33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2013

D BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2013

Op 11 oktober 2011 heeft in uw Kamer de plenaire behandeling plaatsgevonden van het voorstel van wet houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart1. Tijdens de behandeling heeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een tweetal toezeggingen gedaan:

  • Het wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet, dat tevens moet voorzien in een meer definitieve regeling van het heffen van rechten voor de identiteitskaart, in de eerste helft van 2012 bij de Tweede Kamer wordt ingediend;

  • De afschaffing van de afname van vingerafdrukken ten behoeve van de identiteitskaart wordt meegenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet, dat in de eerste helft van 2012 wordt ingediend.

Beide onderwerpen maken deel uit van het wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart. Het wetsvoorstel is op 13 oktober 2012 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten aangeboden2.

Tijdens de plenaire vergadering inzake de evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens op 17 mei 2011 is door de minister toegezegd uw Kamer per brief te informeren over de opslag danwel vernietiging van vingerafdrukken die door de burger zijn afgegeven ter verkrijging van een paspoort3.

In de Paspoortuitvoeringsregelingen is bepaald4 dat de in de reisdocumentenadministratie opgenomen gegevens worden bewaard gedurende elf jaren na de datum van verstrekking van het betreffende reisdocument. Per 23 juni 2011 zijn die regelingen in die zin gewijzigd dat de vingerafdrukken in tegenstelling tot de andere aanvraaggegevens niet 11 jaar worden bewaard maar slechts in het Reisdocumenten Aanvraag- en Archiefstation worden opgeslagen tot het moment dat de uitreiking van het reisdocument daarin is geregistreerd 5. Tot het moment van inwerkingtreding van die wijziging was de bewaartermijn van de in de reisdocumentenadministratie opgenomen vingerafdrukken 11 jaar. Verwezen wordt naar de brief van 19 mei 20116.

In alle decentrale reisdocumentenadministraties van de gemeenten is de programmatuur aangepast zodat de vingerafdrukken uit de database worden verwijderd. De installatie van de programmatuur om de overige aanvraaggegevens te verwijderen waarvan de bewaartermijn van 11 jaar verstreken is, is nagenoeg afgerond. Slechts bij enkele uitgevende instanties moet dat nog plaatsvinden.

De servers waar de decentrale reisdocumentenadministraties op draaien worden in 2013 vervangen. Ook in 2007 zijn de servers vervangen na 6 jaar in gebruik te zijn geweest. Zouden er restsporen zijn achtergebleven na de verwijdering van de aanvraaggegevens uit de database, dan zullen die verdwijnen bij de vervanging van de servers.

De vervanging van de servers in 2013 vormt daarmee het sluitstuk van het traject voor de verwijdering van de aanvraaggegevens waarvan de bewaartermijn is verstreken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Handelingen I 2011–2012, nr. 3.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2012–2013, 33 440 (R1990), nr. 1.

X Noot
3

Handelingen I, 2010–2011, nr. 27.

X Noot
4

Artikel 72, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en artikel 82, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001.

X Noot
5

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 juni 2011, nr. CZW/WBI 2011–2000223491, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 in verband met het wijzigen van de bewaartermijn van vingerafdrukken in de reisdocumentenadministratie (Stcr. 2011, 11123).

X Noot
6

Kamerstukken II 2010–2011, 25 764, nr. 48.

Naar boven