33 400 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2013

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2013

Hiermee reageer ik, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, op de brief d.d. 22 maart 2013 van de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst. De commissie verzocht om een reactie op de uitspraken van prof. dr. Hans de Jonge, de ex-voorzitter van de Kantorentop, dat partijen, die beloofden de grote leegstand in tien jaar flink te verminderen, zich niet aan de afspraken houden en dat het Convenant daarom nu al feitelijk mislukt is.

In reactie hierop kan ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, meedelen dat de heer De Jonge in het nieuwscafé van Business Nieuws Radio en Financieel Dagblad op persoonlijke titel heeft gesproken. De heer De Jonge heeft overigens niet letterlijk gezegd dat het Convenant nu al feitelijk mislukt is. Hij heeft aangegeven dat: «de totstandkoming van het convenant «winst» is, in de zin dat niemand had verwacht dat dit zou lukken en dat het er nu op aan komt het convenant ook daadwerkelijk uit te voeren. Dat dit vergt dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen en nakomen wat ze hebben beloofd. Er gebeurt nu nog te weinig. Het wordt een mislukking als we twee jaar zo doorgaan.»

Met deze uitspraken heeft de heer De Jonge mijns inziens de urgentie van een en ander nog eens benadrukt. Ik heb vertrouwen in de betrokken partijen, aangezien we 1 februari jongstleden een geslaagde kantorentopbijeenkomst hadden en betrokken partijen hebben bevestigd dat ze zich zullen blijven inspannen om de afgesproken acties te realiseren. In het najaar zal het ministerie van I&M een vervolgoverleg Kantorenleegstand organiseren met betrokken partijen.

De minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven