33 400 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Nr. 78 MOTIE VAN HET LID KLEIN

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 8 april 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er veel maatschappelijke initiatieven worden opgesteld als alternatief voor door de minister van I&M voorgenomen projecten;

overwegende dat de code Maatschappelijke participatie een goede basis vormt voor overleg met burgers;

overwegende dat in de afweging tussen diverse alternatieven voor projecten goede objectieve, cijfermatige onderbouwing, zowel verkeerskundig, geluidstechnisch als financieel, noodzakelijk is;

overwegende dat het bepalen of een alternatief initiatief kansrijk is door de verantwoordelijke bestuurder wordt gedaan;

constaterende dat in de beoordeling van de oplossingsrichtingen veel wisselende cijfermatige onderbouwingen gedurende de vaak meerjarige voorbereidingsperiode het gevolg zijn;

verzoekt de regering om, te komen tot een nadere uitwerking van de code Maatschappelijke participatie, om onafhankelijk onderzoek van alternatieven mogelijk te houden, ook als de verantwoordelijke bestuurder een besluit genomen heeft en dit alternatief niet verder in het planproces wil betrekken, tot het project aanbesteed is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Klein

Naar boven