Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2019
Op 26 augustus jongsleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over de inzet van onder andere
verschillende gemeenten en onderwijsinstellingen om de jaarlijkse piek in de vraag
naar studentenhuisvesting het hoofd te bieden (Kamerstuk 33 104, nr. 22). Hierin heb ik laten weten dat lokale partijen (gemeenten, huisvesters en onderwijsinstellingen)
dit jaar hun inspanningen hebben geïntensiveerd om (internationale) studenten goed
voor te lichten over huisvesting in Nederland, slim en creatief gebruik te maken van
bestaande huisvesting voor opvang tijdens de piekperiode en als uiterste maatregel
tijdelijke noodvoorzieningen beschikbaar te stellen, om op die manier te voorkomen
dat studenten bij aanvang van hun studie geen dak boven hun hoofd hebben. Deze inspanningen
vloeien voort uit het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting. Om goed inzicht te
krijgen en te houden in de ontwikkelingen van de huisvesting van studenten bied ik
u, mede namens de Minister van OCW, hierbij de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting
2019 aan1.
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2019 (LMS) is het achtste rapport in een
reeks die sinds 2012 jaarlijks verschijnt. De monitor schetst weer een beeld van de
omvang, samenstelling en verwachte ontwikkelingen voor de komende acht jaar van de
studentenpopulatie en de studentenhuisvesting. Tevens is er aandacht voor betaalbaarheid,
woonwensen, internationale studenten en MBO-studenten.
Kernboodschap
Het aantal studenten is in de afgelopen 8 jaar met 19% gestegen. In komende 8 jaar
wordt een groei verwacht van 1%. De trend van de afgelopen jaren zet zich door: het
aantal uitwonende Nederlandse studenten blijft dalen. Toch blijft de vraag naar studentenhuisvesting
toenemen. Dit komt door een blijvende toename van het aantal internationale studenten.
Wijzigingen ten opzichte van de LMS 2018
Jaarlijks wordt gewerkt aan doorontwikkeling, kwaliteitsverbetering en aansluiting
bij de actualiteit. Dit jaar is in de monitor een correctie toegepast op het geregistreerde
aantal thuis- en uitwonende studenten. Sinds invoering van het studievoorschot, is
er voor uitwonende studenten geen financiële aanleiding om zich op het nieuwe adres
in te schrijven. Uit onderzoek blijkt dat 7% van de thuiswonende studenten (volgens
de BRP) in werkelijkheid uitwonend is. Deze correctie is met terugwerkende kracht
in de monitor doorgevoerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren