Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33159 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33159 nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2015
Hierbij zend ik uw Kamer de evaluatie van instellingen die wettelijke taken uitvoeren op grond van de Metrologiewet1. In deze brief schets ik de achtergrond en de opzet van de evaluatie, vat ik de conclusies en de aandachtspunten van de onderzoekers samen en geef ik aan op welke wijze een vervolg wordt gegeven aan de resultaten van het onderzoek.
In 2007 is de Metrologiewet in werking getreden. In deze wet worden eisen gesteld aan meeteenheden en aan meetinstrumenten die voor nader bepaalde meettaken worden gebruikt. Deze eisen dienen onder meer de eerlijke handel, consumentenbescherming en volksgezondheid.
Voorschriften aan meetinstrumenten/toezicht
Ten aanzien van een aantal typen meetinstrumenten zijn eisen gesteld om een correct meetresultaat te waarborgen. Door middel van conformiteitsbeoordelingen wordt getoetst of een meetinstrument aan die eisen voldoet. Voor deze toetsing kunnen instanties worden aangewezen door de Minister van Economische Zaken. Op dit moment zijn daarvoor vijf instanties aangewezen met betrekking tot één of meer meetinstrumenten: Kalibra International B.V, Kema Quality B.V., Kiwa N.V., NMi-Certin B.V. en SGS Nederland B.V. Indien dit bij hun aanwijzing is bepaald kunnen deze instanties vervolgens andere instanties erkennen (erkende keurders), die een keuring kunnen verrichten van meetinstrumenten die in gebruik zijn genomen. Op grond van artikel 27 van de Metrologiewet vindt het toezicht op de naleving van deze wet vindt plaats door Verispect B.V. (hierna: Verispect). Daarnaast zijn het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) belast met toezichthoudende taken ten aanzien van bepaalde meetinstrumenten die in de mijnbouw respectievelijk gezondheidszorg worden gebruikt (op grond van artikel 28 van de Metrologiewet).
Aanleiding
Artikel 40 van de Metrologiewet bepaalt dat de Minister van Economische Zaken elke vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag uitbrengt over de doeltreffendheid van het functioneren van (1) de aangewezen instanties en van (2) de toezichthoudende instantie (Verispect), alsmede in voorkomend geval van (3) een krachtens artikel 28 aangewezen instelling (in casu SodM en IGZ). Tevens is bepaald dat de Minister elke vier jaar aan de Staten-Generaal verslag uitbrengt over de doelmatigheid van het functioneren van de toezichthoudende instantie (Verispect). De onderhavige evaluatie is de tweede sinds het in werking treden van de Metrologiewet en betreft de periode 2011–2014.2
De evaluatie van het functioneren van instellingen met wettelijke taken op grond van de Metrologiewet is uitgevoerd door adviesbureau Kwink Groep. Voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de toezichthouders (Verispect, SodM en IGZ) is een analyse gemaakt van de resultaten van hun taakuitvoering, namelijk de naleving van metrologische regelgeving door gebruikers van meetinstrumenten en het vertrouwen dat consumenten en bedrijven hebben in de betrouwbaarheid van meetinstrumenten. Bij de beoordeling van de doelmatigheid van de werkwijze van Verispect is onder andere gekeken naar de zorgvuldigheid van de uitvoering van het toezicht, het handhavingsbeleid en de wijze waarop de prioriteiten in het toezicht zijn gesteld. Bij de beoordeling van de doeltreffendheid van de eerder genoemde vijf instanties die op grond van de Metrologiewet zijn aangewezen voor het verrichten van conformiteitsbeoordelingen van meetinstrumenten die fabrikanten op de markt willen brengen, is een analyse gemaakt van zowel de zorgvuldigheid van de taakuitvoering (en waarborgen daarvan) als van eventuele klachten en/of opmerkingen van stakeholders zoals fabrikanten, leveranciers, keurders en onderhoudsbedrijven hierover.
Verispect
Volgens het onderzoeksbureau zijn de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van Verispect in vergelijking met de vorige evaluatieperiode toegenomen. De doeltreffendheid blijkt onder meer uit het onverminderd grote vertrouwen in de betrouwbaarheid van meetinstrumenten, aangezien het aantal klachten zeer laag is in relatie tot het aantal in gebruik zijnde meetinstrumenten. Ook bij meer uitgebreide en diepgaande controles blijken de nalevingspercentages onverminderd hoog te zijn.
De onderzoekers wijzen erop dat Verispect een belangrijke stap heeft gezet door de prioritering van toezichtactiviteiten aan te passen aan de uitkomsten van een uitgevoerde risicoanalyse. Ook wijzen zij erop dat gekozen is een groter accent te leggen op markttoezicht (dat is gericht op meetinstrumenten op het moment dat zij in de handel worden gebracht). Die activiteiten zijn een belangrijke aanvulling op het toezicht op in gebruik genomen meetinstrumenten. Sinds 1 januari 2015 maakt Verispect systematisch gebruik van de handhavingsinstrumenten dwangsom en bestuursdwang. Kwink Groep verwacht dat dit positief zal bijdragen aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van het toezicht. Ook besteedt Verispect meer aandacht aan voorlichting over metrologische eisen, met name ten aanzien van de eisen aan meetinstrumenten in sectoren waar de naleving relatief laag is. Ten slotte wijst Kwink Groep erop dat de efficiency bij controles is verbeterd door de ingebruikname van een (op internet gebaseerd) systeem waardoor controleurs op de plek van controles toegang hebben tot meer (internationale) documentatie die noodzakelijk is bij het vaststellen van non-conformiteiten.
De onderzoekers zien mogelijkheden om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het toezicht op de naleving van de Metrologiewet verder te verbeteren. Zij missen een integrale toezichtstrategie op grond waarvan onderbouwde en expliciete afwegingen kunnen worden gemaakt over het inzetten op toezicht op reeds in gebruik genomen meetinstrumenten versus toezicht op door fabrikanten in de handel gebrachte meetinstrumenten en over het inzetten op verschillende vormen van repressief toezicht (zoals handhaving) versus vormen van preventief toezicht (zoals voorlichting). Voorts beveelt Kwink Groep aan om door te gaan op de ingeslagen weg van het nieuwe handhavingsbeleid. Ten slotte adviseert zij dat formeel wordt vastgelegd dat periodiek risicoanalyses worden uitgevoerd en dat nalevingspercentages meer gedetailleerd naar specifieke omstandigheden worden vastgesteld zodat interventies specifieker gemaakt kunnen worden.
Sectorspecifieke toezichthouders
Kwink Groep stelt vast dat er geen (of nauwelijks) klachten zijn ten aanzien van de meetinstrumenten waarop SodM en IGZ toezicht houden. De onderzoekers wijzen erop dat de toezichtstrategie van IGZ afwijkt van die SodM en Verispect in de zin dat IGZ alleen signaal gedreven optreedt en geen steekproefsgewijze controles uitvoert. Een onderbouwing van dit verschil in benadering hebben zij niet aangetroffen. Kwink Groep merkt op dat de taak op het gebied van metrologie explicieter in de afwegingen binnen IGZ zou moeten worden meegenomen. De onderzoekers wijzen er ten slotte op dat IGZ geen werknemers formeel heeft aangewezen die belast zijn met het toezicht op de Metrologiewet.
Aangewezen instanties
Ten aanzien van de aangewezen instanties concludeert Kwink Groep dat de kwaliteit en doeltreffendheid van hun functioneren net als in de voorgaande evaluatieperiode onverminderd hoog zijn. Het aantal klachten over het functioneren ervan is laag. Dat geldt ook voor het aantal ingediende bezwaren en/of beroepen tegen beslissingen van aangewezen instanties. De onderzoekers wijzen erop dat het markttoezicht door Verispect voorziet in een extra kwaliteitsprikkel richting de aangewezen instanties.
Op basis van de evaluatie stel ik vast dat de onderzoekers over het geheel genomen een positief oordeel hebben over het functioneren van de Metrologiewet in de praktijk en van de onder de Metrologiewet aangewezen instellingen.
Ik heb uw Kamer bij brief van 3 maart 2015 op hoogte gesteld van mijn voornemen het toezicht op de naleving van de Metrologiewet dat nu wordt uitgevoerd door Verispect te positioneren bij het Agentschap Telecom.3 Dit zal bijdragen aan de verdere verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid hiervan. Ook de aanbevelingen van Kwink Groep kunnen hieraan bijdragen. Ik zal deze aanbevelingen betrekken bij de voorgenomen overdracht van het toezicht naar het Agentschap Telecom.
Ik zal IGZ vragen om een nadere onderbouwing van de door IGZ gehanteerde toezichtstrategie. IGZ zal in de Staatscourant publiceren welke werknemers zijn belast met het toezicht op de Metrologiewet.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
De eerste evaluatie is op 30 januari 2012 aan de Tweede Kamer gezonden (zie: Kamerstuk 33 159, nr. 1).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33159-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.