33 532 Nationalisatie SNS REAAL

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2017

Hierbij informeer ik u over mijn voornemen de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (hierna: NLFI) te verzoeken de aandelen van SRH N.V. (hierna: SRH) te decertificeren en over te dragen aan de staat per de datum van de algemene aandeelhoudersvergadering op 18 mei 2017. Dit voornemen volgt uit een advies van NLFI dat als bijlage is toegevoegd1.

Overdracht aandelen

Sinds de verplaatsing van SNS Bank N.V. (thans: de Volksbank N.V.) van SNS REAAL N.V. (thans: SRH) naar de staat per 30 september 2015 heeft SRH geen dochtervennootschappen meer. De naam van de vennootschap SNS REAAL is na de verplaatsing van de bank gewijzigd in SRH. SRH heeft geen economische activiteiten meer en wordt momenteel afgewikkeld. Aangezien SRH partij is in verschillende gerechtelijke procedures zal de afwikkeling naar verwachting nog enige tijd in beslag nemen.2

NLFI geeft aan dat het beheer van de aandelen van SRH door NLFI niet langer aansluit bij de wettelijke en statutaire doelstelling van NLFI, aangezien SRH niet langer een financiële instelling is en de economische activiteiten van SRH inmiddels zijn afgebouwd. Bij SRH resteren uitsluitend juridische dossiers. Het Ministerie van Financiën is namens de staat betrokken bij een aantal van deze dossiers die verband houden met de nationalisatie van SNS REAAL N.V. en is derhalve al nauw betrokken bij de resterende werkzaamheden van SRH. Tegen deze achtergrond ligt een overdracht van SRH van NLFI naar het Ministerie van Financiën voor de hand. Het Ministerie van Financiën zal na de overdracht van de aandelen de werkzaamheden van NLFI ten aanzien van SRH overnemen.

Liquide middelen

SRH heeft een aanzienlijke hoeveelheid liquiditeiten op de balans (ca. EUR 185 miljoen). Het grootste deel van deze liquiditeiten zal SRH uitkeren aan de staat. SRH verkrijgt voor dit bedrag een vordering op de staat. Deze transactie wordt gedaan om te voorkomen dat SRH, op last van de accountant, dient te beschikken over een actief beleggingsbeleid als gevolg van deze omvangrijke liquiditeitspositie. Een actief beleggingsbeleid is gezien de beperkte omvang van de activiteiten van SRH niet opportuun. Een bedrag van ca. EUR 25 mln. zal bij SRH achterblijven om de operationele kosten van SRH gedurende een aantal jaren te kunnen voldoen. De overige liquiditeiten (ca. EUR 160 mln.) worden bijgeschreven op de vordering die SRH reeds had op de staat.3 De vordering van SRH op de staat zal daardoor ca. EUR 1,8 mld. bedragen. Per 30 september 2020 wordt opnieuw de financieringsbehoefte van SRH vastgesteld.

Zowel de overdracht van de aandelen als het uitkeren van de liquiditeiten en het verhogen van de vordering hebben geen gevolgen voor de positie van de staat, SRH en andere belanghebbenden in de lopende juridische dossiers. Tevens zijn er geen gevolgen voor de vermogenspositie van SRH.

De verplaatsing van SRH van NLFI naar de staat heeft geen effect op het EMU-saldo. Er is een positief effect op de EMU-schuld van ca. EUR 160 mln.: de overheid hoeft door de ontvangst van de liquiditeiten minder te lenen, terwijl de verhoging van de vordering geen effect heeft omdat onderlinge schulden van EMU-relevante lichamen (sector overheid) niet meetellen. In de begroting wordt bij Voorjaarsnota een ontvangst van ca. EUR 160 mln. opgenomen en een betalingsverplichting ter hoogte van hetzelfde bedrag. De vordering op de saldibalans wordt met eenzelfde bedrag verhoogd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 532, nr. B/47

X Noot
3

Deze vordering van ca. EUR 1,6 mld. is een gevolg van de verplaatsing van SNS Bank op 30 september 2015. De staat heeft de aandelen van de Volksbank overgenomen van SRH voor een marktconforme koopprijs van EUR 2,7 miljard. Hier zijn geen kasstromen aan te pas gekomen: de eerder aan SRH verstrekte overbruggingslening van EUR 1,1 miljard werd verrekend en het restant van de koopprijs van EUR 1,6 miljard (EUR 2,7 miljard – EUR 1,1 miljard) is omgezet in een vordering van SRH bij de staat. Zie verder de kamerbrief betreffende de verplaatsing van SNS Bank (Kamerstuk 33 532 nr. B/47).

Naar boven