Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2016
Op 12 oktober 2016 hebben de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de waterschappen
Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s samenwerkingsafspraken ondertekend inzake complexe
schadegevallen. Hierbij informeer ik uw Kamer over deze afspraken (bijgevoegd)1, waarmee een belangrijke stap is gezet in het streven om de reikwijdte van de arbitrage
door de Arbiter Aardbevingsschade te verbreden naar de aansprakelijkheid van andere
partijen dan alleen NAM, zoals uiteengezet in het addendum bij de samenwerkingsafspraken
EZ-NCG-NAM van 8 maart 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 248). Daarmee geef ik tevens invulling aan de motie Jan Vos en Van Veldhoven over dit
onderwerp (Kamerstuk 33 529, nr. 273).
De afspraken zien op een gestroomlijnde uitwisseling van informatie tussen de NCG
en de waterschappen met betrekking tot complexe schadegevallen waarbij zowel schade
door geïnduceerde aardbevingen als schade door de uitvoering van een peilbesluit door
het waterschap wordt vermoed. Daarnaast verbinden deze waterschappen zich in beginsel
aan de uitspraken van de Arbiter Aardbevingsschade in zaken waarin een peilbesluit
als medeoorzaak van de schade wordt vermoed.
Met deze afspraken wordt een bijdrage geleverd aan het verder ontzorgen van bewoners
met schade in het gaswinningsgebied. De casemanagers van de NCG voor complexe schadegevallen
worden in staat gesteld het waterschap direct te betrekken bij hun bemiddeling, zonder
dat de bewoner een separate schadeprocedure hoeft te starten. Daarnaast worden de
arbiters in staat gesteld hun arbitrage, waar van toepassing, te verbreden naar de
mogelijke aansprakelijkheid van de waterschappen.
De NCG wordt op deze manier verder in staat gesteld om te fungeren als «één loket»
voor burgers en bedrijven in de provincie Groningen die te maken hebben met schade
als gevolg van beweging van de bodem, zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van
24 juni 2016 over een landelijk loket mijnbouwschade (Kamerstuk 32 849, nr. 79).
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp