Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2014
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft per brief van 5 december 2013 een
reactie gevraagd op een bericht in de Boerderij getiteld «Ministerie maakte «lek»
in mestwet bewust». Hierbij geef ik u de gevraagde reactie.
Er is in Nederland een mestoverschot. De mestverwerkingsplicht, die per 1 januari
2014 in werking is getreden, moet ervoor zorgen dat op termijn voldoende dierlijke
meststoffen worden verwerkt, zodat hetgeen resteert binnen de geldende gebruiksnormen
kan worden toegepast in de Nederlandse landbouw.
De mestverwerkingsplicht geldt – zoals u weet – voor alle individuele veehouders,
die op hun bedrijf meer dierlijke meststoffen produceren dan ze op het eigen bedrijf
kunnen plaatsen. Deze veehouders dienen een deel hiervan te verwerken. De hoeveelheid
die ze moeten verwerken, wordt uitgedrukt in kilogrammen fosfaat. Hierbij wordt –
evenals in het stelsel van gebruiknormen en gebruiksvoorschriften – geen onderscheid
gemaakt in soorten dierlijke meststoffen.
De Meststoffenwet biedt individuele veehouders de mogelijkheid om hun mestverwerkingsplicht
geheel of gedeeltelijk over te dragen aan andere veehouders. Hierbij is een schot
aangebracht tussen pluimveehouders – die al veel mest verwerken – en andere veehouders.
Dit schot leidt ertoe dat pluimveehouders de mestverwerkingsplicht niet kunnen overnemen
van andere veehouders en andersom. Hiermee komt ook vanuit de andere veehouders de
verwerking van dierlijke meststoffen op gang.
De verwerker is verplicht om de hoeveelheid dierlijke meststoffen, die hij ter verwerking
heeft aangenomen, ook daadwerkelijk te verwerken. Daarbij gaat het om de hoeveelheid
fosfaat in deze dierlijke meststoffen en wordt er geen onderscheid gemaakt naar mestsoort.
De verwerker kan op dit moment aan zijn mestverwerkingsplicht voldoen door bijvoorbeeld
voldoende pluimveemest te verwerken, zoals in het bericht «Boer kan verwerkingsplicht
wel overdragen aan pluimveehouderij» wordt gesteld.
Als het schot ook van toepassing zou zijn voor de verwerker, dan sluit dit niet aan
op de bestaande praktijk. Er worden nu verschillende mestsoorten gebruikt om bijvoorbeeld
mestkorrels te maken. Dat zou dan niet meer mogelijk zijn. Ook is het dan voor de
verwerker niet meer mogelijk om «mest op maat» te maken door verschillende mestsoorten
te mengen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma