33 529 Gaswinning

Nr. 581 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2019

De betrokken Groningse gemeenten, provincie Groningen, de maatschappelijke organisaties, de Nationaal Coördinator Groningen en het Rijk hebben gesproken over de uitvoering van de lokale versterkingsplannen, zoals aangekondigd in een brief aan uw Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 579). Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de uitkomsten.

Als Minister van Economische Zaken en Klimaat draag ik de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en moet dus alle maatregelen nemen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.

De regio wil bij de uitvoering van de versterkingsoperatie waar mogelijk gebiedsgericht werken. Dit begrijp ik en dit kan veelal ook. De gemeenten maken lokale plannen die een vertaling zijn van deze afspraken. Gemeenten hebben adequate kennis van de lokale omstandigheden en kunnen dus lokaal maatwerk bieden. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) voert een controle uit op alle plannen op veiligheidsaspecten. Het SodM heeft deze week in een voorlopig oordeel de individuele plannen van gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum goedgekeurd. De overige plannen worden op dit moment afgerond.

Als de individuele lokale plannen van aanpak, passend binnen het totaal van deze plannen, een positief veiligheidsoordeel krijgen van SodM, worden deze plannen gevolgd. Het Rijk committeert zich hier aan. Bij de plannen waar nu al een (voorlopig) positief oordeel van SodM ligt, kan onmiddellijk begonnen worden met de opnames en de beoordelingen. Zodra de plannen van de andere gemeenten positief door SodM beoordeeld zijn, kunnen ook hier de opnames en beoordelingen onmiddellijk van start. Het CVW geeft aan dat met de huidig beschikbare capaciteit ca. 4.000 opnames gedaan kunnen worden in de komende 12 maanden. De NCG wordt gevraagd de beoordelings- én bouwcapaciteit maximaal te maken. Het Rijk stelt de NCG daar toe in staat. Doel is om de gemeentelijke plannen zo snel mogelijk uit te voeren. Het Rijk en andere overheden bezien hoe zij kunnen bijdragen aan vergroting van de bouwcapaciteit.

In de bijlage vindt u de volledige lijst aan bestuurlijke afspraken die wij vandaag hebben gemaakt1.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven