Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2019
Iedereen in Nederland moet prettig kunnen wonen. Het gevoel van veiligheid over de
directe leefomgeving vormt daarbij een essentiële basis. De aardbevingen door gaswinning
hebben dit gevoel voor veel bewoners van de provincie Groningen aangetast. Het kabinet
heeft daarom vorig jaar besloten om de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort
mogelijke termijn volledig te beëindigen. De vereiste aanpak voor het waarborgen van
de veiligheid van de huizen is echter meeromvattend: een brede versterkingsoperatie
moet garanderen dat iedere woning in Groningen een bestendig en veilig onderkomen
biedt.
Binnen deze versterkingsopgave is een uitgebreide versterking of sloop-nieuwbouw voor
een deel van de woningen de meest verstandige oplossing. Op veel van de desbetreffende
woningen rust een hypotheek. Voor de verstrekkers van de hypotheeklening is het onderpand
bestaande uit de kavel en de opstal een cruciale voorwaarde van de oorspronkelijke
overeenkomst met de eigenaar van de woning. Bij een uitgebreide versterking of sloop-nieuwbouw
daalt het onderpand tijdelijk in waarde: de woningeigenaar heeft voor deze werkzaamheden
dan ook toestemming van zijn kredietverstrekker nodig.
Het minimaliseren van de zorgen en administratieve lasten voor bewoners is een van
de speerpunten van de versterkingsaanpak van het kabinet. Het past niet in deze aanpak
om van iedere bewoner te verlangen dat hij zelf onderhandelt met zijn kredietverstrekker.
Voor de trajecten die reeds zijn begonnen bestaat daarom een bankgarantiefaciliteit.
Hierbij geeft de Rabobank namens de NAM een bankgarantie af ter grootte van de onderhavige
projecten. Zodoende biedt dit de kredietverstrekkers gedurende de bouwwerkzaamheden
voldoende vervangende zekerheid.
De termijn waarin nieuwe projecten aanspraak maken op deze bankgarantiefaciliteit
loopt op 31 december van dit jaar ten einde. Dit correspondeert met de bredere verschuiving
van de directe verantwoordelijkheid voor de versterkingsoperatie naar de rijksoverheid.
Hierdoor was een alternatieve oplossing aangaande de vervangende zekerheid noodzakelijk.
De vrees bestond dat zonder deze oplossing het achterblijven van toestemming van de
kredietverstrekkers de versterkingsopgave zou frustreren. Dit gold met name voor de
woningen in de zogenaamde batches 1588 en 1467+. De zorgen hierover bereikten ook
uw Kamer, bleek onder andere tijdens het algemeen overleg Groningen met de Minister
van Economische Zaken en Klimaat op 12 september.
Met genoegen kan ik u melden dat over een oplossing inmiddels overeenstemming is bereikt
met de Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars. De inzet
van de leden van deze belangenorganisaties was het verkrijgen van voldoende zekerheid
dat de voor versterkingswerkzaamheden beschikbaar gestelde middelen uiteindelijk resulteren
in een bestendige woning. Deze inzet sloot daarmee nauw aan op de doelstelling van
het kabinet.
De beoogde bestemming van de subsidiegelden in de batch 1588 kan worden verduidelijkt
met aanvullende voorwaarden in de gemeentelijke subsidiebeschikking. De tekst hiertoe
is inmiddels gedeeld met de betrokken gemeenten. Deze verduidelijking is eveneens
afdoende voor de projecten in de batch 1467+, waarbij de bewoner een vaststellingsovereenkomst
aangaat met de Nationaal Coördinator Groningen.
Mijn ministerie en de Nationaal Coördinator Groningen spannen zich momenteel in om
alle betrokken partijen van informatie over deze oplossingsrichting te voorzien. De
Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars hebben toegezegd
dit te doen richting de lokale vestigingen van hun leden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops