Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 33529 nr. 725 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 33529 nr. 725 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2020
Op 21 januari jl. heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Tijdelijke wet Groningen (Kamerstuk 35 250) aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 43, Stemmingen Tijdelijke wet Groningen). Het met dit wetsvoorstel op te richten Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) wordt verantwoordelijk voor de afhandeling van alle soorten van schade veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag Norg. Immateriële schade is één van deze schadesoorten. Vooruitlopend op de oprichting van het IMG heb ik drie juridische experts1 op het gebied van smartengeld in september 2019 gevraagd te adviseren over de wijze waarop immateriële schade voor Groningers als gevolg van bodembeweging door gaswinning door het IMG kan worden vergoed (commissie immateriële schade). Hierbij bied ik het advies van de commissie immateriële schade aan uw Kamer aan2.
Met uw Kamer heb ik recent het belang besproken van een sterk en onafhankelijk IMG. Uit de Tijdelijke wet Groningen vloeit voort dat het IMG geheel onafhankelijk haar eigen werkwijze vaststelt. De relevante jurisprudentie die in de afgelopen tijd is opgebouwd, de opgedane kennis bij de TCMG en het advies van de commissie immateriële schade bestaande uit drie onafhankelijke experts, zijn ingrediënten die het IMG hierbij zal gebruiken. De kwartiermaker IMG heeft aan mij per brief laten weten hoe hij op hoofdlijnen denkt met aanvragen voor vergoedingen van immateriële schade om te zullen gaan. Hierbij gaat de kwartiermaker tevens in op de uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden en de wijze waarop deze zich verhoudt tot het advies van de commissie immateriële schade. Ik voeg de brief van de kwartiermaker IMG als bijlage bij deze brief3.
Uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden
Op 17 december 2019 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in hoger beroep in een zaak tussen 127 eisers en NAM4. Het betreft een vordering tot vergoeding van vermogensschade wegens gemist woongenot en van immateriële schade. NAM was in hoger beroep gegaan om duidelijkheid te krijgen over de gevallen waarin en voorwaarden waaronder aansprakelijkheid bestaat voor vermogensschade door gemist woongenot en immateriële schade. Het Hof heeft geoordeeld dat gedupeerden (deels) recht op vergoeding hebben voor deze vormen van schade. Deze uitspraak zal het IMG als inspiratiebron gebruiken voor het vaststellen van een werkwijze voor immateriële schadevergoeding.
Advies Commissie immateriële schade en brief kwartiermaker IMG
Ik dank de commissie voor alle inspanningen en ben de commissie zeer erkentelijk voor het advies. Zowel de commissie immateriële schade als de kwartiermaker IMG constateren dat de problematiek van immateriële schade complex en veelomvattend is. Er bestaat spanning tussen het kunnen behandelen van een grote hoeveelheid aanvragen en een zorgvuldige maatwerkaanpak om de immateriële schade individueel vast te stellen. Dit leidt tot een advies voor een generiek toepasbare methode waarin vertrouwen in bewoners een uitgangspunt is, waarmee verder procedureel leed voorkomen kan worden.
De kwartiermaker IMG heeft een aantal uitgangspunten voor implementatie opgesteld, mede op basis van relevante jurisprudentie (waaronder voornoemde uitspraak), de door TCMG opgedane kennis en het advies van de adviescommissie. In zijn reactie schetst de kwartiermaker IMG een methode tot vergoeding van immateriële schade waarbij de bewoner centraal staat en waarbij ruimte is om te differentiëren in de omvang van immateriële schadevergoeding. Per aanvraag moet volgens de kwartiermaker IMG rekening gehouden worden met de volgende omstandigheden om te bepalen in welke mate een bewoner in zijn persoon is aangetast:
• De omvang van de schade;
• De veiligheid van de bewoner;
• De locatie van de woning;
• Het aantal en/of de aard van de schadeprocedures en de bijbehorende afhandelingsduur,
• maar ook met eventuele andere bijzondere omstandigheden.
De bewoner wordt uitgenodigd zijn verhaal te doen. De eventuele bijzondere omstandigheden uit dit verhaal worden betrokken bij het vaststellen van de immateriële schade. Het IMG zal – op een voor de Groningers toegankelijke manier – op een later moment de volledige werkwijze bekend maken ten behoeve van haar taak tot vergoeding van immateriële schade. Vanaf de oprichting van het IMG kunnen alle inwoners van Groningen een aanvraag indienen voor immateriële schadevergoeding. De kwartiermaker IMG is voornemens om voor de zomer de definitieve werkwijze bekend te maken. Ik heb bij de kwartiermaker IMG aandacht gevraagd voor de positie van huurders en (agrarische) ondernemers.
Het kabinet is zich er van bewust dat een immateriële schadevergoeding het leed in Groningen niet kan wegnemen. Een financiële vergoeding zal echter wel kunnen leiden tot erkenning en daarmee verzachting van het leed. Bewoners zijn daarnaast ook gebaat bij duidelijkheid over de versterking en een soepele en snelle schadeafwikkeling. Daar zet het kabinet zich maximaal voor in.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Albert Verheij (voorzitter), hoogleraar Privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, Marc Loth, hoogleraar Privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg, Willem van Boom, hoogleraar Burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33529-725.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.