Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2015
Een aantal regio’s in Nederland bereidt zich voor of gaat al om met de transitie van
bevolkingsgroei naar bevolkingsdaling. Het krimpen van de bevolking alleen hoeft,
vanuit de optiek van zorg, geen probleem te zijn, maar in het algemeen gaat krimp
gepaard met vergrijzing en gaat vergrijzing gepaard met chronische aandoeningen. Dit
tezamen leidt tot een andere zorgvraag in combinatie met een gelijktijdige daling
van het (zorg)voorzieningenniveau in kwantiteit en daarmee in kwaliteit. Ik vind het
van groot belang dat in krimpregio’s goede zorg behouden blijft en laat daarom monitoringsinstrumenten
ontwikkelen om te signaleren wanneer krimp- en anticipeerregio’s uit de pas dreigen
te lopen met landelijke en regionale trends.
Ik heb het NIVEL gevraagd om jaarlijks te monitoren of het aanbod van eerstelijnszorg
beantwoordt aan de lokale vraag naar zorg in de krimpregio’s. Hiervoor wordt gebruik
gemaakt van bestaande databases van en over huisartsenzorg, huisartsenposten, verloskundigen
etc. Zoals beloofd bij brief van 6 maart 2015 over Curatieve zorg in krimpregio’s
(Kamerstuk 29 247, nr. 200) ontvangt Uw Kamer hierbij de eerste Zorgmonitor Krimpgebieden van het NIVEL1.
De monitor van het NIVEL biedt feitelijke informatie over het feitelijke zorggebruik van patiënten in krimp- en anticipeerregio’s in vergelijking met het
landelijke zorggebruik. Daarnaast geeft de monitor inzicht in het te verwachten zorggebruik gegeven de patiëntenpopulatie. De monitor doet geen uitspraken of aanbevelingen
hoe om te gaan met de gevolgen van krimp. Het is een instrument dat een ieder (denk
aan zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten) kan gebruiken om inzicht te krijgen
in het zorggebruik vs het verwachte zorggebruik in vergelijking tot andere regio’s
in de nabije omgeving, vergelijkbare regio’s in een ander deel van het land of ten
opzichte van heel Nederland. Met als doel ongewenste ontwikkelingen te kunnen voorzien
en daarop (lokaal) te kunnen anticiperen.
Uit de eerste Zorgmonitor Krimpgebieden blijkt het feitelijke zorggebruik per inwoner niet systematisch te verschillen tussen de krimp- en anticipeergebieden
en de rest van Nederland. Op basis van de VAAM-methodiek – waarin het landelijke te verwachten zorggebruik voor elk gebied wordt geëxtrapoleerd op basis van determinanten van dat
zorggebruik – komt naar voren dat het geschatte eerstelijns zorggebruik systematisch
hoger is in de krimp- en anticipeergebieden ten opzichte van de rest van Nederland.
Dat geldt voor de eerstelijnszorg in den brede, dus zowel voor bijvoorbeeld het huisartsbezoek
als voor het paramedische en farmaceutische zorggebruik.
Bijgaande monitor betreft een eerste pilot. Het NIVEL zal op korte termijn in gesprek
gaan met de beoogde gebruikers van deze monitor om te bepalen of deze aan hun wensen
voldoet en welke informatiebehoeften zij mogelijk nog meer hebben. Mede op basis hiervan
wordt de structurele monitor verder vorm gegeven. Deze monitor wordt ondersteund met
een website waar regio’s op een laagdrempelige manier de benodigde informatie vanaf
kunnen halen en die hen verschillende benchmark mogelijkheden biedt om hun zorgbeleid
te bepalen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers