dat de inzet van de Karel Doorman naar de drie door Ebola getroffen landen succesvol is verlopen. Samengevat kan worden gesteld dat de inzet van de Karel Doorman succesvol is verlopen. Indien nodig zullen voor verdere samenwerking tussen het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken nadere afspraken worden gemaakt in aanvulling op het bestaande Convenant inzake noodhulp.

2. Nederlandse inzet op de middellange en lange termijn

Op de middellange en lange termijn zal Nederland zich blijven inzetten voor de getroffen landen. Omdat Nederland daar geen bilaterale programma’s heeft, zal deze inzet zich richten op deelterreinen waar Nederland meerwaarde heeft. Ten eerste wil Nederland een actieve deelnemer zijn bij het verbeteren van de mondiale paraatheid bij gezondheidscrises. Ten tweede neemt Nederland een actieve rol bij handelsbevordering en economische ontwikkeling van de regio. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

Mondiale paraatheid bij gezondheidscrises

Opvolging WHO resolutie

Tijdens de Speciale Sessie van de WHO over Ebola op 25 januari en de Uitvoerende Raad daaropvolgend is een belangrijke resolutie aangenomen, die het pad uitstippelt voor de hervormingen die nodig zijn om de WHO beter voor te bereiden op toekomstige gezondheidscrises. Tijdens de

World Health Assembly (WHA) van 18- tot 26 mei 2015 in Geneve zal de WHO een eerste overzicht geven van de uitwerking van de Ebola-resolutie. Nederland houdt druk op de WHO om te zorgen dat de organisatie de gemaakte afspraken nakomt. Lidstaten hebben mede op Nederlands initiatief een Group of Friends van de Ebola-resolutie opgericht die de WHO ondersteunt bij een voorspoedige implementatie van de hervormingen. De belangrijkste elementen voor Nederland zijn hierbij het op zetten van een Global Health Workforce en een Contingency Fund, en het uitvoeren van een goede evaluatie van de rol van de WHO bij deze crisis.

Naast de evaluatie van de WHO zal er een systeembrede evaluatie uitgevoerd worden in opdracht van de VN. Hierin zal de rol van VN, NGO’s, donoren en de getroffen landen in de crisis geanalyseerd worden. Nederland heeft dit steeds op de agenda gezet en zal ook in de toekomst hier actief bij betrokken blijven. Een goede systeembrede evaluatie en de bereidheid om te leren van ervaringen is een basisvoorwaarde voor effectieve preventie in de toekomst.

Vaccinaties

Voor een duurzame bestrijding van de Ebola-uitbraak maar ook van andere gezondheidscrises is investeren in vaccinaties essentieel. Nederland heeft de bijdrage aan Gavi, de mondiale vaccinatie alliantie, voor de periode 2016–2020 verhoogd van 200 miljoen euro naar 250 miljoen euro. Gavi heeft eerder ingezet op het versterken van de gezondheidssystemen in de getroffen landen, en zal 400 miljoen dollar inzetten voor het ondersteunen van de productie en aankoop van het te ontwikkelen Ebola-vaccin.

Momenteel zijn er drie veelbelovende Ebola-vaccins in ontwikkeling:bij de Canadian Public Health Agency, Glaxo-Smith-Kline, en het Nederlandse Janssen Pharmaceutical Companies, onderdeel van Johnson & Johnson. Vanwege de hoge nood voor een vaccin wordt er tussen de farmaceuten meer informatie uitgewisseld over de ontwikkeling dan normaal. Tijdens een werkbezoek aan Janssen Pharmaceutical Companies ben ik geïnformeerd over het Ebola-vaccin dat Janssen in ontwikkeling heeft. Momenteel is dit vaccin nog in de testfase. De verwachting is dat het Ebola-vaccin in september dit jaar in de regio getest kan worden op gezonde mensen, en dat het vaccin rond de jaarwisseling in gebruik genomen kan worden in het gebied waar nu Ebola heerst. Er ligt nu al een voorraad van 400.000 vaccins klaar die, wanneer positief resultaat is gehaald, meteen ingezet kunnen worden voor vaccinatie.

Trilaterale samenwerking gezondheidssystemen

Nederland zal bijdragen aan een samenwerkingsverband tussen Afrikaanse landen op het gebied van gezondheidszorg. Gedacht wordt aan het versterken van een reeds bestaande samenwerking op dit terrein tussen Ghana en Sierra Leone, en het opzetten van een partnerschap tussen Rwanda en Guinee. Het betreft een interventie om de weerbaarheid voor een volgende hemorragische koorts uitbraak structureel in Sierra Leone en Guinee te versterken.

Economische ontwikkeling

De getroffen landen zaten voorafgaand aan de Ebola-crisis economisch in de lift, met name Sierra Leone, maar investeerders blijven sinds de uitbraak weg. Daarom is het van belang om ondanks het doorwoekeren van de epidemie, nu al te werken aan het herstel van economische bedrijvigheid in de landen. De eerder aangekondigde economische missie zal voor de landen en het aanwezige lokale bedrijfsleven een belangrijke motiverende werking hebben, evenals de openstelling van het bedrijfsleveninstumentarium voor de getroffen landen. Ik hoop dat deze missie daarom al begin juli van dit jaar plaats kan vinden. Een aantal bedrijven heeft al aangegeven deel te willen nemen aan deze missie.

Daarnaast wil Nederland samen met andere partners een investors conference organiseren om geïnteresseerde partijen bij elkaar te brengen.

Door in te zetten op deze twee sporen- mondiale paraatheid bij gezondheidscrises en de economische ontwikkeling van de getroffen landen – kan Nederland een substantiële bijdrage leveren aan belangrijke deelaspecten van de Ebola-bestrijding op middenlange en lange termijn.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven