Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2013
Met deze brief ga ik in op het verzoek van uw commissie inzake het tijdschema van
de toezending van informatie over de gevolgen van het Sociaal Akkoord en de pakketvergelijking
van de arbeidsvoorwaarden van Defensie en rijksambtenaren.
Sociaal akkoord
In mijn brief van 29 april 2013 (Kamerstuk, 33 400 X, nr. 77) heb ik u laten weten dat ik u nog niet kan informeren over de exacte gevolgen van
het Sociaal Akkoord voor de sector Defensie. De redenen die ik in mijn brief aanvoerde,
zijn nog steeds geldig. Een belangrijk deel van het Sociaal Akkoord zal worden uitgewerkt
in wetgeving, bijvoorbeeld de hervorming van de Werkloosheidswet (WW). Op de gebruikelijke
wijze zal de Kamer bij deze wetgeving worden betrokken en hierover worden geïnformeerd.
Daarnaast wordt een aantal onderwerpen in de diverse arbeidsvoorwaardensectoren voor
overheids- en onderwijspersoneel uitgewerkt. Een voorbeeld hiervan is de doorwerking
in de bestaande bovenwettelijke WW-regelingen voor overheidspersoneel van de aanpassing
van de WW. De pensioenaanspraken worden voor alle sectoren gezamenlijk bovensectoraal
uitgewerkt in de Raad voor Overheidspersoneelsbeleid. In samenspraak met de centrales
van overheidspersoneel wordt bepaald op welke moment dit overleg en deze onderhandelingen
zullen worden gestart. Uiteraard spelen eerder aangekondigde termijnen daarbij een
rol.
Pakketvergelijking
Met mijn brief van 7 maart jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 65) heb ik u geïnformeerd over de hervatting van het overleg met de centrales van overheidspersoneel
in de sector Defensie en over het feit dat ik met de centrales zal spreken over de
zogenoemde pakketvergelijking. In het algemeen overleg Personeel van 16 april jl.
heb ik u gemeld dat als eerste stap wordt gewerkt aan de beschrijving van de bijzondere
positie van de militair en dat over de vervolgstappen nog wordt overlegd. Omdat het
een complex onderwerp betreft, heb ik u ook medegedeeld dat ik met een open houding
over deze vervolgstappen met de centrales wil spreken waarbij nut, noodzaak, reikwijdte
en diepgang van de pakketvergelijking onderwerp van gesprek kunnen zijn.
Inmiddels is de beschrijving van de bijzondere positie van de militair ter hand genomen.
Ik beschouw dit als de kern van de pakketvergelijking. De bijzondere positie vormt
immers de belangrijkste reden voor de afwijkende (im-)materiële rechtspositie van
militairen. Zodra deze eerste stap is voltooid, zal ik u hierover en over eventuele
vervolgstappen informeren.
De minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert