Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 33562 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 33562 nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2017
Hierbij stuur ik u mijn reactie op de brief van onder andere Company.info aan het lid Ziengs, inzake de wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2014. Voorts beantwoord ik in deze reactie de vragen die zijn gesteld door de leden Paternotte (D66) en Ziengs (VVD) over de toegang tot het handelsregister van de Kamer van Koophandel op 1 november 2017 (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 687).
Op 26 september jl. is de ministeriële regeling gepubliceerd die de Financiële regeling handelsregister 2014 wijzigt per 1 januari 2018. Vanaf die datum wordt de staffelkorting voor het grootverbruik van een tweetal handelsregisterinformatieproducten afgeschaft, hetgeen zich vertaalt in een lager tarief voor die producten. Vanuit het oogpunt van gelijke behandeling van afnemers van handelsregisterproducten is het wenselijk om voor alle afnemers een gelijk tarief in rekening te brengen. De tarieven zijn gebaseerd op de kostprijs van de handelsregisterproducten. Het betreft hier de kosten van met name de ontwikkeling, service en beheer. In de nieuwe situatie betaalt iedere afnemer daarom een gelijke stuksprijs voor deze producten. Dit verlaagt de drempel om gebruik te maken van het handelsregister en komt daarmee de toegankelijkheid van het handelsregister en de rechtszekerheid binnen het economisch verkeer ten goede.
De schrijvers van de brief behoren tot de grootafnemers van handelsregisterinformatie en geven aan een aantal bezwaren te zien tegen deze wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2014. Hieronder ga ik op hun bezwaren in.
Ten eerste stellen zij dat de wijziging in strijd is met de Wet hergebruik van overheidsinformatie. Op grond van artikel 9, derde lid, van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en artikel 50, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2007, mag de Kamer van Koophandel voor de inzage en verstrekking van handelsregistergegevens de kosten van verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen, in rekening brengen. Daarbij is in de memorie van toelichting bij de Handelsregisterwet 2007 opgenomen dat het profijtbeginsel moet worden toegepast en dat, daar waar mogelijk en wenselijk, de kosten worden doorbelast aan de gebruiker.
Op basis van het voorgaande zouden de genoemde kosten volledig mogen worden doorbelast. Dit is echter niet wenselijk, omdat het handelsregister voor alle doelgroepen toegankelijk moet zijn en het tarief niet een uitsluitingsgrond mag vormen voor het verkrijgen van rechtszekerheid. Daarom wordt grofweg de helft van de kosten van het handelsregister, die niet kunnen worden gedekt uit het toepassen van het profijtbeginsel, gedekt door de Rijksbijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De Wet hergebruik van overheidsinformatie schrijft niet voor dat de tariefstelling bij het handelsregister plaatsvindt op basis van de kosten per informatieverzoek, zoals de schrijvers suggereren. Daarbij is de uitlevering van handelsregisterinformatie vergaand gedigitaliseerd en daarmee zijn de variabele kosten van een uitlevering gering, wat de grond voor een prijsverschil tussen grote en kleine afnemers doet wegvallen.
Ten tweede geven de schrijvers aan dat de wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2014 vooruitloopt op de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel (Kamerstuk 34 687). De betreffende wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2014 staat hier echter los van. Het vaststellen van de tarieven voor handelsregisterinformatieproducten door de Minister van Economische Zaken en Klimaat vindt plaats op basis van artikel 50 van de Handelsregisterwet 2007. De voorgestelde aanvulling van artikel 50 in het bovengenoemde wetsvoorstel betreft een andere materie, namelijk het creëren van een grondslag om de afname van bepaalde handelsregisterinformatieproducten te mogen financieren door middel van inputfinanciering, die enkel van toepassing is op publieke afnemers.
Voorts leggen de schrijvers een verband met het databankenrecht op het handelsregister, dat in het wetsvoorstel wordt voorbehouden aan de Kamer van Koophandel. Het voorbehoud van het databankenrecht staat volledig los van het bepalen van de hoogte van de tarieven voor handelsregisterproducten en de rol die de bewindspersoon van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft bij het vaststellen van deze tarieven. Het databankenrecht kan een rol spelen bij het tegengaan van het door afnemers in bulk of herhaald en systematisch doorleveren van niet verrijkte gegevens uit het handelsregister, die worden gepresenteerd als handelsregistergegevens.
Ten derde stellen de schrijvers dat de wijziging in strijd is met de beginselen van de Wet markt en overheid. De handelsregistertaak, zowel wat betreft registratie als verstrekking van handelsregistergegevens, is een wettelijke taak van de Kamer van Koophandel, welke is gekwalificeerd als een taak van openbaar gezag. Het houden van het handelsregister en in het verlengde hiervan het verstrekken van handelsregistergegevens betreft een publieke taak en de uitoefening van deze taak vindt plaats buiten de sfeer van het economische verkeer. De gedragsregels van de Wet markt en overheid zijn daarmee op de handelsregistertaak niet van toepassing. De Kamer van Koophandel heeft voorts de opdracht om de handelsregistertaak zo veel mogelijk digitaal uit te voeren. Het ontwikkelen van producten als real time zoeken in het handelsregister en het uitleveren van gegevens via dataservices, Application Programming Interfaces (KvK API’s), en de Kamer van Koophandel handelsregister applicatie (KvK HR App) zijn voorbeelden van efficiënte digitale verstrekking van handelsregistergegevens. Een ander voorbeeld is de buurtapp, welke inmiddels is doorontwikkeld tot de Kamer van Koophandel Bedrijvenradar App (KvK Bedrijvenradar App) met real time HR Informatie. Zowel via de KvK HR App, als via de KvK Bedrijvenradar App is het mogelijk om de toegezegde 30 uittreksels gratis in te zien1.
Tijdens de begrotingsbehandeling vorig jaar heeft de Minister van Economische Zaken toegezegd om zich te verdiepen in de real time informatie die de Kamer van Koophandel aanbiedt in de mobiele buurtapp en of deze informatie beschikbaar kan worden gesteld aan andere bedrijven.
Vrijwel alle individuele aanvragen voor HR Informatie worden real time afgewikkeld. Bij een bevraging via www.kvk.nl, HR Dataservices, of bijvoorbeeld de KvK API’s wordt, nadat een bedrijfsnaam of KvK-nummer is ingevuld, direct real time informatie over een onderneming of rechtspersoon aangeboden (zogenaamde «pull-informatie»). Iedereen die deze bevragingen doet, kan dus al over real time handelsregisterinformatie beschikken.
Via de KvK Bedrijvenradar App worden ook signalen van bepaalde wijzigingen in het handelsregister aangeboden, zoals wanneer een bedrijf wordt gestart of beëindigd. De dienst wordt aangeboden binnen een beperkte straal.
Er is nog geen sprake van een brede beschikbaarheid van real time signalen van wijzigingen in het handelsregister (zogenaamde «push-berichten»). Wel loopt er een pilot bij de KvK. Tot nu zijn hiermee positieve en negatieve ervaringen opgedaan. Negatieve ervaringen hebben bijvoorbeeld betrekking op een ondernemer die zich inschrijft in het handelsregister en elektronisch wordt benaderd, nadat een afnemer een inschrijvingssignaal heeft ontvangen. Vooralsnog staat deze dienst in de kinderschoenen, zijn aanvullende ICT investeringen noodzakelijk en is het nog geen officieel beschikbaar product. Eén van de belangrijkste aandachtspunten bij de verdere uitwerking beschikbaarheid van real time informatie is dat met deze realtime signalen door derden ook een schaduwregistratie kan worden bijgehouden om vandaar uit handelsregisterinformatie onder de noemer Kamer van Koophandel informatie te verstrekken. Dit verhoudt zich niet tot de rechtszekerheidsfunctie van het handelsregister en raakt ook de financiering van het handelsregister. Voor de Kamer van Koophandel is de wettelijke regeling van het voorbehoud van het databankenrecht op het handelsregister dan ook een voorwaarde om dit risico te ondervangen.
De wetgever heeft bij de totstandkoming van de Wet op de Kamer van Koophandel aangegeven dat de organisatie qua activiteiten ondernemend moet kunnen opereren om zijn waarde richting ondernemers te kunnen bewijzen en dat de Kamer in staat moet worden gesteld binnen redelijke kaders eigen inkomsten te genereren. Dit laatste kan gerealiseerd worden met – voor zover mogelijk en wenselijk – het doorvoeren van het profijtbeginsel2. Terecht merkt de Kamer van Koophandel in het jaarverslag 2015 op dat de wettelijke kaders hieraan strikte beperkingen opleggen, wat de ambities om meer private middelen op te halen om daarmee de taken van de Kamer van Koophandel te financieren beperkt. Het is immers niet aan de Kamer van Koophandel om handelsregisterdata ongelimiteerd te verrijken en deze vervolgens aan te bieden aan de markt. Een handelsregisterinformatieproduct moet uitvoering geven aan een publieke taak. Het voorbehoud van het databankenrecht verandert daar niets aan en geeft de Kamer van Koophandel geen uitgebreidere mogelijkheden voor eigen dataverrijking.
Tot slot stellen de schrijvers dat er sprake is geweest van een onzorgvuldig proces ten tijde van het aanpassen van de regeling. Ik kan dat weerspreken. De Kamer van Koophandel heeft enkele weken voordat het verzoek tot wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2014 naar het toenmalige Ministerie van Economische Zaken is verzonden, rond 1 juli jl., alle grootafnemers in kennis gesteld van het voornemen de staffelkorting af te schaffen. Ook daarvoor is er regelmatig contact geweest met partijen om hen te informeren over deze voorgenomen wijziging. In de zomermaanden is een ambtelijk overleg geweest met een van de grootafnemers, waarbij de in de brief genoemde bezwaren aan de orde zijn geweest en argumenten over en weer zijn uitgewisseld.
Tevens heeft de Kamer van Koophandel een impactanalyse gemaakt van deze voorgenomen tariefwijziging. Deze is door de toenmalige Minister van Economische Zaken betrokken in zijn overweging om de tarieven aan te passen. Er is sprake van een weloverwogen besluit, waarin de belangen van zowel de kleinere afnemers als de grootafnemers bekend waren en zijn meegewogen.
De aanpassing van de Financiële regeling handelsregister 2014 in verband met de afschaffing van staffelkortingen is zowel qua publicatie als de inwerkingtreding in lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, waarop regelgeving in werking treedt3. Voor ministeriële regelingen gelden vier vaste verandermomenten, namelijk 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Daarnaast dient de betreffende regeling minstens twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtredingsdatum plaats te vinden, uitzonderingen voorbehouden.
De schrijvers geven aan dat zij de meerderheid van de markt vertegenwoordigen voor de levering van krediet- en bedrijfsinformatie aan zakelijke afnemers. En dat dankzij hun dienstverlening bedrijven beter geïnformeerd en succesvoller zijn in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Dat lijkt mij een goede zaak. Het staat hen vrij om handelsregistergegevens te gebruiken om data te verrijken en zo nieuwe producten te creëren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33562-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.