33 400 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2013

Nr. 134 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 juni 2013

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij zeven fracties de behoefte de minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen inzake het «Beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015» (Kamerstuk 33 400 V, nr. 116).

De minister heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van 31 mei 2013. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de bewindspersonen zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

I Inbreng van de commissie

Inbreng van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het Beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015. In het beleidskader wordt zowel gesproken over de Noordpool als over Antarctica. Dit keer wordt voor het eerst meer aandacht besteed aan de Noordpool. Dat is een goede zaak. Zoals het beleidskader ook stelt, spelen er geopolitieke belangen op het bied van energie, visserij en scheepvaart in het gebied. Het is terecht dat gesteld wordt dat Nederland als top-20 economie in de wereld betrokken dient te zijn bij de Poolgebieden. Deze leden hebben nog enkele vragen over de wijze waarop Nederland betrokken is.

Het Arctische gebied wordt steeds toegankelijker, een trend die zich naar verwachting de komende decennia zal doorzetten en een nieuw strategisch geopolitiek vraagstuk zal blootleggen. Het Noordpoolgebied herbergt enorme mogelijkheden. Niet alleen bevinden zich op- en onder Arctica gas- en oliebronnen die naar schatting 22% van de totale onontdekte koolwaterstofreserves in de wereld behelzen, ook ontstaan er door de uitdijende noordelijke zeeën nieuwe vaarroutes die Europa en Azië op een nieuwe manier verbinden. De droom van een «noordelijke handelsroute» van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerk wordt dan bewaarheid! De reisafstanden en -tijden voor de koopvaardij nemen aanzienlijk af, waardoor de overall transportkosten navenant gereduceerd kunnen worden.

De belangen zijn groot. Terwijl de zogenaamde «Arctic Five» – de Verenigde Staten, Canada, Noorwegen, Denemarken en Rusland – zich al geruime tijd met dit vraagstuk bezighouden en in sommige gevallen zelfs al in onderhandelingen verwikkeld zijn (Noorwegen en Rusland met name: verdrag gesloten in 2010), beginnen ook niet-Arctische energie-afhankelijke grootmachten zich te roeren. China, Japan (denk aan LNG-carriers) en Zuid-Korea doen bijvoorbeeld hun uiterste best om toegang te verkrijgen in de Arctische regio en willen niet gemarginaliseerd worden in het debat over de toekomst van de Noordpool. Internationale samenwerking met betrekking tot het Arctische gebied ligt voor de hand, zodat gewapende conflicten in de toekomst vermeden kunnen worden. Bovendien kunnen bij het winnen van olie en gas de enorme technische uitdagingen en hoge kosten in multilateraal verband beter het hoofd geboden worden.

Nederland heeft van oudsher een sterke band met deze regio en hoewel de tijden van Willem Barentsz lang vervlogen zijn, liggen er voor ons wel degelijk grote belangen, niet in de laatste plaats vanwege de nieuwe handelsroutes. De leden van de VVD-fractie willen graag dat de Nederlandse regering, in EU-verband en/of unilateraal, zich actief gaat inzetten om de Nederlandse en Europese strategische positie te waarborgen. Samenwerking met Noorwegen ligt daarbij voor de hand.

Gesteld wordt dat Nederland niet streeft naar een allesomvattende verdragsregeling met betrekking tot het Arctische gebied, naar voorbeeld van het Antarctica-verdrag waar Nederland ook deelgenoot van is. Kan de regering toelichten waarom dit niet het streven is. Wat zijn de mogelijke nadelen van een dergelijk allesomvattend verdrag?

Nederland streeft naar een status van waarnemer voor de EU bij de Arctische Raad. Nederland heeft zelf ook een waarnemersrol. Kan de regering verder toelichten waarom het gewenst is dat de EU een waarnemersrol krijgt? Ziet de regering ook mogelijkheden om bilateraal samen te werken met bijvoorbeeld Denemarken en Noorwegen met betrekking tot het Arctisch gebied?

Nederland voorziet een groei in de exploitatie van fossiele brandstoffen in het Arctische gebied. In de notitie wordt vervolgens aandacht besteed aan de milieuaspecten die hierbij een rol spelen. Kan de regering ook verder ingaan op de rol die Nederland bedrijven mogelijk kunnen spelen bij de winning van fossiele brandstoffen in het Arctische gebied? Op welke wijze stimuleert de Nederlandse regering de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de winning van grondstoffen? Graag een reactie van de regering hierop.

Nederland erkent geen enkele territoriale claim ten aanzien van Antarctica. Kan de regering toelichten wat het standpunt is van de Nederlandse regering met betrekking tot territoriale claims op het Arctische gebied?

Nederland is tegen de delfstofwinning op Antarctica. Waarom is de regering hier tegen? Waarom is de regering bijvoorbeeld wel voorstander van de winning van delfstoffen in het Arctische gebied? Graag een reactie van de regering.

Inbreng van de fractie van de PvdA

De leden van de fractie van de PvdA hebben met instemming kennisgenomen van het beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015. Deze leden zijn blij met de brede blik waarmee er naar de poolgebieden en de toekomst daarvan wordt gekeken. Op basis van het beleidskader zijn er toch nog vragen bij de leden van de PvdA-fractie.

De leden van de van de PvdA-fractie vragen op welke wijze de regering denkt invulling te geven aan de internationale beheersstructuur om zo te komen tot een betere bescherming van het Arctische milieu? Op welke termijn en hoe gaat Nederland daar invulling aan geven? Waarom streeft de Nederlandse regering vooralsnog niet naar een alomvattende verdragsregeling voor het Noordpoolgebied naar het model van het Antarcticaverdrag? Hoe effectief is de samenwerking in de Arctische Raad voor het overeenkomen van afspraken voor een duurzaam beheer van het Noordpoolgebied? Welke mogelijkheden zijn er voor Nederland, als waarnemer bij de Arctische Raad, om een aanvullende bijdrage te leveren om te komen tot meer internationale afspraken voor duurzaam beheer van het Arctisch gebied? Wanneer is de geïntegreerde lange-termijn visie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied gereed en hoe zal de Kamer bij de totstandkoming van deze visie worden betrokken?

De leden van de PvdA-fractie willen graag weten of de regering meer concreet kan aangeven of toekomstige economische activiteiten, zoals delfstoffenwinning en scheepvaart, de bescherming van het Noordpoolgebied niet zullen te veel zullen belemmeren? Hoe zorgt Nederland ervoor dat in ieder geval haar eigen economische activiteiten of samenwerking in het Noordpoolgebied voldoen aan de door Nederland gewenste stringente milieu en veiligheidsnormen, zonder dat we onze economische concurrentiepositie verliezen? Is een moratorium, zoals dat ook in Antarctica van kracht is, op bepaalde activiteiten in het noordpoolgebied gewenst? Zo ja, is er enig zicht op de haalbaarheid daarvan?

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de Nederlandse regering de geopolitieke spanning beziet die kan ontstaan door de toegang tot nieuwe olie- en gasreserves en de ontsluiting van nieuwe handelsroutes? Op welke termijn kan de Kamer een meer uitgewerkte visie van de Nederlandse regering op de buitenlands- en veiligheidspolitieke implicaties van de ontwikkelingen in het Noordpoolgebied tegemoet zien? Kan de regering toelichten op welke wijze de geopolitieke betekenis van het hoge noorden binnen de NAVO tot uiting komt? Wat is de inzet van de Nederlandse regering met betrekking tot de rol van de NAVO in het noordpoolgebied? Wanneer is er overleg geweest binnen de NAVO Defensie ministeriële over de veiligheidssituatie binnen de Poolgebieden? Zal Nederland dit zelf agenderen?

De leden van de PvdA-fractie willen graag weten wat de regering bedoelt met het streven naar de ontwikkeling van een geïntegreerde lange-termijn visie inzake Antarctisch toerisme? Wie zou deze visie moeten ontwikkelen, wat is daarvoor de termijn en hoe draagt Nederland hieraan bij? Welke maatregelen zijn nodig om de gevolgen van toerisme voor Antarctica als reservaat voor natuur en vrede te beperken?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan aangeven hoe de samenhang en synergie tussen het wetenschap en beleid gestuurd onderzoek wordt vormgegeven? Is er binnen het Polaire Programma mogelijkheid om meer ruimte te maken voor onderzoek gerelateerd aan mens en economie, denk daarbij bijvoorbeeld aan de relatie tussen toerisme en milieu? Zo ja, acht de regering dit wenselijk? Wat is de visie van de regering op Nederlandse onderzoeksfaciliteiten op Antarctica? Is het plaatsen van de Nederlandse onderzoekslaboratoria een eerste stap naar een Nederlands onderzoeksstation? Is het Nederlandse beleid om substantieel wetenschappelijk onderzoek uit te voeren zonder eigen infrastructuur op Antarctica op de lange termijn houdbaar?

Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie zich af wanneer er een beleidskader voor de periode na 2015 verwacht mag worden?

Inbreng van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van het beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015. Door het smelten van het poolijs ontstaan er volgens het beleidskader toegenomen mogelijkheden voor economische activiteiten. De regering geeft aan dat ze zich terughoudend zal opstellen ten aanzien van de exploitatie van olie en gas. Tegelijkertijd onderkent de regering wel de economische kansen. De regering wil de samenwerking met vooral Noorwegen en de Russische Federatie ten behoeve van de exploitatie van olie en gas in het Noordpoolgebied versterken. Deze leden vragen zich af waarom de regering aangeeft zich terughoudend op te willen stellen ten aanzien van de exploitatie van olie en gas, als die exploitatie aan geldende milieu en veiligheidsnormen voldoet? Hoe verhoudt de Nederlandse terughoudendheid zich tot samenwerking met de Russische Federatie, die allesbehalve terughoudend is, en tot een gelijk level playing field?

De regering pleit voor beter internationale regulering ten aanzien van de milieu en veiligheidsnormen. Welke internationale afspraken behoeven aanvulling, op welke termijn, en hoe gaat de regering voorkomen dat Nederland als het braafste jongetje van de klas zich weg laat concurreren door andere landen, die zich minder gelegen laten liggen aan de bescherming van het Noordpoolgebied?

Wanneer is de lange-termijn visie op de Nederlandse rol in het noordpoolgebied gereed en hoe zal de Kamer bij de totstandkoming van deze visie worden betrokken? Op welke termijn kan de Kamer voorts een meer uitgewerkte visie van de regering op de buitenlands- en veiligheidspolitieke implicaties van de ontwikkelingen in het Noordpoolgebied tegemoet zien?

Op welke wijze komt het hernieuwd bewustzijn van de geopolitieke betekenis van het hoge noorden binnen de NAVO tot uitdrukking? Wat is de inzet van de regering m.b.t. de rol van de NAVO in het Noordpoolgebied?

De leden van de PVV-fractie betreuren het dat Nederland geen steun zal verlenen aan voorstellen gericht op het toestaan van activiteiten met betrekking tot delfstoffenwinning of permanente toeristische infrastructuur. Is de regering bereid met een open blik te kijken naar veilige manieren om delfstoffen te winnen? Wat de leden van de PVV-fractie betreft moet er geen hek om de natuur gezet worden. De mens mag genieten van de natuur. Deze leden geloven dat de toeristische branche primair zelf verantwoord toerisme dient te reguleren. Graag vernemen deze leden waarom de regering zich hiertegen verzet.

Inbreng van de fractie van de SP

Vooral in de laatste jaren is het Noordpoolgebied sterk in de politieke en economische belangstelling gekomen. Daarom wordt in het huidige Beleidskader voor het eerst meer aandacht aan het Noordpool- dan aan het Zuidpoolgebied geschonken. De leden van de SP-fractie begrijpen de toegenomen aandacht voor het Noordpoolgebied en zijn verheugd met het gegeven dat het huidige kader de poolgebieden in een veel breder perspectief plaatsen dan tot nu toe het geval was. Maar deze leden hebben wel grote zorgen over een aantal ontwikkelingen in het Noordpoolgebied.

De leden van de SP-fractie vrezen dat de verschillende, deels overlappende claims van de Arctische landen op delen van het Noordpoolgebied en andere geschillen in de regio kunnen leiden tot conflicten, al dan niet van militaire aard. Dit omdat een duidelijk juridisch kader om dergelijke conflicten op te lossen afwezig lijkt. In het Beleidskader staat dat er geen alomvattende verdragsregeling voor het Noordpoolgebied bestaat, maar dat er sprake is van een lappendeken van mondiale, regionale en bilaterale overeenkomsten en verklaringen op diverse inhoudelijke deelterreinen, waarbij lang niet altijd alle Arctische staten betrokken zijn. Verder staat er dat juridische versnippering tot inhoudelijke en geografische lacunes in de beheers- en bestuursstructuur van het gebied leidt. Ook geldt dat niet alle Arctische staten bij de diverse voor het Arctische gebied belangrijke verdragen zijn aangesloten. En alhoewel de spelregels voor de verdeling van rechtsmacht in de Arctische oceaan vastliggen, zijn de maritieme afbakeningen nog slechts in een beperkt aantal gevallen vastgesteld. Bovendien speelt er nog een grensgeschil met betrekking tot Hans Island.

De Russische vlag die op 2 augustus 2007 door een onderzoeksduikboot op de zeebodem van de Arctische oceaan werd geplant en de felle reacties van andere landen hierop, maken voor de leden van de SP-fractie duidelijk dat haast geboden is met het creëren van een duidelijk mechanisme om de bestaande geschillen op te lossen. Deelt de regering deze urgentie? In het Beleidskader staat dat Nederland vooralsnog niet streeft naar een alomvattende verdragsregeling voor het Arctische gebied naar het model van het Antarcticaverdrag. Kan worden aangegeven waarom dit vooralsnog het geval is? Onder welke omstandigheden zal Nederland wel naar een alomvattende verdragsregeling voor het Arctische gebied streven? En zou een alomvattende verdragsregeling niet spanningen die nu bestaan kunnen wegnemen?

Kan de regering ook aangeven in hoeverre de 55 submissies die op dit moment bij de Commission on the Limits of the Continental Shelf (CLCS) van de VN liggen overlappende claims betreffen? In hoeveel gevallen worden gebieden in het Noordpoolgebied door één of meer Arctische staten geclaimd?

Kan de regering verder aangeven op welke wijze concreet invulling wordt geven aan haar inzet voor een meer omvattende internationale beheersstructuur voor het Noordpoolgebied? Welke internationale afspraken behoeven aanvulling, op welke termijn en hoe gaat Nederland zich daarvoor inzetten?

Over de veiligheid staat in het Beleidskader dat de sfeer van confrontatie die er in het hoge noorden bestond ten tijde van de Koude oorlog, voorbij is en er sinds begin jaren »90 sprake is van een geheel nieuwe en stabiele veiligheidsomgeving. De leden van de SP-fractie zetten hier vraagtekens bij. Tegelijk wordt er in het Beleidskader immers ook op gewezen dat met name in het nieuwe Russische en Canadese Arctische beleid een versterkte zichtbaarheid en uitoefening van territoriale soevereiniteit als een prioriteit wordt aangemerkt. Beide landen hebben hun militaire capaciteiten in het gebied versterkt. De militaire presentie wordt weer opgevoerd en deze nieuwe assertiviteit kan leiden tot onbegrip en spanningen, staat in het Beleidskader. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat maatregelen nodig zijn zodat het toegenomen belang van het Noordpoolgebied in de nabije toekomst niet zal leiden tot militaire conflicten. Demilitarisering is bij uitstek het middel tegen escalatie. Zou Nederland niet moeten streven naar een verdrag waarin de verwijdering van bestaande militaire installaties in het gebied, en inperking dan wel afschaffing van militaire activiteiten wordt geregeld? Is de regering bereid om, net als voor het Zuidpoolgebied geldt, in het Noordpoolbeleid in te zetten op demilitarisering? Indien neen, waarom niet?

In het Beleidskader stelt de regering verder dat het hoge noorden van blijvende strategische betekenis is voor de NAVO en dat de NAVO daar legitieme veiligheidsbelangen heeft. Kan verduidelijkt worden wat precies deze veiligheidsbelangen zijn? Welke rol ziet Nederland precies voor de NAVO in het Noordpoolgebied? Is er sprake van permanente militaire activiteiten in het Noordpoolgebied, bijvoorbeeld in verband met het raketschild, of strategische radarinstallaties? Hoe vaak wordt er door met intercontinentale bewapende raketten onderzeeërs onder het noordpoolijs geoefend?

De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat de bescherming van de rechten van inheemse volkeren – en dus ook de Arctische volkeren – een integraal onderdeel van het Nederlandse mensenrechtenbeleid vormt en dat daar waar in een Arctisch land de mensenrechtensituatie van deze volkeren niet voldoet aan de internationale normen, Nederland multilaterale initiatieven tot actie zal ondersteunen en waar opportuun ook bilateraal de positie van deze volkeren aan de orde zal stellen. Kan de regering aangeven in hoeverre zij van mening is dat de mensenrechtensituatie van de verschillende inheemse volkeren in de Arctische landen op dit moment voldoet aan de internationale normen, welke multilaterale initiatieven op dit moment worden gesteund en of de positie van deze volkeren bilateraal al eens aan de orde is gesteld?

Verder is het Noordpoolgebied een belangrijke bron van fossiele brandstoffen geworden en wordt naarmate de schaarse van deze grondstoffen wereldwijd toeneemt het belang van de regio hiervoor in de toekomst alleen maar groter. Dit heeft grote, negatieve gevolgen voor het milieu. De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat voor Nederland het tegengaan van klimaatverandering een belangrijke prioriteit is, maar concluderen ook dat grondstofwinning in het Noordpoolgebied hier regelrecht tegenin gaat. Deelt de regering deze conclusie? Hoe wordt tegengegaan dat het winnen van grondstoffen in de regio bijdraagt aan verdere klimaatverandering? Kan meer concreet aangeven worden hoe het in het Beleidskader omschreven optimale evenwicht tussen de bescherming van het Noordpoolgebied en de bevordering van economische activiteiten in dit gebied eruit zou moeten zien? En hoe zorgt Nederland ervoor dat in ieder geval haar eigen economische activiteiten of samenwerking in het Noordpoolgebied voldoen aan de door Nederland gewenste stringente milieu en veiligheidsnormen? Wat betekent dit concreet als het gaat om activiteiten van Nederlandse bedrijven zoals Shell in die gebieden? Ziet de regering ook kansen voor onze industrie in het schoonmaken van die gebieden, waaronder van nucleair afval?

Inbreng van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende beleidskader. Deze leden delen de opvatting dat Nederland een eigen visie dient te blijven ontwikkelen gezien de internationale politieke en economische ontwikkelingen ten aanzien van zowel de Noord- als Zuidpool. Genoemde leden hebben een aantal vragen.

In het beleidskader geeft de regering aan dat zij aanvullende afspraken wil maken op het gebied van onder andere visserij en delfstofwinning. Kan de regering aangeven welke afspraken zij concreet voor ogen heeft? Daarnaast geeft de regering aan dat zij voorziet dat delfstoffenwinning in het hoge noorden toe zal nemen en dat zij zich zal inspannen voor het stellen van strenge voorwaarden. Welke rol ziet de Nederlandse regering voor zichzelf om de verschillende opvattingen van betrokken landen dichter bij elkaar te brengen? Hoe zal deze rol worden vertaald naar de lange-termijn visie op de Nederlandse rol in het gebied? Op welk moment zal deze visie met de Kamer worden gedeeld? Graag een reactie.

De regering pleit in het beleidskader voor een strenge milieu en veiligheidsnormen ten aanzien van exploratie van het Noordpoolgebied. Mede in het ligt van het Nederlandse beleid ten aanzien van de Global Public Goods kiest Nederland voor deze inzet. De leden van de CDA-fractie zien grote toegevoegde waarde in een coherent beleid ten aanzien van dit onderwerp. Onduidelijk blijft in dit kader echter hoe de inzet uit het beleidskader aansluit bij het bredere beleid op dit gebied. Kan de regering aangeven op welke manier dit beleid aansluit bij de gekozen inzet op de Global Public Goods? En welke aansluiting is er bij het Europese beleid wat Nederland als uitgangspunt heeft gekozen?

Daartegenover staan de economische kansen die het gebied biedt nu poolijs smelt. Hoe zorgt de Nederlandse regering er voor dat deze kansen ook daadwerkelijk worden benut en dat Nederlandse kennis op gebied van water en scheepvaart kan worden ingezet ter duurzame exploratie van het gebied? Welke concrete stappen zet de regering om, naast inzet op meer regels, duurzame exploratie mogelijk te maken door gebruik te maken van Nederlandse kennis en kunde?

Ten aanzien van Antarctica steunt de regering ontwikkeling van duurzaam toerisme en zelfregulering van de toerismebranche. Kan de regering aangeven in hoeverre deze inzet overeenkomt met de wens de ongerepte natuur van Antarctica te behouden en bij te dragen aan een lange termijnvisie voor toerisme op het continent? Welke inzet kiest de regering? Graag een reactie.

Inbreng van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van het Beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015.

De leden van de fractie van D66 vernemen graag wanneer de lange-termijn visie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied, waarover in het Beleidskader gesproken wordt, gereed is. Worden er andere partijen, zoals het maatschappelijk middenveld, wetenschappelijke instanties en de Kamer betrokken bij de totstandkoming van deze visie? In het Beleidskader komt naar voren dat de regering wil inzetten op het aanvullen van bestaande internationale afspraken voor een meer omvattende internationale beheersstructuur voor het noordpoolgebied om een betere bescherming van het Arctisch milieu te garanderen. Op welke wijze gaat de regering concreet invulling geven aan haar inzet voor deze meer omvattende internationale beheerstructuur voor het Noordpoolgebied? Welke internationale afspraken behoeven aanvulling en op welke termijn en in welke vorm gaat Nederland zich daarvoor inzetten? Welke rol ziet het kabinet weggelegd in deze meer omvattende internationale beheersstructuur voor de Arctische Raad? En welke rol is er voor de Europese Unie en de NAVO met het oog op buitenlandbeleid en de verschuivende geopolitiek verhoudingen in het Noordpoolgebied?

De leden van de fractie van D66 erkennen de opkomende strategische belangen van het Noordpoolgebied. «Economische belangen voor Nederland en de Europese Unie in het Noordpoolgebied tekenen zich af», valt te lezen in het Beleidskader. Deze leden vragen zich af hoe de regering haar belangen in gaat vullen in het Noordpoolgebied. Hoe vindt zij de balans tussen milieubescherming enerzijds en economische belangen anderzijds? Is de regering bereid in de internationale arena voor een moratorium te pleiten voor de winning van delfstoffen zoals olie en gas op het noordpoolgebied totdat onafhankelijk is onderzocht wat de risico’s zijn van eventuele olieboringen in het betreffende gebied, en totdat zeker is dat eventuele lekkages van olie opgeruimd kunnen worden? Gaat de regering het Nederlandse bedrijfsleven in het Noordpoolgebied faciliteren ten behoeve van olie- en gasproductie via Project Delta Group? Hoe gaat Nederland ervoor zorgen dat in ieder geval de economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in de olie en gassector voldoen aan de door Nederland en de Europese Unie gehanteerde milieu en veiligheidsnormen?

De leden van de fractie van D66 zijn bezorgd over de bescherming van het milieu in het Arctisch gebied en het klimaat in zijn algemeenheid. Antarctica is als toeristische bestemming aan populariteit aan het winnen, maar deze leden onderstrepen dat dit schadelijke gevolgen heeft. De leden van de fractie van D66 willen graag antwoord op de vraag hoe een geïntegreerde lange-termijn visie met voldoende randvoorwaarden voor duurzaam Antarctisch toerisme vorm zal krijgen. Hoe draagt de Europese Unie bij aan het ontwikkelen van deze visie? Welke maatregelen zijn er volgens de regering nodig om de natuur te beschermen op Antarctica? Is er een bereidheid binnen de regering om alle maatregelen die nodig zijn te nemen om het Arctisch gebied te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het toerisme? Zo ja, hoe zullen deze maatregelen er uit komen te zien? Zou bijvoorbeeld een keurmerk voor duurzaam toerisme hierbij van waarde kunnen zijn, zodat reizigers kunnen kiezen voor een verantwoord bezoek en de aanbieders dit terugzien in de prijs?

Het belang van onderzoek in het Arctisch gebied wordt door de leden van de fractie van D66 onderstreept. Is er binnen de regering de ambitie om, al dan niet op de lange termijn, een eigen onderzoeksstation op Antarctica te bezitten? Kunnen de vier mobiele laboratoria die sinds januari 2013 aanwezig zijn een meer permanente status krijgen? Zo ja, wat zijn de concrete gevolgen daarvan voor de onderzoekspositie van Nederland op Antarctica? Zo nee, hoe ziet het kabinet de onderzoekspositie van Nederland op de lange termijn zonder permanent onderzoeksstation? Is de financiering van het Polaire Programma de komende jaren zeker? Blijft het zwaartepunt voor de financiering van poolonderzoek ook in de toekomst bij de ministeries liggen? Kan de regering aangeven hoe de samenhang tussen wetenschapsgestuurd en beleidsgestuurd onderzoek in de praktijk vorm zal krijgen?

Inbreng van de fractie van de Partij voor de Dieren

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden de poolgebieden zeer waardevol, en vinden dat deze gebieden zeer goed beschermd moeten worden. De bescherming van Antarctica is redelijk goed geregeld, maar dit geldt helaas zeker niet voor de Noordpool. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat voor het Noordpoolgebied dezelfde regels zouden moeten worden afgesproken als die nu gelden voor Antarctica: namelijk dat er geen grondstoffen gewonnen mogen worden, in ieder geval niet in de eerste helft van deze eeuw. Waarom is dit niet de inzet van de regering? Onderschrijft de regering de mening dat de kwetsbare natuur van het Noordpoolgebied dezelfde bescherming verdient als het Zuidpoolgebied, gezien het unieke karakter van het gebied en het belang daarvan voor het ecosysteem en voor mensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de regering bereid alsnog te pleiten voor een algeheel moratorium op de winning van grondstoffen in het Noordpoolgebied?

De bescherming van het Noordpoolgebied wordt nu naar de mening van de leden van de fractie van de PvdD veel te veel overgelaten aan de Arctische Staten. Deze landen hebben zelf veel belang bij de winning van grondstoffen uit dit gebied, en hebben stuk voor stuk ook geen beste reputatie qua bescherming van natuur en milieu. Is de regering bereid om zich ervoor in te zetten dat ook andere landen een grote stem krijgen in de bescherming en eventuele bestemmingen van het Noordpoolgebied, zoals dat ook met Antarctica is gebeurd? Zo nee, waarom niet? Immers, het Noordpoolgebied is een uniek gebied, de grootste aaneengesloten wildernis van het Noordelijk halfrond. Het behoud daarvan is niet alleen van belang voor de Arctische staten, maar voor de hele wereld. Deelt de regering die mening? Zo nee, waarom niet? Wanneer kan de Kamer de langetermijnvisie voor de bescherming van het Noordpoolgebied tegemoet zien, en op welke wijze wordt de Kamer nog betrokken bij de totstandkoming hiervan?

De leden van de PvdD-fractie merken op dat de Nederlandse regering ambivalent lijkt te staan in het vraagstuk hoe het Noordpoolgebied zo goed mogelijk beschermd kan worden. Enerzijds zet de regering in op milieunormen en een meer omvattende bescherming voor het Noordpoolgebied. Anderzijds ligt de nadruk ook op het winnen van de fossiele grondstoffen die onder de ijszee liggen en die steeds meer bereikbaar worden. Kan de regering bevestigen dat het bereikbaarder worden van deze grondstoffen een gevolg is van het smelten van het zee-ijs, en dat dit een gevolg is van door mensen veroorzaakte klimaatverandering? Kan de regering tevens bevestigen dat het winnen en het verbranden van de aardolie die nu nog veilig onder de zeebodem opgeborgen ligt, de voortgaande klimaatverandering zal verergeren? Zo ja, deelt de regering dan de mening van de leden van de fractie van de PvdD dat dit een zeer wrange situatie oplevert? En dat het extra wrang is wanneer Nederlandse bedrijven, zoals Shell, winsten maken uit het winnen en verkopen van deze grondstoffen?

De regering wil zich inzetten voor stringente milieu en veiligheidsnormen voor het Noordpoolgebied. De leden van de fractie van de PvdD willen graag concreet weten wat dat inhoudt: welke normen wil de regering bereiken, en op welke manier denkt zij deze inderdaad te bereiken? En wat denkt de regering dat deze normen waard zijn, wanneer er eenmaal inderdaad in het gebied geboord zal worden naar olie en gas? Door wie en op welke wijze zouden deze normen gehandhaafd moeten worden? Is de regering van mening dat stringente normen de kans op een olielek ooit zullen kunnen uitsluiten? Zo ja, waarop is deze mening gestoeld? Zo nee, waarom is de regering dan toch akkoord met boringen naar olie en gas onder dit kwetsbare gebied, als zij weet dat de risico’s op een ramp altijd aanwezig zullen zijn?

Hoe beoordeelt de regering de pogingen van Shell om in de Chukchizee en de Beaufortzee voor Alaska proefboringen te doen? Kan de regering deze vragen ook beantwoorden in het licht van de talloze incidenten die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan met schepen en boorplatforms van Shell? Deelt de regering de mening dat er veel fout is gegaan rond bijvoorbeeld het boorschip Kulluk, die met 585.000 liter olie aan boord, tijdens een storm tegen de rotsen gelopen bij het kleine eiland Sitkalidak, voor de kust van de Amerikaanse staat Alaska? Kan de regering bevestigen dat het boorschip de Noble Discoverer teveel schadelijke stoffen heeft uitgestoten in het Noordpoolgebied? Kan de regering de gevolgen hiervan voor milieu en natuur schetsen? Kan de regering bevestigen dat de Arctic Challenger, het schip dat de belangrijkste rol zou moeten spelen in geval van een olielek, ruim 400 tekortkomingen bleek te vertonen bij keuringen van de Amerikaanse kustwacht? Hoe beoordeelt de regering dit? Is de regering ervan op de hoogte dat deze Arctic Challenger, die dus een olielek in het Noordpoolgebied zou moeten kunnen opruimen, zelf verantwoordelijk is voor kleine olielekkages in de haven van Seattle? Hoe beoordeelt de regering dat?

Deelt de regering de mening dat de kansen dat er een olielek ontstaat in het Noordpoolgebied vele malen groter is dan normaal door de barre weersomstandigheden? En deelt zij dan ook de mening van de leden van de PvdD-fractie dat de gevolgen van zo'n lek niet te overzien zijn? Immers, Noordpooldieren zijn zeer kwetsbaar: als hun leefomgeving vervuild raakt, is er geen alternatief. Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt de regering dan ook de mening dat boringen niet toegestaan zouden mogen worden in het Noordpoolgebied? Is een olielek in dat kwetsbare gebied überhaupt wel te bestrijden in de barre en ijzige omstandigheden rond de Noordpool? In de regering ervan op de hoogte dat de Amerikaanse milieuorganisatie PEW dit in 2010 liet onderzoeken, en dat de conclusie van het uitvoerige rapport luidde: elke poging een olievlek op te ruimen is hier gedoemd te mislukken? Zo nee, is de regering bereid deze studie alsnog tot zich te nemen en de reactie hierop aan de Kamer te doen toekomen? Het is in het Noordpoolgebied ijskoud, de zee is ruw en vol kruiend ijs en de wind kan plotseling aanzwellen tot orkaankracht. Ook de Amerikaanse geologische dienst geeft aan dat geen enkele bekende opruimmethode werkt in deze omstandigheden. In de ogen van de leden van de PvdD-fractie betekent dit dat er geen enkel risico genomen mag worden in dit gebied, en dat boringen dus niet toegestaan zouden mogen worden. Graag een reactie. Is de regering ervan op de hoogte dat de kap aan boord van de Arctic Challenger die, in geval van een olielek, over een blowout geplaatst moet worden, tijdens het testen in rustige, warme wateren al niet bestand bleek tegen de druk, en dat dit omschreven werd door een Amerikaanse medewerker van de overheid als: «It was crushed like a beer can»? Hoe beoordeelt de regering dit?

Deelt de regering de mening dat de pogingen van Shell om toch in dit gebied te boren, terwijl er geen enkele manier is om een eventuele ramp op te ruimen en de gevolgen daarvan zeer groot zullen zijn, niet getuigen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de regering bereid om druk op Shell uit te oefenen teneinde dit bedrijf te overtuigen om deze onverstandige pogingen te staken?

Onder het milieuprotocol bij het Verdrag inzake Antarctica zijn ook aansprakelijkheidsregels opgenomen voor milieubedreigingen. Is het de inzet van de regering om dit ook voor het Noordpoolgebied te regelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze, en hoe zouden deze aansprakelijkheidsregels er dan uit moeten zien volgens de minister? Deze aansprakelijkheidsregels onder het Verdrag inzake Antarctica gaan tot nu toe slechts over aansprakelijkheid voor bestrijdingsacties in geval van milieubedreigende noodsituaties. Deze maatregel voorziet dus niet in alomvattende milieubescherming. In 2015 zou door de verdragspartijen verder gesproken worden over het uitbreiden van deze maatregelen naar een meer omvattende milieubescherming, kan de regering daar al een voortgang over melden? Aan de Kamer is eerder gemeld dat er in de tussenliggende periode, op initiatief van Nederland, onderzoek zou worden gedaan naar de technische en economische haalbaarheid van acties om het milieu te herstellen in het Antarctisch gebied. Kan de regering aangeven of dit onderzoek ondertussen al resultaten heeft opgeleverd? De leden van de PvdD-fractie vermoeden dat het in Antarctica, net zo min als in het Noordpoolgebied, mogelijk is om eenmaal toegebrachte milieuschade volledig te herstellen, deelt de regering die indruk? Welke consequenties verbindt zij hieraan met betrekking tot het soort en aantal activiteiten dat in deze kwetsbare gebieden zou mogen worden toegestaan?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden het ook van groot belang dat Antarctica zijn ongerepte karakter behoudt en dat de menselijke aanwezigheid geen nadelige invloed heeft op de natuur, het milieu en de wilde dieren. Antarctica is één van de laatste ongerepte plaatsen op aarde, maar raakt steeds meer in trek bij toeristen. Deze leden vrezen voor aantasting van het waardevolle gebied door toerisme en door wetenschappelijk onderzoek. Laatst bleek dat het juist de wetenschappers zijn die zaden van exoten meenemen onder hun schoenen naar dit kwetsbare continent. Deelt de regering de zorgen hierover? Worden er naar aanleiding van deze bevindingen extra maatregelen genomen om de introductie van invasieve exoten tegen te gaan? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet, en is de regering bereid om in ieder geval voor Nederlandse onderzoekers hier maatregelen voor te treffen?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zouden graag zien dat de regering zich met meer ambitie inzet voor de zeer kwetsbare natuurgebieden die onze polen vormen, en vragen de regering om de economische belangen van bedrijven zoals bijvoorbeeld Shell opzij te schuiven, en zich te richten op de grote ecologische belangen van deze gebieden. Alleen als Nederland en Nederlandse bedrijven zelf niet meedoen aan de pogingen de grondstoffen onder deze natuurgebieden te winnen, zal een oproep van de regering voor behoud van de natuurwaarden serieus genomen kunnen worden. Graag een reactie.

II Antwoord van de minister

Cluster I: Een allesomvattende verdragsregeling /waarnemersrol/ bilaterale samenwerking.

Vragen 1, 2, 3, 7, 8, 24 en 26

VVD (1)

De leden van de VVD-fractie willen graag dat de Nederlandse regering, in EU-verband en/of unilateraal, zich actief gaat inzetten om de Nederlandse en Europese strategische positie te waarborgen. Samenwerking met Noorwegen ligt daarbij voor de hand.

Antwoord op vraag 1

De Nederlandse regering deelt deze oproep.

Vragen 2, 7, 24 en 26

VVD (2)

Gesteld wordt dat Nederland niet streeft naar een allesomvattende verdragsregeling met betrekking tot het Arctische gebied, naar voorbeeld van het Antarctica-verdrag waar Nederland ook deelgenoot van is. Kan de regering toelichten waarom dit niet het streven is. Wat zijn de mogelijke nadelen van een dergelijk allesomvattend verdrag?

PvdA (7)

De leden van de van de PvdA-fractie vragen op welke wijze de regering denkt invulling te geven aan de internationale beheersstructuur om zo te komen tot een betere bescherming van het Arctische milieu? Op welke termijn en hoe gaat Nederland daar invulling aan geven? Waarom streeft de Nederlandse regering vooralsnog niet naar een alomvattende verdragsregeling voor het Noordpoolgebied naar het model van het Antarcticaverdrag?

SP (24)

In het Beleidskader staat dat Nederland vooralsnog niet streeft naar een alomvattende verdragsregeling voor het Arctische gebied naar het model van het Antarcticaverdrag. Kan worden aangegeven waarom dit vooralsnog het geval is? Onder welke omstandigheden zal Nederland wel naar een alomvattende verdragsregeling voor het Arctische gebied streven? En zou een alomvattende verdragsregeling niet spanningen die nu bestaan kunnen wegnemen?

SP (26)

Kan de regering verder aangeven op welke wijze concreet invulling wordt geven aan haar inzet voor een meer omvattende internationale beheersstructuur voor het Noordpoolgebied? Welke internationale afspraken behoeven aanvulling, op welke termijn en hoe gaat Nederland zich daarvoor inzetten?

Antwoord op vragen 2, 7, 24 en 26

Een groot verschil tussen Antarctica en het Arctisch gebied is dat laatstgenoemde voor een belangrijk deel valt onder de zeggenschap van aangrenzende soevereine staten. De voornaamste reden voor Nederland om niet naar een alomvattende verdragsregeling voor het Arctische gebied te streven naar het model van het Antarcticaverdrag is dat de 8 Arctische staten zelf aangeven daaraan geen behoefte te hebben. Nederland acht onder de gegeven omstandigheden de Arctische Raad het meest aangewezen circumpolaire beleidsforum voor de realisering van overkoepelende Arctische beheersdoelstellingen.

Met Noorwegen en Denemarken, maar ook met Rusland en Canada onderhoudt Nederland ten aanzien van de Arctische regio al langer intensieve bilaterale contacten. Tijdens recent hoogambtelijke overleg tussen Noorwegen en Nederland is besloten de bestaande dialoog tussen beide landen over de Arctische regio verder te intensiveren. Met Rusland vindt ook nauwe coördinatie en samenwerking plaats. Tijdens het officiële bezoek van President Poetin aan Nederland op 8 april 2013 was de Arctische regio onderwerp van diverse gesprekken met o.a. Minister Kamp van Economische Zaken en tussen het Nederlands en Russisch bedrijfsleven in het kader van het Project Delta Group. NL onderhoudt voorts goede relaties met Denemarken en Groenland waar NL polair wetenschappelijk onderzoek uitvoert. Ook op Spitsbergen (Noorwegen) wordt onderzoek uitgevoerd.

Nederland zal zich daarnaast inzetten voor de ontwikkeling van nadere regels in andere internationale kaders met bevoegdheden die zich territoriaal en/of functioneel uitstrekken tot het Arctische gebied, zoals de IMO, OSPAR en de North-East Atlantic Fisheries Organisation.

VVD (3)

Nederland streeft naar een status van waarnemer voor de EU bij de Arctische Raad. Nederland heeft zelf ook een waarnemersrol. Kan de regering verder toelichten waarom het gewenst is dat de EU een waarnemersrol krijgt? Ziet de regering ook mogelijkheden om bilateraal samen te werken met bijvoorbeeld Denemarken en Noorwegen met betrekking tot het Arctisch gebied?

Antwoord op vraag 3

Een helder beleidskader op Europees niveau kan synergie opleveren en een stimulans geven om te komen tot een effectief Arctisch beleid, in aanvulling op en in samenwerking met het beleid van de 8 Arctische staten.

Nederland zal actief invulling blijven geven aan haar waarnemerschap bij de Arctische Raad, met inbegrip van onze deelname aan werkgroepen. Nederland werd waarnemer ten tijde van de oprichting van de Arctische Raad in 1996 en is daarmee één van de oudste waarnemers bij deze organisatie. Nederland steunt een grotere rol van de Unie in het Noordpoolgebied op basis van de Mededeling van de Europese Commissie aan de Europese Raad en het Europees Parlement «De Europese Unie en het Noordpoolgebied», dd. 20 november 20081 en de mededeling van de Commissie en de HV van 26 juni 20122. De ambities van de Commissie lopen sterk parallel aan het Nederlandse polaire beleid. Daarnaast kan dit schaalvoordelen en externe effecten opleveren die nationaal niet te realiseren zijn. De mededeling bevat voorstellen die de positie van de lidstaten versterken bij hun activiteiten en inspanningen in het Noordpoolgebied. De door de Commissie aangekondigde actievoorstellen beletten de lidstaten overigens niet om eigen, additionele initiatieven te ontplooien.

Nederland steunde dus ook het tweede verzoek van de Unie om als officieel waarnemer te worden toegelaten bij de Arctische Raad. Dit verzoek is op 15 mei jl. in Kiruna voorlopig aangehouden door de Raad vanwege Canada’s bezwaar tegen het EU-invoerverbod van zeehondenhuiden uit 2010. De facto is de EU evenwel aanwezig bij officiële bijeenkomsten van de Raad en in contact met de Raad op ambtelijk niveau.

PvdA (8)

Hoe effectief is de samenwerking in de Arctische Raad voor het overeenkomen van afspraken voor een duurzaam beheer van het Noordpoolgebied? Welke mogelijkheden zijn er voor Nederland, als waarnemer bij de Arctische Raad, om een aanvullende bijdrage te leveren om te komen tot meer internationale afspraken voor duurzaam beheer van het Arctisch gebied?

Antwoord op vraag 8

De Arctische Raad, die sinds 1996 bestaat, is een intergouvernementeel forum op ministerieel niveau. Hoewel de Raad geen verdragsbasis heeft en geen internationale organisatie is, ontwikkelt deze zich, in samenhang met de dynamiek op de Noordpool, geleidelijk tot een efficiëntere en effectievere organisatie. Sinds kort beschikt de Raad over een permanent secretariaat in Tromsø.

Het voorzitterschap rouleert om de 2 jaar. De acht lidstaten betalen geen contributie. Besluitvorming vindt plaats bij consensus. De Raad heeft tot nu toe twee juridisch bindende overeenkomsten aangenomen (Search & Rescue in 2011, en op 15 mei jl. in Kiruna, Marine Oil Pollution Preparedness and Response in the Arctic). Verder geeft de Raad politieke verklaringen uit, doet aanbevelingen en formuleert richtlijnen.

De Raad heeft bovendien een groot aantal zeer waardevolle rapporten op verschillende terreinen over de situatie in het Noordpoolgebied opgesteld voor het identificeren en oppakken van de uitdagingen waarvoor Staten staan in het Arctische gebied. Nederland steunt de totstandkoming van bovengenoemde overeenkomsten. Voor andere onderwerpen kan het effectiever zijn, naast de Arctische staten, ook andere landen te betrekken bij de ontwikkeling van nadere regels, zoals voor scheepvaart in polaire wateren (IMO Polar Code), visserij en de instelling van beschermde gebieden op zee.

Cluster II: De rol van de EU en de NAVO

Vragen 12, 13, 20, 21, 27, 28 en 37

Vragen 12 en 20

PvdA (12)

Op welke termijn kan de Kamer een meer uitgewerkte visie van de Nederlandse regering op de buitenlands- en veiligheidspolitieke implicaties van de ontwikkelingen in het Noordpoolgebied tegemoet zien?

PVV (20)

Op welke termijn kan de Kamer voorts een meer uitgewerkte visie van de regering op de buitenlands- en veiligheidspolitieke implicaties van de ontwikkelingen in het Noordpoolgebied tegemoet zien?

Antwoord op de vragen 12 en 20

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) wordt dit jaar gevraagd een advies uit te brengen over de buitenlandse en veiligheidspolitieke aspecten van ontwikkelingen in de Noordelijke IJszee. De rol van de NAVO en andere internationale organisaties zal daarbij aan de orde komen. Het kabinet zal een officiële reactie opstellen naar aanleiding van dit advies.

Vragen 13 en 21

PvdA (13)

Kan de regering toelichten op welke wijze de geopolitieke betekenis van het hoge noorden binnen de NAVO tot uiting komt? Wat is de inzet van de Nederlandse regering met betrekking tot de rol van de NAVO in het Noordpoolgebied? Wanneer is er overleg geweest binnen de NAVO Defensie ministeriële over de veiligheidssituatie binnen de Poolgebieden? Zal Nederland dit zelf agenderen?

PVV (21)

Op welke wijze komt het hernieuwd bewustzijn van de geopolitieke betekenis van het hoge noorden binnen de NAVO tot uitdrukking? Wat is de inzet van de regering m.b.t. de rol van de NAVO in het Noordpoolgebied?

Antwoord op de vragen 13 en 21

In de eerste plaats als gevolg van klimaatveranderingen zal de geopolitieke betekenis van het hoge Noorden de komende decennia toenemen. Deze toenemende betekenis brengt met zich mee dat ook veiligheidsvraagstukken duidelijker en frequenter zullen opspelen. Goede samenwerking tussen alle relevante actoren in het Arctische gebied is van belang voor het handhaven van de vrede en veiligheid: tot die actoren behoren de EU en de NAVO, naast de acht Arctische staten, de Arctische Raad, de Barents Euro-Arctische Raad, de Nordic Council, de IMO en organisaties van inheemse volkeren.

Vier van de vijf kuststaten van de Arctische Oceaan zijn NAVO-lidstaten. Nederland is van mening dat het Arctische gebied van blijvende strategische betekenis is voor de NAVO en dat de NAVO daar legitieme veiligheidsbelangen heeft. Het garanderen van die regionale veiligheid is een integraal onderdeel van de opdracht aan de NAVO en van de trans-Atlantische samenwerking. Veiligheid van de bondgenoten is ondeelbaar en een regionalisatie van het veiligheidsdenken moet worden vermeden.

Er is op werkniveau aandacht voor het polaire gebied; een informele Noord-Atlantische Raad hield eind 2012 een discussie over het onderwerp. Nederland ziet gezien de veiligheidssituatie in het gebied momenteel geen aanleiding om het Noordpoolgebied te agenderen.

SP (27)

Over de veiligheid staat in het Beleidskader dat de sfeer van confrontatie die er in het hoge noorden bestond ten tijde van de Koude oorlog, voorbij is en er sinds begin jaren »90 sprake is van een geheel nieuwe en stabiele veiligheidsomgeving. De leden van de SP-fractie zetten hier vraagtekens bij. Tegelijk wordt er in het Beleidskader immers ook op gewezen dat met name in het nieuwe Russische en Canadese Arctische beleid een versterkte zichtbaarheid en uitoefening van territoriale soevereiniteit als een prioriteit wordt aangemerkt. Beide landen hebben hun militaire capaciteiten in het gebied versterkt. De militaire presentie wordt weer opgevoerd en deze nieuwe assertiviteit kan leiden tot onbegrip en spanningen, staat in het Beleidskader. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat maatregelen nodig zijn zodat het toegenomen belang van het Noordpoolgebied in de nabije toekomst niet zal leiden tot militaire conflicten. Demilitarisering is bij uitstek het middel tegen escalatie.

Zou Nederland niet moeten streven naar een verdrag waarin de verwijdering van bestaande militaire installaties in het gebied, en inperking dan wel afschaffing van militaire activiteiten wordt geregeld?

Is de regering bereid om, net als voor het Zuidpoolgebied geldt, in het Noordpoolbeleid in te zetten op demilitarisering? Indien neen, waarom niet?

Antwoord op vraag 27

De onderlinge sfeer en samenwerking tussen de Arctische staten is goed; internationale samenwerking staat voorop en er is geen aanleiding om te vrezen voor conflicten.

Evenwel blijft het van belang dat de militaire presentie tot redelijke proporties beperkt blijft en op transparante wijze wordt vormgegeven. Rusland en Canada voeren hun militaire presentie in de regio langzaam op. Dat gebeurt op een niveau dat veel lager ligt dan gedurende de Koude oorlog. De presentie bestaat overwegend uit eenheden die zich bezighouden met kustwachttaken en grensbewaking.

In maart 2009 heeft de Russische Federatie een Arctische strategie uitgebracht («the fundamentals of Russian State Policy in the Arctic up to 2020 and Beyond»). De nadruk in de strategie wordt niet gelegd op militaire ontwikkeling, maar op maritieme ordehandhaving. Nederland onderschrijft het belang van een conflictvrij Arctisch gebied waar de dialoog prevaleert. De vijf Arctische kuststaten (Rusland, Canada, de Verenigde Staten, Noorwegen, Denemarken) hebben in 2008 de Ilulissat declaratie ondertekend, waarin is overeengekomen dat toekomstige onenigheid in de Arctische regio op diplomatieke wijze zal worden opgelost. De Arctische kuststaten zijn tevens gehouden aan het VN-zeerechtverdrag.

Het kabinet ziet op basis van de voornoemde internationale samenwerking in het Noordpoolgebied geen aanleiding zich in te zetten voor demilitarisering van deze regio.

SP (28)

In het Beleidskader stelt de regering verder dat het hoge Noorden van blijvende strategische betekenis is voor de NAVO en dat de NAVO daar legitieme veiligheidsbelangen heeft. Kan verduidelijkt worden wat precies deze veiligheidsbelangen zijn? Welke rol ziet Nederland precies voor de NAVO in het Noordpoolgebied?

Is er sprake van permanente militaire activiteiten in het Noordpoolgebied, bijvoorbeeld in verband met het raketschild, of strategische radarinstallaties?

Hoe vaak wordt er door met intercontinentale bewapende raketten onderzeeërs onder het Noordpoolijs geoefend?

Antwoord op vraag 28

De NAVO heeft vijf lidstaten met grondgebied ten noorden van de noordelijke poolcirkel. Inherent daaraan heeft de NAVO primair een collectieve verdedigingstaak in deze regio. Door klimaatveranderingen is daarnaast rond het Noordpoolgebied sterker dan voorheen sprake van belangen op het gebied van onder meer infrastructurele veiligheid. Ook is sprake van territoriale claims en claims op eigendomsrechten van natuurlijke bronnen.

Nederland ziet in het licht hiervan voor de NAVO ook een rol op het gebied van waarborging van de veiligheid en stabiliteit van de regio, waarbij transparante samenwerking met alle actoren in de regio van evident belang is.

De NAVO heeft geen permanente militaire faciliteiten ten noorden van de noordelijke poolcirkel, behoudens uitwijkmogelijkheden voor AWACS-toestellen. Verschillende NAVO lidstaten ontplooien wel permanent militaire activiteiten ten noorden van de poolcirkel. Voorbeelden van permanente militaire activiteiten ten noorden van de noordelijke poolcirkel zijn radar- en communicatie-installaties en militaire bases op Groenland, in Alaska en in Noorwegen. Ook het bewaken van het luchtruim boven het Noordpoolgebied brengt continue militaire aanwezigheid met zich mee.

Meerdere NAVO-lidstaten nemen deel aan de jaarlijkse oefening van de NATO Response Force rond het Noordpoolgebied. Ook vinden reguliere oefeningen buiten NAVO-verband in dit gebied plaats. Aan deze oefeningen kunnen onderzeeboten met ballistische raketten deelnemen. Nederland beschikt daar zelf overigens niet over.

D66 (37)

In het Beleidskader komt naar voren dat de regering wil inzetten op het aanvullen van bestaande internationale afspraken voor een meer omvattende internationale beheersstructuur voor het Noordpoolgebied om een betere bescherming van het Arctisch milieu te garanderen. Op welke wijze gaat de regering concreet invulling geven aan haar inzet voor deze meer omvattende internationale beheerstructuur voor het Noordpoolgebied?

Welke internationale afspraken behoeven aanvulling en op welke termijn en in welke vorm gaat Nederland zich daarvoor inzetten?

Welke rol ziet het kabinet weggelegd in deze meer omvattende internationale beheersstructuur voor de Arctische Raad?

En welke rol is er voor de Europese Unie en de NAVO met het oog op buitenlandbeleid en de verschuivende geopolitiek verhoudingen in het Noordpoolgebied?

Antwoord op vraag 37

Zoals o.a. is aangegeven bij de vragen 2,7,24 en 26 is het grote verschil tussen Antarctica en het Arctisch gebied dat laatstgenoemde voor een belangrijk deel valt onder de zeggenschap van aangrenzende soevereine staten. Dit brengt beperkingen mee voor de rol van derden.

De EU is, gegeven de snelheid waarmee de veranderingen in het Noordpoolgebied zich voltrekken en haar verantwoordelijkheid als importeur van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen, van mening dat extra inspanningen van de EU nodig zijn op het vlak van milieubescherming en de strijd tegen klimaatverandering. De EU is zich ook meer bewust geworden van haar impact op het Noordpoolgebied en van de mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling van deze regio, zowel voor de lokale bevolking als de EU. De Commissie en de HV stellen voor om dit EU-beleid verder te ontwikkelen door (1) ondersteuning van kennis op het gebied van milieu en klimaatveranderingen, (2) verantwoord optreden m.b.t. economische ontwikkeling gebaseerd op duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen en inzet van milieudeskundigheid en (3) meer betrokkenheid bij en dialoog met de Arctische staten, inheemse bevolkingsgroepen en andere partners.

V.w.b. de rol van de NAVO zie de antwoorden op vragen 13, 21 en 28.

Cluster III: Territoriale claims

Vragen 5, 23 en 25

Vragen 5, 23 en 25

VVD (5)

Nederland erkent geen enkele territoriale claim ten aanzien van Antarctica. Kan de regering toelichten wat het standpunt is van de Nederlandse regering met betrekking tot territoriale claims op het Arctische gebied?

SP (23)

De Russische vlag die op 2 augustus 2007 door een onderzoeksduikboot op de zeebodem van de Arctische oceaan werd geplant en de felle reacties van andere landen hierop, maken voor de leden van de SP-fractie duidelijk dat haast geboden is met het creëren van een duidelijk mechanisme om de bestaande geschillen op te lossen. Deelt de regering deze urgentie?

SP (25)

Kan de regering ook aangeven in hoeverre de 55 submissies die op dit moment bij de Commission on the Limits of the Continental Shelf (CLCS) van de VN liggen overlappende claims betreffen? In hoeveel gevallen worden gebieden in het Noordpoolgebied door één of meer Arctische staten geclaimd?

Antwoord op de vragen 5, 23 en 25

Het verschil in benadering van het Antarctische en Arctische gebied hangt samen met het geografische verschil tussen de twee gebieden. Het Antarctische gebied bestaat uit onbewoond land omringd door oceanen en het Arctische gebied uit een oceaan omringd door land; land dat al sinds millennia wordt bewoond en dat tot de onbetwiste soevereiniteit van een aantal staten behoort. Volgens de opvatting van Nederland, die door de overgrote meerderheid van staten wordt gedeeld, kan in het geheel geen territoriale aanspraak worden gemaakt op het Antarctische continent en de omringende eilanden. Eveneens onomstreden is dat Arctische staten soevereiniteit uitoefenen op land en eilanden in het Arctische gebied.

De territoriale claims in het Arctisch gebied waarover de afgelopen jaren door de media veelvuldig is bericht betreffen maritieme gebieden, in het bijzonder het continentaal plat. en het zgn. «verlengde continentaal plat». Alle Arctische staten, met inbegrip van de Verenigde Staten, zijn het er echter over eens dat bepaalde rechten die kuststaten in deze zeegebieden mogen uitoefenen, moeten worden gebaseerd op het zeerecht, zoals vastgelegd in het VN Zeerechtverdrag. Behoudens de Verenigde Staten zijn alle Arctische staten partij bij dit verdrag. Op grond van het verdrag dienen claims die zich verder dan 200 nautische zeemijlen uitstrekken van het land te worden voorgelegd aan het CLCS verdragscomité (Committee on the Limits of the Continental Shelf). Dit comité doet aanbevelingen aan staten over de rechtmatigheid van de claims die aan het comité zijn voorgelegd. De Verenigde Staten kan van dit mechanisme echter geen gebruik maken zolang het geen partij is bij het verdrag. Er bestaat dus reeds een mechanisme voor de bepaling van de zeewaartse grenzen van het continentaal plat. Daarnaast bestaan er geschillen tussen staten over de zijdelingse afbakening van de zeegrenzen. Voor deze geschillen is geen nieuw mechanisme nodig. Voorzover de Arctische staten deze geschillen niet in onderling overleg kunnen oplossen, kunnen zij deze geschillen voorleggen aan een internationale rechtbank of arbitraal tribunaal. Tussen Canada en de VS bestaat een geschil over de zeegrens, maar omdat de VS geen partij is bij het VN-zeerechtverdrag kan de CLCS geen uitspraak doen over de zeewaartse grens van het Amerikaanse verlengde continentaal plat.

Afgezien van het territoriale geschil over Hans Eiland (tussen Canada en Denemarken) zijn er geen territoriale geschillen in het Arctische gebied. De soevereiniteit van Arctische staten over hun grondgebied wordt door Nederland niet betwist. Op basis van deze soevereiniteit hebben kuststaten aanspraken op maritieme zones, waaronder het continentale plat. Naar verwachting zal de afwezigheid van bilaterale grenzen niet tot problemen leiden met betrekking tot de procedure voor de CLCS.

Van de in totaal 65 voorleggingen van gegevens (stand per 20 april 2013) aan de CLCS betreft het overgrote deel gebieden die deel uitmaken van het continentale plat van meer dan één staat. Het Zeerechtverdrag voorziet dat het voorleggen van en de behandeling van gegevens door de CLCS de afbakening van het continentale plat met buurlanden onverlet laat. De procedure voor de CLCS heeft geen betrekking op deze bilaterale grenzen, doch heeft slechts betrekking op de vaststelling van de buitengrens van het continentale plat.

In de Noordelijke IJszee hebben alle vijf kuststaten een continentaal plat voorbij 200 zeemijl. RF en Noorwegen hebben gegevens ingediend. RF is thans bezig met voorbereiding van een nieuwe submissie. Noorwegen heeft aanbevelingen die het vaststellen van de buitengrens mogelijk maken. Canada en Denemarken zijn ook bezig met het voorbereiden van een submissie. VS verzamelt gegevens, maar heeft geen recht om gegevens in te dienen zolang het UNCLOS niet heeft geratificeerd. Overlap bestaat tussen RF/VS (al verdrag) RF/Noorwegen (al verdrag) RF/Canada (afhankelijk van omvang plat) RF/Denemarken (idem) Denemarken/Noorwegen (idem) Denemarken/Canada en Canada/VS. Dit overzicht is exclusief de situatie in de Bering Zee en Norwegian Sea die in bepaalde definities ook onder het Noordpoolgebied vallen.

Cluster IV: Langetermijnvisie en beleidskader post 2015

Vragen 9, 16, 19, 32b, 36 en 44

Vragen 9, 16, 19, 32b, 36 en 44

PvdA (9)

Wanneer is de geïntegreerde langetermijnvisie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied gereed en hoe zal de Kamer bij de totstandkoming van deze visie worden betrokken?

PvdA (16)

Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie zich af wanneer er een beleidskader voor de periode na 2015 verwacht mag worden?

PVV (19)

Wanneer is de langetermijnvisie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied gereed en hoe zal de Kamer bij de totstandkoming van deze visie worden betrokken?

CDA (32b)

Daarnaast geeft de regering aan dat zij voorziet dat delfstoffenwinning in het hoge noorden toe zal nemen en dat zij zich zal inspannen voor het stellen van strenge voorwaarden. Welke rol ziet de Nederlandse regering voor zichzelf om de verschillende opvattingen van betrokken landen dichter bij elkaar te brengen?

Hoe zal deze rol worden vertaald naar de langetermijnvisie op de Nederlandse rol in het gebied? Op welk moment zal deze visie met de Kamer worden gedeeld? Graag een reactie.

D66 (36)

De leden van de fractie van D66 vernemen graag wanneer de langetermijnvisie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied, waarover in het Beleidskader gesproken wordt, gereed is. Worden er andere partijen, zoals het maatschappelijk middenveld, wetenschappelijke instanties en de Kamer betrokken bij de totstandkoming van deze visie?

PvdD (44)

Wanneer kan de Kamer de langetermijnvisie voor de bescherming van het Noordpoolgebied tegemoet zien, en op welke wijze wordt de Kamer nog betrokken bij de totstandkoming hiervan?

Antwoord op de vragen 9, 16, 19, 36 en 44

Het huidige beleidskader loopt tot eind 2015. Voor de periode na 2015 zal een actualisering worden opgesteld van het Nederlands Polair beleid, met een strategie- en financieringsplan voor het poolonderzoek incluis, en een langetermijnvisie op de Nederlandse rol in het Noordpoolgebied in samenspraak met de stakeholders. Uw kamer zal tijdig worden geïnformeerd over de voortgang ervan en bij de opstelling ervan worden betrokken.

In aanloop naar deze revisie en formulering van een langetermijnvisie is blijvende betrokkenheid van Nederland bij de Arctische Raad en de Antarctic Treaty via overleg in combinatie met wetenschappelijk onderzoek van groot belang.

Cluster V: Onderscheid tussen Noord- en Zuidpool ivm delfstofwinning/GPG

Vragen 6, 33, 42 en 43

Vragen 6, 33, 42 en 43

VVD (6)

Nederland is tegen de delfstofwinning op Antarctica. Waarom is de regering hier tegen? Waarom is de regering bijvoorbeeld wel voorstander van de winning van delfstoffen in het Arctische gebied? Graag een reactie van de regering.

CDA (33)

De regering pleit in het beleidskader voor een strenge milieu en veiligheidsnormen ten aanzien van exploratie van het Noordpoolgebied. Mede in het licht van het Nederlandse beleid ten aanzien van de Global Public Goods kiest Nederland voor deze inzet. De leden van de CDA-fractie zien grote toegevoegde waarde in een coherent beleid ten aanzien van dit onderwerp. Onduidelijk blijft in dit kader echter hoe de inzet uit het beleidskader aansluit bij het bredere beleid op dit gebied.

Kan de regering aangeven op welke manier dit beleid aansluit bij de gekozen inzet op de Global Public Goods? En welke aansluiting is er bij het Europese beleid wat Nederland als uitgangspunt heeft gekozen?

PvdD (42)

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat voor het Noordpoolgebied dezelfde regels zouden moeten worden afgesproken als die nu gelden voor Antarctica: namelijk dat er geen grondstoffen gewonnen mogen worden, in ieder geval niet in de eerste helft van deze eeuw. Waarom is dit niet de inzet van de regering?

Onderschrijft de regering de mening dat de kwetsbare natuur van het Noordpoolgebied dezelfde bescherming verdient als het Zuidpoolgebied, gezien het unieke karakter van het gebied en het belang daarvan voor het ecosysteem en voor mensen?

Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de regering bereid alsnog te pleiten voor een algeheel moratorium op de winning van grondstoffen in het Noordpoolgebied?

PvdD (43)

De bescherming van het Noordpoolgebied wordt nu naar de mening van de leden van de fractie van de PvdD veel te veel overgelaten aan de Arctische Staten. Deze landen hebben zelf veel belang bij de winning van grondstoffen uit dit gebied, en hebben stuk voor stuk ook geen beste reputatie qua bescherming van natuur en milieu. Is de regering bereid om zich ervoor in te zetten dat ook andere landen een grote stem krijgen in de bescherming en eventuele bestemmingen van het Noordpoolgebied, zoals dat ook met Antarctica is gebeurd? Zo nee, waarom niet? Immers, het Noordpoolgebied is een uniek gebied, de grootste aaneengesloten wildernis van het Noordelijk halfrond. Het behoud daarvan is niet alleen van belang voor de Arctische staten, maar voor de hele wereld. Deelt de regering die mening?

Zo nee, waarom niet?

Antwoord op de vragen 6, 33, 42 en 43

De situatie met betrekking tot het Noordpoolgebied en Antarctica is geheel verschillend.

In 1959 is het Antarctisch verdrag tot stand gekomen, waarmee het bestuur en beheer over het continent zijn toevertrouwd aan een groep staten die handelen in het belang van de internationale gemeenschap. Antarctica is een «global common» waar het belang van wetenschap, het milieu en internationale vrede voorop staat. Antarctica is aangewezen als natuurreservaat. Deze aanwijzing ligt ook ten grondslag aan het internationale verbod op de winning van delfstoffen dat in ieder geval tot 2048 van kracht is voor de partijen bij het Milieuprotocol bij het Antarcticaverdrag, waaronder Nederland. Daarna zouden de verdragspartijen kunnen besluiten het continent open te stellen voor de winning van delfstoffen indien zij unaniem tot de conclusie komen dat dit wenselijk is en afspraken zijn gemaakt over de voorkoming van onacceptabele milieugevolgen. Overigens is delfstoffenwinning op Antarctica voorlopig economisch oninteressant (technologisch een te grote uitdaging en te ver verwijderd van de «markt»).

In een groot deel van het Noordpoolgebied is het niet aan Nederland, maar aan de betreffende staten om de afweging te maken of activiteiten toegelaten kunnen worden op land en in aangrenzende zeegebieden. De vooruitzichten voor een constructieve regionale samenwerking hierbij tussen de acht Arctische staten de komende jaren zijn gunstig.

Bijna alle voorzienbare bewezen olie- en gasreserves liggen in de ondiepere gebieden die vallen onder de rechtsmacht van de Arctische staten. Het deel van het Noordpoolgebied dat buiten de rechtsmacht van de Arctische staten ligt beschouwt Nederland als een Global Public Good en als een gebied dat bescherming verdient met het oog op de klimaatregulerende functie ervan alsmede ten behoeve van de belangen van toekomstige generaties. Nederland verwijst naar de afspraken in EU-verband over energie- en klimaatbeleid, zet hier o.a. in op een duurzaam beheer van het Noordpoolgebied en is bereid bij te dragen aan de totstandkoming van aanvullende, stringente en bindende internationale normen en afspraken over milieu, visserij, scheepvaart en delfstofwinning. Nederland zal de naleving van zulke normen en afspraken aanmoedigen. Bij het bedrijfsleven bestaat ook de behoefte aan de ontwikkeling en harmonisatie van standaarden.

Voor de winning van minerale rijkdommen van de diepzeebodem is de Internationale Zeebodemautoriteit verantwoordelijk waarvan Nederland lid is. Op dit moment is winning van de minerale rijkdommen niet aan de orde, omdat er geen voorkomens van bekend zijn op of onder de diepzeebodem in het gebied. Bovendien is, ondanks het versnelde smelten van het zomerijs aan de randen van de Noordelijke IJszee, de exploratie en exploitatie van het volle zeegedeelte niet reeël voorstelbaar op de korte of middellange termijn.

Cluster VI Exploitatie/Nederlands bedrijfsleven/ level playing field

Vragen 4 en 17

Vragen 4 en 17

VVD (4)

Nederland voorziet een groei in de exploitatie van fossiele brandstoffen in het Arctische gebied. In de notitie wordt vervolgens aandacht besteed aan de milieuaspecten die hierbij een rol spelen. Kan de regering ook verder ingaan op de rol die Nederland bedrijven mogelijk kunnen spelen bij de winning van fossiele brandstoffen in het Arctische gebied? Op welke wijze stimuleert de Nederlandse regering de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de winning van grondstoffen? Graag een reactie van de regering hierop.

PVV (17)

Deze leden vragen zich af waarom de regering aangeeft zich terughoudend op te willen stellen ten aanzien van de exploitatie van olie en gas, als die exploitatie aan geldende milieu en veiligheidsnormen voldoet?

Hoe verhoudt de Nederlandse terughoudendheid zich tot samenwerking met de Russische Federatie, die allesbehalve terughoudend is, en tot een gelijk level playing field?

Antwoord op de vragen 4 en 17

Nederland heeft nauwe economische betrekkingen met de landen met Arctisch grondgebied. Nederland streeft naar een versterking van de grondslagen voor langetermijnsamenwerking, vooral met Noorwegen en de Russische Federatie, ter bevordering van het duurzaam en milieuvriendelijk exploreren, winnen en vervoeren van olie en gas in het Noordpoolgebied. Vanuit het bedrijfsleven is een samenwerkingsverband met Rusland opgericht, de zgn. Project Delta Group (PDG), waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken ten behoeve van de ontwikkeling van innovatieve concepten en technologieën voor Arctische ontwikkeling. Zo heeft het Nederlandse bedrijfsleven veel ervaring opgedaan met olie-en gaswinning in «ijs-gebieden» (Sachalin, Alaska, Kaspische zee) en is daarom goed gepositioneerd om bij te dragen aan een verantwoorde ontwikkeling van energiebronnen in Arctische gebieden.

De overheid steunt het bedrijfsleven met economische diplomatie, en zet zich in voor een level playing field in multilateraal kader en open toegang tot gemeenschappelijke hulpbronnen op gelijke voorwaarden en voor de ontwikkeling van internationale (m.n. ISO) standaarden voor energiewinning in Arctische gebieden. Daarbij biedt Nederland steun in de vorm van capaciteitsopbouw aan landen en regio’s (m.n. Rusland en Groenland) om hun regelgeving en operationele standaarden tot een internationaal verantwoord niveau te brengen.

Vanwege de technologische- en milieuuitdagingen en de hoge kosten verwacht de International Energy Agency (IEA) dat olie en gas uit het Arctisch gebied op korte termijn nog geen groot aandeel zullen vormen, doch wellicht op de langere termijn een belangrijkere rol kunnen spelen. In het Beleidskader Nederland en de Poolgebieden 2011–2015 heeft de regering aangegeven dat Nederland, gezien de grote milieu en veiligheidsrisico’s, met name in kwetsbare zeeën, terughoudend staat ten aanzien van verdergaande exploitatie van olie en gas in het Noordpoolgebied. Als dit gebeurt dan dient dit plaats te vinden onder zeer strenge milieu en veiligheidsnormen, rekening houdend met de specifieke kwetsbaarheid van het Noordpoolgebied. Indien echter aan de geldende eisen en voorwaarden van het vergunningverlenende land voldaan wordt, heeft Nederland geen bezwaar tegen verdergaande exploitatie van olie en gas in het Noordpoolgebied.

Cluster VII: Delfstofwinning/milieubescherming/klimaat/concurrentiepositie

Vragen 10, 18, 30, 31, 32a, 34, 38 en 45

Vragen 10, 18, 30, 31, 32a, 34, 38 en 45

PvdA (10)

De leden van de PvdA-fractie willen graag weten of de regering meer concreet kan aangeven of toekomstige economische activiteiten, zoals delfstoffenwinning en scheepvaart, de bescherming van het Noordpoolgebied niet te veel zullen belemmeren? Hoe zorgt Nederland ervoor dat in ieder geval haar eigen economische activiteiten of samenwerking in het Noordpoolgebied voldoen aan de door Nederland gewenste stringente milieu en veiligheidsnormen, zonder dat we onze economische concurrentiepositie verliezen? Is een moratorium, zoals dat ook in Antarctica van kracht is, op bepaalde activiteiten in het noordpoolgebied gewenst?

PVV (18)

De regering pleit voor beter internationale regulering ten aanzien van de milieu en veiligheidsnormen. Welke internationale afspraken behoeven aanvulling, op welke termijn, en hoe gaat de regering voorkomen dat Nederland als het braafste jongetje van de klas zich weg laat concurreren door andere landen, die zich minder gelegen laten liggen aan de bescherming van het Noordpoolgebied?

SP (30)

Verder is het Noordpoolgebied een belangrijke bron van fossiele brandstoffen geworden en wordt naarmate de schaarse van deze grondstoffen wereldwijd toeneemt het belang van de regio hiervoor in de toekomst alleen maar groter. Dit heeft grote, negatieve gevolgen voor het milieu. De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat voor Nederland het tegengaan van klimaatverandering een belangrijke prioriteit is, maar concluderen ook dat grondstofwinning in het Noordpoolgebied hier regelrecht tegenin gaat. Deelt de regering deze conclusie?

Hoe wordt tegengegaan dat het winnen van grondstoffen in de regio bijdraagt aan verdere klimaatverandering?

SP (31)

Kan meer concreet aangeven worden hoe het in het Beleidskader omschreven optimale evenwicht tussen de bescherming van het Noordpoolgebied en de bevordering van economische activiteiten in dit gebied eruit zou moeten zien?

En hoe zorgt Nederland ervoor dat in ieder geval haar eigen economische activiteiten of samenwerking in het Noordpoolgebied voldoen aan de door Nederland gewenste stringente milieu en veiligheidsnormen?

Wat betekent dit concreet als het gaat om activiteiten van Nederlandse bedrijven zoals Shell in die gebieden?

Ziet de regering ook kansen voor onze industrie in het schoonmaken van die gebieden, waaronder van nucleair afval?

CDA (32a)

In het beleidskader geeft de regering aan dat zij aanvullende afspraken wil maken op het gebied van onder andere visserij en delfstofwinning.

Kan de regering aangeven welke afspraken zij concreet voor ogen heeft?

CDA (34)

Daartegenover staan de economische kansen die het gebied biedt nu poolijs smelt.

Hoe zorgt de Nederlandse regering er voor dat deze kansen ook daadwerkelijk worden benut en dat Nederlandse kennis op gebied van water en scheepvaart kan worden ingezet ter duurzame exploratie van het gebied? Welke concrete stappen zet de regering om, naast inzet op meer regels, duurzame exploratie mogelijk te maken door gebruik te maken van Nederlandse kennis en kunde?

D66 (38)

De leden van de fractie van D66 erkennen de opkomende strategische belangen van het Noordpoolgebied. «Economische belangen voor Nederland en de Europese Unie in het Noordpoolgebied tekenen zich af», valt te lezen in het Beleidskader.

Deze leden vragen zich af hoe de regering haar belangen in gaat vullen in het Noordpoolgebied.

Hoe vindt zij de balans tussen milieubescherming enerzijds en economische belangen anderzijds?

PvdD (45)

De leden van de PvdD-fractie merken op dat de Nederlandse regering ambivalent lijkt te staan in het vraagstuk hoe het Noordpoolgebied zo goed mogelijk beschermd kan worden. Enerzijds zet de regering in op milieunormen en een meer omvattende bescherming voor het Noordpoolgebied. Anderzijds ligt de nadruk ook op het winnen van de fossiele grondstoffen die onder de ijszee liggen en die steeds meer bereikbaar worden. Kan de regering bevestigen dat het bereikbaarder worden van deze grondstoffen een gevolg is van het smelten van het zee-ijs, en dat dit een gevolg is van door mensen veroorzaakte klimaatverandering?

Kan de regering tevens bevestigen dat het winnen en het verbranden van de aardolie die nu nog veilig onder de zeebodem opgeborgen ligt, de voortgaande klimaatverandering zal verergeren?

Zo ja, deelt de regering dan de mening van de leden van de fractie van de PvdD dat dit een zeer wrange situatie oplevert?

En dat het extra wrang is wanneer Nederlandse bedrijven, zoals Shell, winsten maken uit het winnen en verkopen van deze grondstoffen?

Antwoord op de vragen 10, 18, 30, 31, 32a, 38 en 45

Klimaatverandering in het Arctische gebied is groter dan in meer gematigde klimaatzones met het smelten van zee-ijs, permafrost en kusterosie tot gevolg. Tegelijk biedt het ook zicht op snelle economische ontwikkelingen. De Nederlandse regering deelt de zorg dat deze economische ontwikkelingen in het Arctisch gebied schade kunnen toebrengen aan fragiele Arctische ecosystemen, biodiversiteit en ecosysteemfuncties.

Binnen de bestaande verdragen (bv UNCLOS, IMO, CBD), coördinerende organen (bv Arctische Raad) en bilateraal zal de Nederlandse regering blijven streven naar regelgeving van de hoogste internationale standaard om het voorbestaan van kwetsbare ecosystemen, Arctische soorten en ecosysteemfuncties te waarborgen.

De Arctische Raad is mede een milieuforum dat regelgeving stimuleert, ook t.b.v. de inheemse bevolking, en zich tevens bezig houdt met olie/gas, scheepvaart, sociale kwesties ed.) Daarom is het belangrijk dat Nederland participeert in de daaraan verbonden werkgroepen. Nederland zal eveneens steun blijven verlenen aan initiatieven van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om de milieunormen m.b.t. Arctische scheepvaart aan te scherpen. De Arctische Raad heeft een speciale werkgroep opgericht die zich, samen met de IMO, bezig houdt met deze normen. Nederland streeft er naar dat de «IMO Guidelines for Ships Operating in Arctic Ice covered Waters» (de zogeheten «Polar Code») bindend worden verklaard. Nederland zal die visie binnen de IMO actief blijven uitdragen en zich inzetten voor een zo spoedig mogelijke besluitvorming terzake.

De Nederlandse regering verleent steun aan verdere werkzaamheden en initiatieven van de IMO om de veiligheidsnormen m.b.t. de Arctische scheepvaart te verbeteren, dit gebeurt eveneens in het kader van de Polar Code. Voorts zal Nederland binnen de kaders van de EU en Arctische Raad streven naar verbetering van de maritieme toezichtcapaciteit. Het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo kan in het Noordpoolgebied een belangrijke rol spelen bij een betere en veiliger scheepvaart, maritiem toezicht en optreden bij rampen.

Nederland zal tenslotte onderzoeken of steun kan worden verleend aan het omschrijven van sommige scheepvaartroutes in het Noordpoolgebied als zijnde bijzonder kwetsbare gebieden overeenkomstig de IMO regels (indien dat door één van de kuststaten wordt voorgesteld).

V.w.b. de inheemse bevolking dient opgemerkt te worden dat binnen inheemse volkeren genuanceerd wordt gedacht over exploitatie van hulpbronnen. Velen willen het leefgebied zoveel mogelijk intact laten, maar er zijn ook voorstanders die willen profiteren van de bodemschatten die er gedolven kunnen worden. De toepassing van deze normen door de Arctische staten op hun grondgebied en continentaal plat alsmede andere staten op schepen die onder hun vlag varen zou voor een «level-playing field» moeten zorgen zonder gevolgen voor onze economische concurrentiepositie.

Nederlandse bedrijven moeten bij het uitvoeren van werkzaamheden binnen de Extended Economische Zone (EEZ) niet alleen voldoen aan de milieu en veiligheidsnormen van Nederland, maar in de eerste plaats aan de normen van de staat aan wie de EEZ behoort. Tot nu toe worden er geen economische activiteiten uitgevoerd buiten enige EEZ van een van de Arctische kuststaten.

Nederlandse bedrijven spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van technologieën voor veilige en duurzame activiteiten onder extreme omstandigheden op het land, in kustgebieden en offshore, en kunnen vanuit die positie bijdragen aan een acceptabele en verantwoorde ontwikkeling van het Noordpoolgebied, ook door anderen. Nederland zal in de relevante stimulerings- en innovatieprogramma’s op vraaggestuurde basis onderzoek- en ontwikkelingswerk inzake het waarborgen van de duurzaamheid van Arctische scheepvaart- en offshoretechnologie en Arctische civiele en waterbouwkundige technieken ondersteunen voortbouwend op expertise bij het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen. Nederland zal tevens de technologische en regulatieve samenwerking met prioritaire Arctische partners (bedrijven, kennisinstellingen en relevante overheden) bevorderen. In dit verband kan de maritieme innovatieagenda in het kader van de topsector water worden genoemd.

Ten aanzien van de rol voor het Nederlands bedrijfsleven voor wat betreft afvalberging in het Arctische gebied kan worden gewezen op de investeringen in het ontmantelen van oude Russische kernonderzeeërs en het lichten van de Koersk van de bodem van de Barentszee.

Een moratorium op bepaalde activiteiten in het Noordpoolgebied kan op een gegeven moment opportuun zijn, maar de Arctische staten zullen hiertoe het initiatief moeten nemen. De VS deden dat reeds t.a.v. visserij. Washington achtte de kennis over de vispopulaties en hun regeneratiecapaciteit in de zeeën ten noorden van Alaska te gering om gewogen besluiten over exploitatie te kunnen nemen en kondigde een moratorium af.

Cluster VIII: Belangen Nederlands bedrijfsleven/ boringen en lekkages

Vragen 39, 46, 47, 48, 50, 51 en 52

Vragen 39, 46, 47, 48, 50, 51 en 52

D66 (39)

Is de regering bereid in de internationale arena voor een moratorium te pleiten voor de winning van delfstoffen zoals olie en gas op het noordpoolgebied totdat onafhankelijk is onderzocht wat de risico’s zijn van eventuele olieboringen in het betreffende gebied, en totdat zeker is dat eventuele lekkages van olie opgeruimd kunnen worden?

Gaat de regering het Nederlandse bedrijfsleven in het Noordpoolgebied faciliteren ten behoeve van olie- en gasproductie via Project Delta Group? Hoe gaat Nederland ervoor zorgen dat in ieder geval de economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in de olie en gassector voldoen aan de door Nederland en de Europese Unie gehanteerde milieu en veiligheidsnormen?

PvdD (46)

De regering wil zich inzetten voor stringente milieu en veiligheidsnormen voor het Noordpoolgebied. De leden van de fractie van de PvdD willen graag concreet weten wat dat inhoudt: welke normen wil de regering bereiken, en op welke manier denkt zij deze inderdaad te bereiken?

En wat denkt de regering dat deze normen waard zijn, wanneer er eenmaal inderdaad in het gebied geboord zal worden naar olie en gas?

Door wie en op welke wijze zouden deze normen gehandhaafd moeten worden?

Is de regering van mening dat stringente normen de kans op een olielek ooit zullen kunnen uitsluiten?

Zo ja, waarop is deze mening gestoeld? Zo nee, waarom is de regering dan toch akkoord met boringen naar olie en gas onder dit kwetsbare gebied, als zij weet dat de risico’s op een ramp altijd aanwezig zullen zijn?

PvdD (47)

Hoe beoordeelt de regering de pogingen van Shell om in de Chukchizee en de Beaufortzee voor Alaska proefboringen te doen? Kan de regering deze vragen ook beantwoorden in het licht van de talloze incidenten die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan met schepen en boorplatforms van Shell? Deelt de regering de mening dat er veel fout is gegaan rond bijvoorbeeld het boorschip Kulluk, die met 585.000 liter olie aan boord, tijdens een storm tegen de rotsen gelopen bij het kleine eiland Sitkalidak, voor de kust van de Amerikaanse staat Alaska? Kan de regering bevestigen dat het boorschip de Noble Discoverer Noble Discoverer teveel schadelijke stoffen heeft uitgestoten in het Noordpoolgebied? Kan de regering de gevolgen hiervan voor milieu en natuur schetsen? Kan de regering bevestigen dat de Arctic Challenger, het schip dat de belangrijkste rol zou moeten spelen in geval van een olielek, ruim 400 tekortkomingen bleek te vertonen bij keuringen van de Amerikaanse kustwacht? Hoe beoordeelt de regering dit? Is de regering ervan op de hoogte dat deze Arctic Challenger, die dus een olielek in het Noordpoolgebied zou moeten kunnen opruimen, zelf verantwoordelijk is voor kleine olielekkages in de haven van Seattle? Hoe beoordeelt de regering dat?

PvdD (48)

Deelt de regering de mening dat de kansen dat er een olielek ontstaat in het Noordpoolgebied vele malen groter is dan normaal door de barre weersomstandigheden?

En deelt zij dan ook de mening van de leden van de PvdD-fractie dat de gevolgen van zo'n lek niet te overzien zijn? Immers, Noordpooldieren zijn zeer kwetsbaar: als hun leefomgeving vervuild raakt, is er geen alternatief. Zo nee, waarom niet?

Zo ja, deelt de regering dan ook de mening dat boringen niet toegestaan zouden mogen worden in het Noordpoolgebied? Is een olielek in dat kwetsbare gebied überhaupt wel te bestrijden in de barre en ijzige omstandigheden rond de Noordpool?

PvdD (50)

Het is in het Noordpoolgebied ijskoud, de zee is ruw en vol kruiend ijs en de wind kan plotseling aanzwellen tot orkaankracht. Ook de Amerikaanse geologische dienst geeft aan dat geen enkele bekende opruimmethode werkt in deze omstandigheden. In de ogen van de leden van de PvdD-fractie betekent dit dat er geen enkel risico genomen mag worden in dit gebied, en dat boringen dus niet toegestaan zouden mogen worden. Graag een reactie.

PvdD (51)

Is de regering ervan op de hoogte dat de kap aan boord van de Arctic Challenger die, in geval van een olielek, over een blowout geplaatst moet worden, tijdens het testen in rustige, warme wateren al niet bestand bleek tegen de druk, en dat dit omschreven werd door een Amerikaanse medewerker van de overheid als: «It was crushed like a beer can?» Hoe beoordeelt de regering dit?

PvdD (52)

Deelt de regering de mening dat de pogingen van Shell om toch in dit gebied te boren, terwijl er geen enkele manier is om een eventuele ramp op te ruimen en de gevolgen daarvan zeer groot zullen zijn, niet getuigen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de regering bereid om druk op Shell uit te oefenen teneinde dit bedrijf te overtuigen om deze onverstandige pogingen te staken?

Antwoord op de vragen 39, 46, 47, 48, 50, 51 en 52

Juist vanwege de barre weersomstandigheden en de specifieke kwetsbaarheid van het Noordpoolgebied staat Nederland terughoudend ten aanzien van verdergaande exploitatie van olie en gas in het Noordpoolgebied. Als dit gebeurt dan zou dit alleen kunnen plaatsvinden onder zeer strenge milieu en veiligheidsnormen. Bijna alle olie- en gasreserves liggen echter in gebieden die vallen onder de soevereiniteit van de Arctische staten.

In deze Noordpoolgebieden is het niet aan Nederland, maar aan de betreffende staat om de afweging te maken of activiteiten toegelaten kunnen worden. Deze staat beoordeelt de risico’s en is verantwoordelijk om de gevolgen op te lossen, alsmede voor de handhaving van de vergunningsvoorschriften. Wel kunnen voorwaarden geschapen worden waardoor de kans op olielekken gering wordt en gevolgen beperkt kunnen worden. De Nederlandse regering gaat ook niet over de commerciële keuzes van een bedrijf als Shell. Wel stimuleren we Shell om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.

Shell heeft een vergunning van de Amerikaanse overheid en boort binnen de EEZ van Alaska en dus van de VS. De Nederlandse regering volgt Shell’s verrichtingen in het Arctische gebied, inclusief haar nieuwe activiteiten in het Russisch Arctische gebied. Het is de Nederlandse regering tevens bekend dat Shell exploratieconcessies heeft in Groenlandse wateren. De Nederlandse regering en Shell voeren regelmatig overleg over de polaire activiteiten.

Shell heeft tegenslagen ondervonden in het 2012 programma in Alaska en heeft besloten de werkzaamheden voorlopig te staken om na nadere bestudering aanpassing van een toekomstig boorprogramma voor te bereiden. Shell voert hierover overleg met Amerikaanse overheidsinstanties.

De test van de Arctic Challenger en de verscheidene olielek interventiesystemen aan boord was een integraal onderdeel van het boorprogramma. Toen bleek dat de test niet goed uitpakte, werd meteen besloten om niet in de olie en gas houdende formaties te boren en werd er derhalve geen risico gelopen op het ontstaan van olielekken. Inmiddels zou de AC gerepareerd zijn en daarna getest en goedgekeurd door de betreffende inspectiediensten.

Nederlandse bedrijven moeten op eigen kracht contracten verwerven. De Project Delta Group is geen consortium maar een zgn. pre-competitief samenwerkingsverband t.b.v. technologie-ontwikkeling en -samenwerking. Vanuit die optiek werkt de Nederlandse overheid met PDG samen, bijv. door gezamenlijke seminars bij gelegenheid van ontmoeting met Gemengde Russisch-Nederlandse commissies. Ook steunt Nederland dat, b.v. in ISO-kader, samen met het Nederlands Normalisatie Instituut gewerkt wordt aan de verdere ontwikkeling van zulke standaarden. Nederland verwacht dat bedrijven zich houden aan de hoogste standaarden en eisen.

PvdD (49) Onderzoek PEW

Is de regering ervan op de hoogte dat de Amerikaanse milieuorganisatie PEW dit in 2010 liet onderzoeken, en dat de conclusie van het uitvoerige rapport luidde: elke poging een olievlek op te ruimen is hier gedoemd te mislukken? Zo nee, is de regering bereid deze studie alsnog tot zich te nemen en de reactie hierop aan de Kamer te doen toekomen?

Antwoord op vraag 49

Een dergelijk onderzoek met dezelfde conclusie werd in 2008 door WWF uitgevoerd (Oil Spill Response Challenges in Arctic Waters). Belangrijke spelers in de olie en gas industrie hebben de bevindingen van dit rapport beaamd. Het is volgens de Nederlandse regering dan ook essentieel dat de vergunningverlenende autoriteiten/landen de hoogst mogelijke veiligheids- en milieueisen in lijn met wat nodig is, stellen.

PvdD (53) Aansprakelijkheidsregels Antarcticaverdrag

Onder het milieuprotocol bij het Verdrag inzake Antarctica zijn ook aansprakelijkheidsregels opgenomen voor milieubedreigingen. Is het de inzet van de regering om dit ook voor het Noordpoolgebied te regelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze, en hoe zouden deze aansprakelijkheidsregels er dan uit moeten zien volgens de minister?

Deze aansprakelijkheidsregels onder het Verdrag inzake Antarctica gaan tot nu toe slechts over aansprakelijkheid voor bestrijdingsacties in geval van milieubedreigende noodsituaties. Deze maatregel voorziet dus niet in alomvattende milieubescherming. In 2015 zou door de verdragspartijen verder gesproken worden over het uitbreiden van deze maatregelen naar een meer omvattende milieubescherming, kan de regering daar al een voortgang over melden? Aan de Kamer is eerder gemeld dat er in de tussenliggende periode, op initiatief van Nederland, onderzoek zou worden gedaan naar de technische en economische haalbaarheid van acties om het milieu te herstellen in het Antarctisch gebied. Kan de regering aangeven of dit onderzoek ondertussen al resultaten heeft opgeleverd? De leden van de PvdD-fractie vermoeden dat het in Antarctica, net zo min als in het Noordpoolgebied, mogelijk is om eenmaal toegebrachte milieuschade volledig te herstellen, deelt de regering die indruk? Welke consequenties verbindt zij hieraan met betrekking tot het soort en aantal activiteiten dat in deze kwetsbare gebieden zou mogen worden toegestaan?

Antwoord op vraag 53

Vanaf de start van de besprekingen over de aansprakelijkheidsregeling voor Antarctica op grond van artikel 16 van het Protocol inzake milieubescherming heeft Nederland zich ingezet voor een veelomvattend regime, maar dit doel bleek uiteindelijk onhaalbaar. De in 2005 aangenomen Annex VI bij het Protocol heeft daarom een beperkte reikwijdte. Zo heeft de Annex enkel betrekking op situaties die als incident milieu bedreigende noodsituaties aangemerkt kunnen worden en zijn geen regels opgenomen over het herstel van schade die niet kon worden voorkomen. Met andere landen heeft Nederland evenwel laten vastleggen dat de Annex een eerste stap is in de ontwikkeling van een aansprakelijkheidsregeling. Besluitvorming over het starten van verdere onderhandelingen is voorzien in 2015, afhankelijk van het door de leden van de PvdD bedoeld onderzoek naar de mogelijkheden van herstel van schade in Antarctica. Dit onderzoek is inmiddels uitgevoerd en de uitkomsten worden tijdens de komende vergadering van het Milieucomité (parallel aan de ATCM in Brussel (20-29 mei 2013)) besproken. Het onderzoek maakt duidelijk dat herstelmaatregelen in Antarctica zeker niet ondenkbaar zijn, al moeten de te nemen maatregelen en de haalbaarheid daarvan wel van geval tot geval beoordeeld worden. Het hangt af van de aard van de schade en het natuurlijk herstel. Dit bevestigt de noodzaak om activiteiten te reguleren op grond van het preventie- en voorzorgbeginsel. Nederland pleit voor deze benadering ten aanzien van diverse onderwerpen (zie bijvoorbeeld de vragen inzake toerisme), maar besluitvorming vraagt uiteindelijk consensus binnen de ATCM.

PvdD (56) Winning delfstoffen op Noordpool

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zouden graag zien dat de regering zich met meer ambitie inzet voor de zeer kwetsbare natuurgebieden die onze polen vormen, en vragen de regering om de economische belangen van bedrijven zoals bijvoorbeeld Shell opzij te schuiven, en zich te richten op de grote ecologische belangen van deze gebieden. Alleen als Nederland en Nederlandse bedrijven zelf niet meedoen aan de pogingen de grondstoffen onder deze natuurgebieden te winnen, zal een oproep van de regering voor behoud van de natuurwaarden serieus genomen kunnen worden. Graag een reactie.

Antwoord op vraag 56

Het is niet aan de Nederlandse regering om prioriteiten te geven aan ontwikkelingen in het Arctische gebied. De Arctische staten zullen de licenties uitgeven voor exploratie en productieactiviteiten in het Arctische gebied. Met name in Canada en Groenland hebben de Inuit verregaand zelfbeschikkingsrecht, ook over bodemschatten. En het is niet zo, dat zij tegen de winning daarvan zijn. Zij bepalen deels zelf de randvoorwaarden voor exploitatie.

PvdA (11) Geopolitieke spanning Noordpool

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de Nederlandse regering de geopolitieke spanning beziet die kan ontstaan door de toegang tot nieuwe olie- en gasreserves en de ontsluiting van nieuwe handelsroutes?

Antwoord op vraag 11

De bewezen olie- en gasreserves liggen voor het allergrootste deel in gebieden die vallen onder de rechtsmacht van de Arctische staten. Het staat geologisch vrijwel vast dat in de Centrale Arctische Oceaan – buiten elke te claimen zone – geen minerale reserves bestaan. De geopolitieke spanning zal dus voornamelijk de zijdelingse afbakeningen van de maritieme zones betreffen. De onderlinge sfeer van samenwerking tussen de Arctische staten is thans goed. De voornaamste in de nabije toekomst voorzienbare veiligheidsproblemen hebben geen militair karakter, maar liggen naar verwachting op het vlak van civiele, ecologische en maritieme veiligheid. Zie ook de antwoorden op vragen 5, 23 en 25.

Cluster IX: Toerisme

Vraag 14, 22, 35, 40 en 54a

Vraag 14, 22, 35, 40 en 54a

PvdA (14)

De leden van de PvdA-fractie willen graag weten wat de regering bedoelt met het streven naar de ontwikkeling van een geïntegreerde lange-termijn visie inzake Antarctisch toerisme? Wie zou deze visie moeten ontwikkelen, wat is daarvoor de termijn en hoe draagt Nederland hieraan bij? Welke maatregelen zijn nodig om de gevolgen van toerisme voor Antarctica als reservaat voor natuur en vrede te beperken?

PVV (22)

De leden van de PVV-fractie betreuren het dat Nederland geen steun zal verlenen aan voorstellen gericht op het toestaan van activiteiten met betrekking tot delfstoffenwinning of permanente toeristische infrastructuur. Is de regering bereid met een open blik te kijken naar veilige manieren om delfstoffen te winnen? Wat de leden van de PVV-fractie betreft moet er geen hek om de natuur gezet worden. De mens mag genieten van de natuur. Deze leden geloven dat de toeristische branche primair zelf verantwoord toerisme dient te reguleren. Graag vernemen deze leden waarom de regering zich hiertegen verzet.

CDA (35)

Ten aanzien van Antarctica steunt de regering ontwikkeling van duurzaam toerisme en zelfregulering van de toerismebranche. Kan de regering aangeven in hoeverre deze inzet overeenkomt met de wens de ongerepte natuur van Antarctica te behouden en bij te dragen aan een lange termijnvisie voor toerisme op het continent? Welke inzet kiest de regering? Graag een reactie.

D66 (40)

De leden van de fractie van D66 willen graag antwoord op de vraag hoe een geïntegreerde lange-termijn visie met voldoende randvoorwaarden voor duurzaam Antarctisch toerisme vorm zal krijgen.

Hoe draagt de Europese Unie bij aan het ontwikkelen van deze visie?

Welke maatregelen zijn er volgens de regering nodig om de natuur te beschermen op Antarctica?

Is er een bereidheid binnen de regering om alle maatregelen die nodig zijn te nemen om het Arctisch gebied te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het toerisme? Zo ja, hoe zullen deze maatregelen er uit komen te zien?

Zou bijvoorbeeld een keurmerk voor duurzaam toerisme hierbij van waarde kunnen zijn, zodat reizigers kunnen kiezen voor een verantwoord bezoek en de aanbieders dit terugzien in de prijs?

PvdD (54a)

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden het ook van groot belang dat Antarctica zijn ongerepte karakter behoudt en dat de menselijke aanwezigheid geen nadelige invloed heeft op de natuur, het milieu en de wilde dieren. Antarctica is één van de laatste ongerepte plaatsen op aarde, maar raakt steeds meer in trek bij toeristen. Deze leden vrezen voor aantasting van het waardevolle gebied door toerisme.

Antwoorden op de vragen 14, 22, 35, 40 en 54a

De Nederlandse regering acht het niet nodig om iedere vorm van Antarctisch toerisme te verbieden. Kleinschalig duurzaam toerisme, gebruikmakend van schepen, waarbij afzonderlijke en cumulatieve invloeden op Antarctische waarden worden voorkomen, wordt door Nederland al meerdere jaren toegestaan. Permanente faciliteiten voor toerisme moeten naar het oordeel van de regering niet toegestaan worden, met name vanwege de effecten die dergelijke ontwikkelingen (afzonderlijk en door cumulatie) op de wilderniswaarden van het gebied zullen hebben. De International Association of Antarctic Touroperators (IAATO) heeft daartoe een zelfreguleringsregime ontwikkeld, maar dit maakt overheidsoptreden niet altijd overbodig.

Een adequate bescherming van Antarctica is gebaat bij een internationale aanpak van het toerisme op het niveau van de ATCM. Nederland acht het van groot belang dat de ATCM een proactieve benadering kiest ten aanzien van ontwikkelingen die in de toekomst nadelige gevolgen veroorzaken voor de Antarctische waarden (o.a. Antarctische flora en fauna, wilderniswaarden, wetenschappelijke waarden). Nederland zal pleiten voor een proactieve aanpak op de ATCM XXXVI in Brussel (20-29 mei 2013). De Europese Unie is niet direct betrokken bij de regulering van activiteiten, zoals toerisme, op Antarctica. Wel wordt regelmatig tijdens de ATCM met andere EU-lidstaten, die betrokken zijn bij het Antarctisch Verdragssysteem, overleg gepleegd.

De Nederlandse regering is bereid een bijdrage te leveren aan de bescherming van het Arctische gebied tegen negatieve gevolgen van toerisme, maar is daarbij sterk afhankelijk van internationale samenwerking. Op in Nederland georganiseerde activiteiten is de Wet bescherming Antarctica van toepassing. Indien activiteiten worden georganiseerd in andere staten, dan zullen de initiatiefnemers aan de regelgeving van die landen moeten voldoen. Voorts maakt Nederland zich binnen de IMO sterk voor de totstandkoming van een juridisch verbindende Polar Code inzake veiligheid van schepen in polaire wateren.

Over een keurmerk (accreditatiesysteem) voor duurzaam toerisme is enkele jaren geleden binnen de ATCM uitvoerig gesproken. Nederland stond destijds open voor dit instrument, maar de besprekingen leidden toen niet tot overeenstemming. Overigens kan het lidmaatschap van het zelfreguleringsysteem van de IAATO (zie hieronder) in de praktijk ook als een zeker keurmerk gezien worden. Het werk van IAATO wordt door veel partijen bij het Antarctisch Verdrag positief gewaardeerd. In het Arctisch gebied is ook een zelfreguleringssysteem tot stand gekomen, al is dit systeem aanzienlijk minder ontwikkeld.

Voor het antwoord op vraag 22 inzake delfstofwinning wordt verwezen naar cluster VI.

Cluster X: Onderzoek

Vragen 15, 41 en 55

Vragen 15, 41 en 55

PvdA (15)

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan aangeven hoe de samenhang en synergie tussen het wetenschap en beleid gestuurd onderzoek wordt vormgegeven? Is er binnen het Polaire Programma mogelijkheid om meer ruimte te maken voor onderzoek gerelateerd aan mens en economie, denk daarbij bijvoorbeeld aan de relatie tussen toerisme en milieu? Zo ja, acht de regering dit wenselijk? Wat is de visie van de regering op Nederlandse onderzoeksfaciliteiten op Antarctica? Is het plaatsen van de Nederlandse onderzoekslaboratoria een eerste stap naar een Nederlands onderzoeksstation? Is het Nederlandse beleid om substantieel wetenschappelijk onderzoek uit te voeren zonder eigen infrastructuur op Antarctica op de lange termijn houdbaar?

D66 (41)

Is er binnen de regering de ambitie om, al dan niet op de lange termijn, een eigen onderzoeksstation op Antarctica te bezitten?

Kunnen de vier mobiele laboratoria die sinds januari 2013 aanwezig zijn een meer permanente status krijgen?

Zo ja, wat zijn de concrete gevolgen daarvan voor de onderzoekspositie van Nederland op Antarctica?

Zo nee, hoe ziet het kabinet de onderzoekspositie van Nederland op de lange termijn zonder permanent onderzoeksstation?

Is de financiering van het Polaire Programma de komende jaren zeker? Blijft het zwaartepunt voor de financiering van poolonderzoek ook in de toekomst bij de ministeries liggen? Kan de regering aangeven hoe de samenhang tussen wetenschapsgestuurd en beleidsgestuurd onderzoek in de praktijk vorm zal krijgen?

PvdD (55)

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vrezen aantasting van het waardevolle gebied op Antarctica door wetenschappelijk onderzoek. Laatst bleek dat het juist de wetenschappers zijn die zaden van exoten meenemen onder hun schoenen naar dit kwetsbare continent. Deelt de regering de zorgen hierover? Worden er naar aanleiding van deze bevindingen extra maatregelen genomen om de introductie van invasieve exoten tegen te gaan? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet, en is de regering bereid om in ieder geval voor Nederlandse onderzoekers hier maatregelen voor te treffen?

Antwoord op de vragen 15, 41 en 55

De samenhang en synergie tussen het wetenschaps- en beleidsgestuurd onderzoek wordt vormgegeven via het Nederlands Polair Programma in het Interdepartementaal Polair Overleg en in de uitvoering via de beoordeling van de calls for proposals. Het onderzoek wordt in twee clusters uitgevoerd: wetenschapsgestuurd en beleidsgestuurd. Voor honorering in beide clusters is wetenschappelijke kwaliteit een absoluut vereiste. Verder is er op voorhand geen beperking van welk domein dan ook. Uiteraard kan via de aansporing vanuit vakdepartementen de wenselijkheid voor bepaald type onderzoek geuit worden. Het hangt natuurlijk af van de inzet van onderzoekers of er daadwerkelijk ook honoreerbare projecten tot stand komen.

De regering is er mee ingenomen dat de onderzoeksfacilitieit op Antarctica tot stand is gebracht. Met name de coöperatieve opstelling van de British Antarctic Survey (BAS) in de samenwerking met NWO heeft aan dit resultaat bijgedragen. De samenwerking met de BAS, en in het bijzonder het medegebruik van al hun faciliteiten ter plaatse, maakt het mogelijk voor Nederland goede faciliteiten te bieden aan onderzoekers zonder het bezit van een eigen station. Dat blijkt ook uit het semi-permanente karakter van de Nederlandse onderzoekfaciliteit, die bestaat uit transporteerbare laboratoria. Deze faciliteit draagt bij aan het substantiële karakter van het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek, maar het Nederlandse polaire onderzoek heeft in de afgelopen decennia laten zien dat substantiële wetenschappelijke bijdragen geleverd kunnen worden zonder eigen wetenschappelijk basisstation. Zolang Nederland dat wenst en overeenstemming kan bereiken met het VK over de voorwaarden voor het gebruik van het Britse station, is het mogelijk onderzoek uit te voeren met behulp van de mobiele laboratoria.

De financiering van het Polaire Programma is via het Convenant verzekerd t/m 2015

Ook in de toekomst blijft het zwaartepunt voor de financiering van het poolonderzoek bij de ministeries liggen.

Nederland heeft meegedaan aan het onderzoek inzake exoten en dus mede aan de basis gestaan van de uitkomsten. Als maatregel heeft de Council of Managers of National Antarctic Programs (COMNAP) inmiddels al risicoverminderende maatregelen ontwikkeld om het ongezien transporteren van exoten naar Antarctica te voorkomen.

SP (29) Schendingen van Mensenrechten

De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat de bescherming van de rechten van inheemse volkeren – en dus ook de Arctische volkeren – een integraal onderdeel van het Nederlandse mensenrechtenbeleid vormt en dat daar waar in een Arctisch land de mensenrechtensituatie van deze volkeren niet voldoet aan de internationale normen, Nederland multilaterale initiatieven tot actie zal ondersteunen en waar opportuun ook bilateraal de positie van deze volkeren aan de orde zal stellen. Kan de regering aangeven in hoeverre zij van mening is dat de mensenrechtensituatie van de verschillende inheemse volkeren in de Arctische landen op dit moment voldoet aan de internationale normen, welke multilaterale initiatieven op dit moment worden gesteund en of de positie van deze volkeren bilateraal al eens aan de orde is gesteld?

Antwoord op vraag 29

Nederland heeft de ambitie om bij te dragen aan het tegengaan van schendingen van de mensenrechten van inheemse volkeren in de Arctische staten. De bescherming van de rechten van nationale minderheden is uitgegroeid tot een belangrijk aandachtsgebied in internationale fora, waaraan Nederland deelneemt, zoals de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

De Arctische Raad biedt een platform aan inheemse volkeren om hun situatie aan de orde te stellen. In de Arctische Raad zijn de organisaties van inheemse volkeren als «Permanent Participants» bij de discussies betrokken. Niettemin mag uit het gebruik van het woord «volkeren» in de oprichtingsverklaring van de Arctische Raad geen conclusie worden getrokken met betrekking tot de rechten van inheemse volkeren, in het bijzonder het zelfbeschikkingsrecht, die het internationale recht aan het woord « volkeren» verbindt. In Canada en in Groenland is weliswaar verregaand zelfbestuur toegekend aan inheemse gemeenschappen, maar in de Russische Federatie staan regio’s momenteel onverschillig tegenover hun inheemse volkeren en vinden er schendingen plaats van hun wettelijke rechten en belangen. Nederland zal ook in het bilaterale Nederland-Rusland jaar 2013 het belang van maatschappelijke organisaties voor de ontwikkeling van een democratische samenleving blijven benadrukken, zoals is gedaan tijdens het bezoek op 8 april 2013 van President aan Nederland.


X Noot
1

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het EuropeesParlement «De Europese Unie en het Noordpoolgebied», dd. 20 november 2008, Document COM(2008) 763 definitief

X Noot
2

Mededeling van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger aan de Raad en het Europese Parlement Ontwikkeling van een EU Beleid ten opzichte van het Noordpoolgebied: vooruitgang sedert 2008 en volgende stappen d.d. 26 juni 2012, Document JOIN(2012)19

Naar boven