Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2017
Zoals ik uw Kamer in het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad van 22 februari
jl. heb toegezegd, worden de equivalente maatregelen in het kader van het 5e Actieprogramma Nitraatrichtlijn gepubliceerd. Het gaat om twee equivalente maatregelen,
te weten «opbrengstafhankelijke gebruiksnormen» en «rijenbemesting in mais», die zien
op het hele groeiseizoen. De maatregelen zijn in nauw overleg met LTO Nederland en
de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) uitgewerkt.
In mijn brief van 20 oktober 2016 (Kamerstuk 33 037, nr. 181) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, die nodig is om toepassing
van deze maatregelen mogelijk te maken. De conceptwijzigingen zijn in het kader van
EU-richtlijn 2015/1535 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische
voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij bij
de Europese Commissie genotificeerd.
In reactie op de uitvoerig gemotiveerde mening van Nederland op de notificatie heeft
de Europese Commissie 15 februari jl. verzocht informatie te geven over de wijze waarop
monitoring op de maatregelen zal plaatsvinden, om zo te garanderen dat deze maatregelen niet zullen leiden tot extra uitspoeling
van nutriënten. Ook de Raad van State heeft eerder in haar advies op de wijziging
van het Meststoffenbesluit aangegeven dat aangetoond dient te worden dat de equivalente
maatregelen in hun milieueffect daadwerkelijk equivalent zijn aan de generieke gebruiksnormen.
Om tegemoet te komen aan zowel de reactie van de Europese Commissie als de Raad van
State heb ik ervoor gekozen de equivalente maatregelen specifiek te monitoren. Monitoring
van de milieueffecten zal plaatsvinden via het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid
(LMM). Via het LMM wordt in Nederland de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater
op landbouwbedrijven gevolgd om zo de effecten van de verandering in de bedrijfsvoering van
deze bedrijven op de waterkwaliteit in beeld te krijgen. Op de effecten van de maatregel
«opbrengstafhankelijke gebruiksnormen» zal aanvullend door het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu worden toegezien door de waterkwaliteit te bemonsteren op
een representatieve steekproef van bedrijven in de drie regio’s die de maatregel toepassen. De bedrijven in de steekproef zullen tijdens verschillende periodes
in het jaar worden bemonsterd, afhankelijk van de bodemsoort. De waterkwaliteit van
deze maatregelen zal vergeleken worden met de waterkwaliteit van LMM-bedrijven die
niet van de maatregel gebruik maken. Met deze vergelijking kan een indicatie gegeven
worden van de effecten van de maatregel.
Wageningen Economic Research zal via het Bedrijven- Informatienet (BIN) de effecten
voor de periode 2012–2016 analyseren bij een groep deelnemende bedrijven én bij een
controlegroep van akkerbouwbedrijven op kleigrond ten aanzien van de stikstof- en
nitraatbodemoverschotten voor de reeds bestaande opbrengstafhankelijke norm voor de
«friet-biet-graan»-regeling uit artikel 28a van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.
Voor akkerbouwbedrijven op zandgrond zal eind 2018 een analyse worden uitgevoerd naar
de stikstof- en nitraatbodemoverschotten over 2017 bij deelnemende en niet-deelnemende
bedrijven aan de equivalente maatregel.
De equivalente maatregel rijenbemesting in mais zal vooral door melkveebedrijven toegepast
gaan worden. Een aanvullende analyse binnen de deelnemende bedrijven uit het LMM zal
worden uitgevoerd om het effect te kunnen beschrijven.
Kosten en deelname
Aan de monitoring zijn kosten verbonden die gelijkelijk over alle deelnemende bedrijven
worden verdeeld. De kosten per deelnemend bedrijf zijn geraamd op € 195. Bedrijven
die deel willen nemen aan de equivalente maatregelen melden zich via mijn.rvo.nl aan en worden achteraf beoordeeld. De aanmelding opent per 18 april a.s. en sluit op 1 juni 2017.
Publicatie Staatscourant- en Staatsblad
De wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet is in de Staatscourant gepubliceerd.
De wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet zal iets later plaatsvinden,
omdat de procedure voor de inwerkingtreding van een algemene maatregel van bestuur
meer tijd vergt.
De equivalente maatregelen worden voor het jaar 2017 ingevoerd. In het kader van het
6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (Kamerstuk 33 037, nr. 183) zal worden bezien of en in welke vorm deze equivalente maatregelen worden doorgezet.
In de Uitvoeringsregeling en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet is geen einddatum
opgenomen. De equivalente maatregel in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet zullen respectievelijk worden ingetrokken of aangepast wanneer de maatregelen niet of gewijzigd worden opgenomen in het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam