33 610 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met de aanpassing van het fiscale kader voor oudedagsvoorzieningen (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen)

33 672 Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen)

A1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN, MEDE NAMENS DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2013

Op donderdag 27 juni 2013 hebben er stemmingen in de Tweede Kamer plaats gevonden over het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het wetsvoorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen. Beide wetsvoorstellen zijn aangenomen.

Het eerste wetsvoorstel heeft als doel de fiscale pensioenambitie meer in lijn te brengen met de trend van langer doorwerken en de hogere levensverwachting. Dit bevordert de houdbaarheid van het pensioenstelsel en draagt bij aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën.

Het tweede wetsvoorstel vloeit voort uit het sociaal akkoord dat het kabinet met sociale partners heeft gesloten. Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuwe nettospaarfaciliteit, waardoor in totaal een pensioenopbouw kan worden gerealiseerd die gelijkwaardig is aan een brutoopbouw van 1,85%

Gelet op de tijd die een wetgevingstraject vraagt en de tijd die onder meer pensioenuitvoerders nodig zullen hebben om veranderingen in het Witteveenkader door te voeren, verzoek ik uw Kamer deze wetsvoorstellen met spoed te behandelen. Het kabinet vindt het namelijk van belang dat pensioenuitvoerders voor de implementatie zo veel mogelijk comfort wordt geboden. Een tijdige implementatie is ook nodig om de budgettaire taakstelling te kunnen realiseren die met het eerste wetsvoorstel gemoeid is.

Het kabinet zou uw Kamer daarom zeer erkentelijk zijn indien voor het zomerreces het verslag ontvangen zou mogen worden en dit verzoek in uw procedurevergadering van dinsdag 2 juli 2013 wordt ingebracht.

Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


X Noot
1

De letter A heeft alleen betrekking wetsvoorstel 33610.

Naar boven