33 529 Gaswinning

Nr. 580 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2019

Op 29 maart 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat het kabinet de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk wil afbouwen (Kamerstuk 33 529, nr. 457). Ik heb uw Kamer op 3 december jl. tussentijds geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen gericht op de afbouw van de gaswinning uit het Groningenveld (Kamerstuk 33 529, nr. 536). Met deze brief informeer ik uw Kamer over het definitieve advies dat Gasunie Transport Services (GTS) aan mij heeft gezonden op basis van de aangepaste Gaswet over de nog benodigde gaswinning uit het Groningenveld voor het komende gasjaar 2019/2020 en de tien jaren daarna1.

Het kabinet is onverminderd van mening dat volledige beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld de beste manier is om de veiligheid te garanderen en de veiligheidsbeleving in Groningen te verbeteren. De raming van GTS toont dat de afbouw van de vraag naar Groningengas in grote stappen gaat. Uit de raming blijkt dat de door het kabinet genomen maatregelen volgens GTS leiden tot een snellere afname van de vraag naar Groningengas dan voorzien in het basispad van 29 maart 2018. Volgens GTS is het benodigde volume voor gasjaar 2019/2020 15,9 miljard Nm3op basis van een gemiddeld temperatuurprofiel. Dit is 1,5 miljard Nm3 lager dan het basispad van 29 maart 2018 waarin is uitgegaan van een volume van 17,4 miljard Nm3.

Deze versnelling komt met name door de geplande extra inkoop van stikstof door GTS en de versnelde afbouw van de export naar Duitsland. GTS verwacht dat ook voor de gasjaren volgend op het gasjaar 2019/2020 het benodigde winningsniveau onder het basispad van 29 maart ligt. Vanaf 2022, na ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek, komt de gaswinning ruim onder het door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geadviseerde niveau van 12 miljard Nm3. In de jaren daarna voorziet het kabinet de definitieve sluiting van het Groningenveld. Voor de nog benodigde inzet van het Groningenveld vanaf gasjaar 2022/2023 ben ik bezig om een operationeel afbouwplan uit te werken.

Raming van GTS eerste stap richting het vaststellingsbesluit

De raming van GTS dient als basis voor het vaststellingsbesluit dat ik voor 1 oktober 2019 zal nemen. Met het vaststellingsbesluit bepaal ik het volume dat NAM voor het gasjaar 2019/2020 uit het Groningenveld moet winnen. Het vaststellingsbesluit wordt genomen op basis van de gewijzigde Mijnbouwwet. Op mijn verzoek zal NAM een voorstel doen voor één of meerdere operationele strategieën. De raming van GTS zal hierin door NAM verwerkt worden. Alle voorgestelde operationele strategieën dienen een dreigings- en risicoanalyse (Hazard and Risk Assessment: HRA) te bevatten. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 5 oktober jl. zal SodM de uitkomsten van deze analyse betrekken in de jaarlijks vast te stellen prioritering van de versterkingsoperatie, zodat opnames risicogericht geprogrammeerd kunnen worden (Kamerstuk 33 529, nr. 527).

In het vaststellingsbesluit leg ik vast welke operationele strategie NAM dient te hanteren. Ik vraag SodM, TNO, Mijnraad en de medeoverheden te adviseren voordat ik in het ontwerp-vaststellingsbesluit een keuze maak voor een operationele strategie. Het ontwerp-vaststellingsbesluit zal ik voor de zomer publiceren en ter inzage leggen.

Voortgang maatregelen afbouw gaswinning

Voor de afbouw van de vraag naar Groningengas zijn verschillende maatregelen in gang gezet. De stand van zaken licht ik hieronder verder toe.

Stikstofinstallatie Zuidbroek

Op verzoek van het kabinet is GTS begonnen met de bouw van de stikstofinstallatie. GTS heeft met instemming van de Minister van Financiën de definitieve investeringsbeslissing genomen voor de bouw van de stikstofinstallatie. Het ontwerp-inpassingsplan en een aantal ontwerp-uitvoeringsbesluiten liggen momenteel ter inzage. Conform de eerdere planning is de installatie naar verwachting operationeel in het voorjaar van 2022.

Additionele inkoop van stikstof

Op 29 maart 2018 had het kabinet ook de extra inkoop van stikstof door GTS op het oog. Zoals aangegeven in mijn brief van 3 december (Kamerstuk 33 529, nr. 536) is GTS inmiddels aanstaande om extra stikstof in te kopen, waarmee de productie uit het Groningenveld verder gereduceerd kan worden. Voor deze maatregel heeft GTS de definitieve investeringsbeslissing genomen. De extra inkoop van stikstof neemt GTS vanaf januari 2020 mee in de definitieve raming. Voor gasjaar 2019/2020 levert dit een volumereductie op van 1,5 tot 2 miljard Nm3.

Ombouw van industriële grootverbruikers

Op 3 december heb ik uw Kamer gemeld dat de verplichte ombouw van de industriële grootverbruikers gericht is op de grootverbruikers die jaarlijks meer dan 100 miljoen Nm3 laagcalorisch gas verbruiken, oftewel de negen grootste afnemers van laagcalorisch gas. Om zekerheid van omschakeling te garanderen bereid ik een wijziging van de Gaswet voor waarbij de grootste verbruikers verplicht worden om af te schakelen van laagcalorisch gas. De planning is om de wetswijziging begin maart 2019 ter consultatie aan te bieden en inwerkingtreding is voorzien per 1 januari 2020.

De overige grootverbruikers worden door de voorziene beschikbaarheid van stikstof beleverd met pseudo-Groningengas. Pseudo-Groningengas is hoogcalorisch gas dat door toevoeging van stikstof omgezet is in laagcalorisch gas. Daarmee leggen ook zij geen beslag meer op het gas vanuit het Groningenveld. Omschakeling van deze groep grootverbruikers naar hoogcalorisch gas heeft dus geen meerwaarde voor de afname van de productie uit het Groningenveld. In mijn brief van 3 december heb ik aangeven dat, afhankelijk van de voortgang van de overige maatregelen, de wettelijke verplichting mogelijk uitgebreid zou kunnen worden voor bedrijven die minder dan 100 miljoen Nm3 per jaar verbruiken. Nu de extra inkoop van stikstof door GTS is meegenomen in de definitieve raming is dit niet langer nodig, omdat het niet bijdraagt aan een snellere afbouw van de winning. De andere grootverbruikers kunnen zich definitief richten op verduurzaming in lijn met de ambities van het Klimaatakkoord.

Afbouw export naar Duitsland, België en Frankrijk

De afbouw van de export naar België en Frankrijk ligt op schema. Op basis van de gesprekken met de netbeheerders in België en Frankrijk gaat GTS uit van een daling van de vraag naar laagcalorisch gas met 10 procent per jaar naar België en Frankrijk.

Het kabinet heeft ook de mogelijkheden tot versnelde afbouw van de export besproken met de Duitse, Franse en Belgische overheden. Naar Duitsland heeft dit geresulteerd in een versnelde afbouw van de export. Voor Duitsland maakt GTS gebruik van de cijfers van de Duitse netbeheerders die in april gepubliceerd worden in hun tussentijds netwerkontwikkelingsplan (USB2019). In deze cijfers zit ook de ombouw van de elektriciteitscentrale nabij Keulen naar een aansluiting op hoogcalorisch gas. Verder neemt GTS vanaf april 2020 de bouw van een mengstation door de Duitse netbeheerder GTG Nord mee in de cijfers. Met dit mengstation kan Groningengas gemengd worden met hoogcalorisch gas, zodat er minder Groningengas nodig is voor de export naar Duitsland. De elektriciteitscentrale en het mengstation zorgen voor de versnelde afbouw van de export naar Duitsland.

Operationeel afbouwplan voor definitieve sluiting van het veld

Voor de nog benodigde inzet van het Groningenveld na ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek werk ik momenteel aan een operationeel afbouwplan. Het afbouwplan is de routekaart richting de definitieve beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld met het oog op de veiligheid. Bij de uitwerking zal de invloed van de afbouw op de seismische dreiging centraal staan. In dit afbouwplan wordt rekening gehouden met het benodigde volume en de benodigde capaciteit voor de leveringszekerheid. Voldoende capaciteit betekent dat er op ieder uur van het jaar voldoende laagcalorisch gas geproduceerd kan worden om aan de vraag te voldoen, dus ook op een zeer koud dagdeel met een hoge piekvraag. Daarnaast moet in het afbouwplan rekening worden gehouden met de operationele uitvoerbaarheid van de winning uit het Groningenveld. Productieclusters op het Groningenveld kunnen bijvoorbeeld niet zomaar aan of uit worden gezet.

In het afbouwplan bekijk ik ook de doeltreffendheid van twee aanvullende maatregelen. Vanaf het moment dat de stikstofinstallatie in Zuidbroek operationeel is, bestaat namelijk de mogelijkheid om gasopslag Norg te vullen met pseudo-Groningengas. Vanaf dat moment zou ook het exportpunt Oude Statenzijl naar Duitsland beleverd kunnen met pseudo-Groningengas. Deze maatregelen zijn nog onzeker en vergen nog uitgebreid onderzoek door NAM en GTS. Zodra meer duidelijkheid is over deze twee maatregelen, kunnen de maatregelen mogelijk bijdragen aan een efficiëntere inzet van stikstofinstallatie in Zuidbroek. Hiermee kan worden bijgedragen een verdere reductie van de gaswinning uit het Groningenveld Ik zal uw Kamer tijdig informeren over de vormgeving van dit operationeel afbouwplan.

Tenslotte zal ik ook invulling geven aan de motie van het lid Sienot en het lid Van der Lee (Kamerstuk 34 957, nr. 52) met betrekking tot het valideren van de cijfers van GTS door een externe partij. De uitkomsten hiervan zal ik al meenemen in het operationeel afbouwplan en zal ik vanaf volgend jaar ook meenemen bij de raming van GTS.

Tot slot

Op 29 maart 2018 heeft het kabinet het besluit genomen om de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn te beëindigen. De raming van GTS toont dat de afbouw van de gaswinning veelbelovend is en mogelijk zelfs sneller gaat dan voorzien op 29 maart 2018. Hiermee wordt de ambitie van het kabinet onderstreept dat er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke beëindiging van de gaswinning. De komende maanden zal het kabinet besluiten over de implicatie van de raming van GTS. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 3 december jl. heeft het kabinet de afspraak gemaakt om eventuele volumeaanpassingen bij de gasbaten eenmaal per jaar budgettair te verwerken. Besluiten van het kabinet om het volume van de gaswinning verder te verlagen moeten worden ingepast onder het uitgavenplafond. Om de veiligheid in Groningen te verbeteren blijf ik inzetten op de verschillende maatregelen om de vraag naar Groningengas zo snel als mogelijk te laten dalen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven