33 169 EU-voorstel: Richtlijn bescherming persoonsgegevens bij gebruik door politiële en justitiële autoriteiten (COM(2012)10) en EU-voorstel Verordening algemeen kader bescherming persoonsgegevens (COM(2012)11)1

Z BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2015

Bij brief van 26 mei 2015, nr. 157160.01u, hebben de voorzitters van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie enige vragen gesteld over de rapportage met betrekking tot de onderhandelingen over de Algemene verordening gegevensbescherming en de richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging die ik bij brief van 22 april 2015 (Kamerstukken I 20114/15, 33 169, X) aan u zond.

Ik reageer daar graag op. Allereerst ben ik de leden van de commissies erkentelijk voor hun begrip voor de omstandigheid dat ik in een openbare schriftelijke communicatie die betrekking heeft op diplomatieke onderhandelingen de standpuntbepalingen van individuele lidstaten niet kan weergeven. Ik ben het verder graag met de leden van de commissies eens dat een verder begrip van de onderhandelingen kan worden bereikt door expliciet te verwijzen naar de nummers van de onderhandelingsdocumenten die voor raadpleging door uw Kamer via extranet beschikbaar zijn. Ik ben dan ook graag bereid gehoor aan het verzoek van de leden van de commissies te geven om in volgende rapportages de nodige verwijzingen op nemen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Zie dossiers E120003 en E120004 op www.europapoort.nl.

Naar boven