33 529 Gaswinning

Nr. 334 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2017

Het vakblad Cobouw heeft vanaf eind februari zes artikelen gepubliceerd over aardbevingsbestendige nieuwbouw in de provincie Groningen en het wettelijk verankeren van de Nederlandse Praktijk Richtlijn 9998–2015 (NPR) voor aardbevingsbestendige nieuwbouw in het Bouwbesluit1. Naar aanleiding daarvan zijn diverse sets vragen gesteld. Hierbij geef ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een toelichting op de stand van zaken in dit dossier. Parallel stuur ik uw Kamer, eveneens mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de beantwoording van de vragen (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 1646, 1647 en 1648).

Specifiek voor aardbevingsbestendige bouw is de Nederlandse Praktijk Richtlijn 9998–2015 (NPR) ontwikkeld. Het kabinet heeft in december 2015 (Kamerstuk 33 529, nr. 212) de beleidslijn ingezet om de NPR voor nieuwbouw aan te wijzen in de Regeling Bouwbesluit 2012. Waar de publiekrechtelijke verankering van de NPR voor nieuwbouw via het Bouwbesluit goed past bij de verantwoordelijkheid van de overheid om veilige bouw te borgen, heeft dit echter ook een ongewenst bijeffect. Het verankeren van de NPR voor nieuwbouw in de Regeling Bouwbesluit 2012 betekent namelijk dat opdrachtgevers van nieuwbouw op grond van de wet verplicht zijn de NPR toe te passen. Zij moeten dan ook zelf de meerkosten dragen die hieruit voortkomen. Weliswaar is het niet uitgesloten dat opdrachtgevers van nieuwbouw NAM op grond van het aansprakelijkheidsrecht voor de redelijke meerkosten kunnen aanspreken, maar dit is ongewis. Ik wil uitsluiten dat dit tot discussie kan leiden over het vergoeden van de daarmee gepaard gaande meerkosten door NAM. Onduidelijkheid over de vergoeding creëert namelijk een drempel voor nieuwbouw in de regio Groningen. De regio zou hiermee in een nadelige positie worden geplaatst.

Op 6 december 2016 heb ik het effect van het opnemen van de NPR in de Regeling Bouwbesluit 2012 besproken met de betrokken gemeenten en de provincie Groningen. Partijen gaven aan dat de NPR pas wettelijk verankerd zou moeten worden in de bouwregelgeving als voorzien is in de vergoeding van de meerkosten door NAM, gelet op het feit dat het gaat om geïnduceerde bevingen ten gevolge van de gaswinning door NAM.

NAM biedt op dit moment een tijdelijke nieuwbouwregeling aan voor technisch advies en financiële vergoeding van de meerkosten. Vanwege de tijdelijke duur en zorgen in de regio over de reikwijdte en eenduidigheid van de interim-regeling van NAM heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) in 2016 met regionale partijen en NAM gesproken over de herijking van deze nieuwbouwregeling (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 237 en 667). Door de NCG zijn kaders voorgesteld voor de herijking van de nieuwbouwregeling, zodat de redelijke meerkosten ook de komende twee jaar vergoed blijven worden door NAM. In dit voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie in het kerngebied (binnen de 0,1g PGA contour2), waar NAM de redelijke meerkosten vergoedt, en de situatie aan de rand van het gebied (tussen de 0,1g en 0,04g PGA contour), waar als uitgangspunt geldt dat achteraf wordt versterkt aan de hand van de versterkingsprioritering van de NCG. Als de opdrachtgevers wensen dat gebouwen bij uitzondering aardbevingsbestendig worden gemaakt ten tijde van de bouw, kan ook aan de rand van het gebied een beroep worden gedaan op de nieuwbouwregeling. Voorwaarde is wel dat sprake is van een integraal ontwerp; al voor het ontwerpproces (in het programma van eisen) dienen de uitgangspunten zoals beschreven in de NPR 9998-2015 meegenomen te worden.

Aan het onderscheid tussen het kerngebied en de rand van het gebied ligt een veiligheids- en prioriteringsafweging ten grondslag. Aangezien de maximale grondversnelling (PGA) afneemt naarmate de afstand tot het kerngebied toeneemt, nemen ook de benodigde constructieve maatregelen aan de rand van het gebied af. Bij de versterkingsopgave voor bestaande bouw kent de NCG daarom een hogere prioriteit toe aan het kerngebied. Verder speelt mee dat het uitvoeren van de nieuwbouwregeling aan de rand van het gebied invloed heeft op de schaars beschikbare constructeurs die ook voor de versterkingsopgave in het kerngebied worden ingezet.

In het genoemde bestuurlijk overleg is door gemeenten, provincie en Rijk uitgesproken dat er draagvlak is voor dit voorstel, ook bij het toekomstig aanwijzen van de NPR in bouwregelgeving. Dit voorstel is dan ook opgenomen in het Meerjarenprogramma 2017–2021 (MJP), waar alle betrokken overheden mee hebben ingestemd (Kamerstuk 33 529, nr. 321).

Opname van de NPR in de bouwregelgeving staat op dit moment op gespannen voet met de afspraken in het meerjarenprogramma. Ten eerste zijn er op dit moment geen langjarige afspraken voor de vergoeding van de meerkosten. Ten tweede is de reikwijdte van de NPR niet beperkt tot de 0,1g PGA contour, terwijl de afspraak is om buiten die contour, voor zover nodig, achteraf te versterken. Ik streef ernaar om de NPR wel snel op te nemen in de bouwregelgeving. Het is immers van belang dat bij nieuwbouw maatregelen ten behoeve van de aardbevingsbestendigheid worden toegepast. Tegelijkertijd dient te worden voorkomen dat de kans op aardbevingen leidt tot een stagnatie in het aantal nieuwbouwprojecten. Om zo spoedig mogelijk te komen tot een langetermijnoplossing voor de vergoeding van de meerkosten verken ik de mogelijkheden van regelgeving om te zorgen dat de redelijke meerkosten voor rekening blijven komen van NAM. De NPR zal worden aangewezen in de bouwregelgeving, zodra hierover duidelijkheid bestaat. De uitkomst van de verkenning wordt voor eind 2017 verwacht.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven