Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2019
Op 1 oktober 2019 heeft uw Kamer de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 682) aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 7, item 17). Met deze brief informeer ik u hoe ik uitvoering geef aan deze motie.
Met de motie Beckerman c.s. verzoekt uw Kamer de regering er zorg voor te dragen dat
alle bewoners bij versterking een toereikende (verhuiskosten) vergoeding krijgen,
hierover met bewoners en betrokken partijen afspraken te maken en deze met de Kamer
te delen.
In de motie wordt ook ingegaan op de huurders in Middelstum. Dat betreft de ontstane
impasse tussen Woongroep Marenland en de huurders aan de Groensingel en de Coendersweg
in Middelstum. Eerder is een bemiddelingspoging geïnitieerd door de gemeente. Dit
heeft niet geleid tot een bevredigend resultaat.
Recent heeft de directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen van mijn ministerie gesproken
met een vertegenwoordiging van de betreffende huurders en Woongroep Marenland.
Met Woongroep Marenland heeft nadien ook uitvoerig contact plaatsgevonden om hen ertoe
te bewegen af te zien van een gang naar de rechter om de huurovereenkomst wegens «dringend
eigen gebruik» op te laten zeggen. Aangeboden is om – gefaciliteerd door mijn ministerie
– arbitrage of mediation in te zetten. Ondanks deze inspanningen heeft Woongroep Marenland
laten weten geen heil te zien in alternatieven. Zij wenst voor deze woningen nog steeds
naar de rechter te gaan als de huurovereenkomst voor de wisselwoning niet wordt getekend.
Ik betreur deze keuze omdat het de verhoudingen tussen partijen nog verder op scherp
stelt. Tegelijkertijd kan ik Woongroep Marenland noch de individuele huurders niet
verhinderen de hen toegestane juridische wegen te bewandelen.
Voor de bewoners van Groningen heeft de versterkingsoperatie grote impact. De versterking
van woningen kan alleen vorm krijgen samen met de bewoners. Dit vereist goed contact
tussen alle instanties en de bewoners. Ik wil voor de nabije toekomst zoveel mogelijk
voorkomen dat partijen zich gedwongen voelen om naar de rechter te stappen.
Daarom neem ik het voortouw om direct na het kerstreces met corporaties, gemeenten
en huurdersorganisaties te overleggen over hoe de concretisering van versterkingswerkzaamheden
tussen de drie partijen vorm kan krijgen, hoe daarbij beter rekening kan worden gehouden
met de omstandigheden van huurders in het aardbevingsgebied, hoe de betrokkenheid
van lokale partijen beter kan worden verankerd – bijvoorbeeld in prestatieafspraken
– en welke opties er zijn om in geval van geschillen deze eerder en op een laagdrempelige
manier weg te nemen, bijvoorbeeld via mediation of geschilbeslechting. Ik zal uw Kamer
hierover begin 2020 informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops