Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2019
De betrokken Groningse gemeenten, provincie Groningen, de maatschappelijke organisaties,
de Nationaal Coördinator Groningen en het Rijk hebben gesproken over de uitvoering
van de lokale versterkingsplannen, zoals aangekondigd in een brief aan uw Kamer (Kamerstuk
33 529, nr. 579). Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, over de uitkomsten.
Als Minister van Economische Zaken en Klimaat draag ik de verantwoordelijkheid voor
de veiligheid en moet dus alle maatregelen nemen die redelijkerwijs gevergd kunnen
worden om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid
wordt geschaad.
De regio wil bij de uitvoering van de versterkingsoperatie waar mogelijk gebiedsgericht
werken. Dit begrijp ik en dit kan veelal ook. De gemeenten maken lokale plannen die
een vertaling zijn van deze afspraken. Gemeenten hebben adequate kennis van de lokale
omstandigheden en kunnen dus lokaal maatwerk bieden. Het Staatstoezicht op de Mijnen
(SodM) voert een controle uit op alle plannen op veiligheidsaspecten. Het SodM heeft
deze week in een voorlopig oordeel de individuele plannen van gemeenten Appingedam,
Delfzijl en Loppersum goedgekeurd. De overige plannen worden op dit moment afgerond.
Als de individuele lokale plannen van aanpak, passend binnen het totaal van deze plannen,
een positief veiligheidsoordeel krijgen van SodM, worden deze plannen gevolgd. Het
Rijk committeert zich hier aan. Bij de plannen waar nu al een (voorlopig) positief
oordeel van SodM ligt, kan onmiddellijk begonnen worden met de opnames en de beoordelingen.
Zodra de plannen van de andere gemeenten positief door SodM beoordeeld zijn, kunnen
ook hier de opnames en beoordelingen onmiddellijk van start. Het CVW geeft aan dat
met de huidig beschikbare capaciteit ca. 4.000 opnames gedaan kunnen worden in de
komende 12 maanden. De NCG wordt gevraagd de beoordelings- én bouwcapaciteit maximaal
te maken. Het Rijk stelt de NCG daar toe in staat. Doel is om de gemeentelijke plannen
zo snel mogelijk uit te voeren. Het Rijk en andere overheden bezien hoe zij kunnen
bijdragen aan vergroting van de bouwcapaciteit.
In de bijlage vindt u de volledige lijst aan bestuurlijke afspraken die wij vandaag
hebben gemaakt1.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes