33 472 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de versterking van de kwaliteitswaarborgen voor het hoger onderwijs alsmede tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de introductie van een aanwijzingsbevoegdheid voor de minister (Wet versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2013

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister van Economische Zaken, een tweede nota van wijziging inzake het bovengenoemde voorstel (Kamerstuk 33 472, nr. 14). Het gaat om de invoering voor het hoger onderwijs van het basisregister onderwijs en om een bepaling over het verschaffen van persoonsgebonden bekostigingsinformatie, zowel voor het hoger onderwijs als voor de andere onderwijssectoren. Het CBP heeft over de nota van wijziging advies uitgebracht en ziet geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Ik maak van de gelegenheid gebruik u aan te kondigen dat ik u zo mogelijk nog voor de procedurevergadering van de vaste commissie voor OCW van 19 september een derde nota van wijziging zal doen toekomen die onder meer betrekking heeft op het voornemen de aanwijzingsbevoegdheid voor de minister van OCW te verbreden. In uw Kamer is hier eerder over gesproken. Zoals bekend is over die nota van wijziging advies gevraagd van de Afdeling advisering van de Raad van State. Ik heb het advies op 4 september ontvangen. Ik zal u dat advies toezenden samen met het daarbij op te stellen nader rapport.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven