Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2013
Op 9 april 2013 zal in Den Haag de halfjaarlijkse bijeenkomst van het Non-Proliferation
and Disarmament Initiative (NPDI) plaatsvinden. Graag informeer ik uw Kamer over de
Nederlandse inzet bij deze bijeenkomst.
In 2010 hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van Japan en Australië het initiatief
genomen om, met een regio-overschrijdende groep landen op ministerieel niveau, voortgang
te maken op de ontwapenings- en non-proliferatieagenda. Het NPDI wil dit bereiken
door middel van praktische stappen op basis van de actiepunten uit het slotdocument
van de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) in 2010. Het uiteindelijke
doel van deze inspanningen is een kernwapenvrije wereld, zoals dit ook in het NPV
is neergelegd. Overige leden zijn Canada, Chili, Duitsland, Mexico, Nederland, Polen,
Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten.
Nederland hecht groot belang aan de praktische initiatieven die worden ontplooid door
deze groep en ziet uit naar het gastheerschap van de aanstaande bijeenkomst in Den
Haag. Deze NPDI-ministeriële richt zich onder meer op de inzet voor de bijeenkomst
van het NPV Voorbereidingscomité, die van 22 april tot 3 mei 2013 zal plaatsvinden
in Genève. Het NPDI heeft daarbij de volgende prioriteiten.
Op het terrein van ontwapening moedigt het NPDI de kernwapenstaten aan tot grotere
transparantie met betrekking tot hun kernwapenarsenalen. Het heeft daarvoor een nieuwe
systematiek voorgesteld met als doel bij te dragen aan de discussie tussen deze staten
over transparantie en rapportage over hun wapenarsenalen en ontwapeningsactiviteiten.
Dit wordt bepleit bij de kernwapenstaten.
Daarnaast streeft het NPDI er naar om de rol en betekenis van kernwapens in militaire
doctrines te verminderen. Het roept kernwapenstaten op om daartoe maatregelen te nemen
en wil hierover een discussie op gang brengen binnen de NPV-gemeenschap. Ten slotte
wil het NPDI de kernwapenstaten aansporen om verdergaande stappen te zetten op het
terrein van ontwapening. In dat verband wordt ook gesproken over de noodzaak om ook
niet-strategische kernwapens in toekomstige nucleaire ontwapeningsprocessen op te
nemen.
Behalve voor ontwapening, zet het NPDI zich ook in voor versterking van het waarborgensysteem
(safeguards) van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA). Daarbij kan gedacht worden
aan universalisering van belangrijke juridische instrumenten, zoals het IAEA Additioneel
Protocol.
Op het gebied van non-proliferatie zal het NPDI ook spreken over landen die hun internationale
verplichtingen op dit gebied niet nakomen, zoals Iran en Noord-Korea.
De landen van het NPDI erkennen voorts het gevaar van nucleair terrorisme en steunen
Nederland bij het realiseren van de doelstellingen van de Nuclear Security Summit 2014 in Den Haag waaraan zij alle zullen deelnemen. De landen van het NPDI zetten zich
gezamenlijk in voor de ratificatie van de geamendeerde Conventie voor de Fysieke Beveiliging
van Nucleair Materiaal om spoedige inwerkingtreding te bevorderen.
Na afloop van deze bijeenkomst zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Zoals ik heb toegezegd tijdens het AO NAVO van 21 november jl., zal ik uw Kamer later
dit voorjaar per brief informeren over de brede visie van de regering op nucleaire
ontwapening, wapenbeheersing en non-proliferatie.
De minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans