Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2018
Tijdens het Algemeen Overleg Mondzorg en Eerstelijnszorg op 21 februari 2017 (Kamerstukken
32 620 en 33 578, nr. 188) is toegezegd om in overleg met OCW onderzoek te laten doen naar de huidige en toekomstige
benodigde capaciteit in de mondzorg. Met deze brief wil ik de eindrapportage van dit
onderzoek aan uw Kamer aanbieden1.
Zoals ook gecommuniceerd in de antwoorden op de Kamervragen van Kamerlid Van Gerven
(SP) op 4 juni 2018 (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2309) is eind januari een conceptrapport ontvangen van het onderzoekbureau. Gedurende
het onderzoek zijn er bij een belangrijke veldpartij, te weten de Associatie Nederlandse
Tandartsen, vragen gerezen bij de kwaliteit van het onderzoek zoals uitgevoerd door
het onderzoeksbureau. Het conceptrapport is door het onderzoeksbureau voorgelegd aan
gevestigde experts op het gebied van arbeidsmarktramingen (het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS) en het Capaciteitsorgaan (CO)/Nivel). De reactiedocumenten van
deze partijen op het conceptrapport alsmede de reactie van het onderzoeksbureau daarop
zijn, zoals toegezegd in de beantwoording, bijgevoegd2.
Het onderzoeksbureau adviseert het aantal opleidingsplaatsen voor Tandheelkunde uit
te breiden van 259 (aantal 2017) naar 390 opleidingsplaatsen (een stijging van 50%).
Voor Mondzorgkunde wordt geadviseerd het aantal opleidingsplaatsen gelijk te houden
op 326 (aantal 2017). Wel plaatst het onderzoeksbureau daar de kanttekening bij dat
zij van mening is dat nader onderzoek naar het proces van taakherschikking nodig is
om een gerichter instroomadvies te kunnen uitbrengen. Ook stellen zij dat het raadzaam
is om scenario’s uit te werken waarin de (potentiële) effecten van taakherschikking
zijn meegenomen.
Het Capaciteitsorgaan en Nivel zien het als een gemiste kans dat er door het onderzoeksbureau
niet meerdere scenario’s zijn opgesteld waarbinnen rekening kon worden gehouden met
bandbreedtes voor onzekerheden. Zij stellen verder dat beleidsmakers en belanghebbenden
nu belangrijke scenario’s missen en daarmee opties om hun keuzes op te baseren. Het
Capaciteitsorgaan en Nivel vinden de raming waarbij de groei van het aanbod werkende
mondhygiënisten en tandartsen gebruikt is als indicatie voor de verwachte groei van
de vraag naar mondzorg zeer problematisch. Zij modelleren de vraag en het aanbod apart
om ze daarna samen te voegen voor het evenwichtsjaar. Meer algemeen zijn het Capaciteitsorgaan
en NIVEL van mening dat waar het onderzoeksbureau afwijkt van in eerder onderzoek
gehanteerde percentages door het Capaciteitsorgaan en NIVEL dit onvoldoende motiveert.
Gezien de kritische kanttekeningen die geplaatst worden bij het rapport en de mogelijk
aanzienlijke financiële consequenties wil ik samen met mijn collega van OCW nader
onderzoek laten doen door het Capaciteitsorgaan. Ik zal op korte termijn contact zoeken
met het Capaciteitsorgaan.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins