Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2018
Op 26 april 2018 heb ik u de eerste voortgangsrapportage van NAM over de afhandeling
van de oude schademeldingen gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 460). Inmiddels is ook de tweede voortgangsrapportage beschikbaar. U treft dit rapport
als bijlage bij deze brief1.
De tweede voortgangsrapportage maakt duidelijk dat NAM onverminderd hard werkt aan
de afhandeling van de oude schademeldingen. Inmiddels is voor iets meer dan 91% (5.646)
van de openstaande oude schademeldingen een aanbod verstuurd. Eigenaren hebben het
aanbod in 59% van de gevallen (3.306) geaccepteerd. 7% van de eigenaren (392) heeft
het aanbod afgewezen, in 35% van de gevallen (1.948) is nog geen reactie ontvangen.2 De cijfers laten zien dat met de gekozen aanpak inmiddels meer dan de helft van de
schademeldingen is opgelost. Ook maken de cijfers inzichtelijk dat als eigenaren reageren,
het aanbod vooralsnog in 88%van de gevallen wordt geaccepteerd. Ik constateer dan
ook op basis van deze cijfers dat NAM goed gevolg geeft aan de gemaakte afspraken.
Zoals eerder is toegezegd volgen de commissaris van de Koning in Groningen en ik de
verrichtingen van NAM nauwlettend. In dit kader is een onafhankelijk bejegeningsonderzoek
uitgevoerd onder 378 woningeigenaren en 20 medewerkers. U treft dit onderzoek als
bijlage bij deze brief3. Het onderzoek laat zien dat voor de afhandeling een ordentelijk proces wordt gevolgd.
Gesprekken tussen medewerkers en woningeigenaren verlopen overwegend in een redelijk
normale en zakelijke sfeer. In het nawoord schrijven de onderzoekers dat het aanbod
dat is gedaan voor groot deel van de eigenaren redelijk is. Een kleiner deel vindt,
al dan niet op voorspraak van expertisebureaus of aannemers, het aanbod ontoereikend.
Een belangrijk aspect waar het onderzoek op wijst is de frustratie die zich in de
afgelopen jaren heeft opgebouwd en die het proces moeizaam en emotioneel maakt voor
een deel van de betrokkenen. De onderzoekers schrijven dat het cijfer 6 waarmee eigenaren
de bejegening beoordelen, vooral wordt ingegeven door het moeizame communicatieproces
in de afgelopen jaren. Tegelijk lijkt de meerderheid van woningeigenaren en medewerkers
te zeggen dat met het aanbod een stap voorwaarts is gezet, waar een groot deel van
de mensen tevreden over is.
Ik heb NAM ook gevraagd aandacht te besteden aan de negatieve ervaringen die eigenaren
rapporteren en alles in het werk te stellen deze te voorkomen. Daarbij hebben wij
gesproken over vragen die zijn gesteld en kritiek die is geuit door o.a. het Groninger
Gasberaad en de Onafhankelijke Raadsman. NAM heeft aangegeven antwoord te geven via
haar website en advertenties in regionale media. Ook dit zal ik nauwlettend volgen.
De commissaris van de Koning in Groningen en ik constateren op basis van de voortgangsrapportage
van NAM en het bejegeningsrapport dat stappen voorwaarts worden gezet bij de afhandeling
van oude schademeldingen. NAM verwacht ook nog altijd dat op 1 juli 2018 voor alle
oude schademeldingen een aanbod is gedaan. Tegelijk constateer ik ook dat er ook een
groep eigenaren is die het aanbod van NAM afwijst en de schade zal voorleggen aan
de Arbiter Bodembeweging. Op 1 juli 2018 zullen dan ook nog niet alle oude schademeldingen
zijn opgelost. De komende periode zal worden verkend hoe het proces rondom de Arbiter
Bodembeweging kan worden georganiseerd, zodat eigenaren die hier een beroep op doen
zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes