Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 33037 nr. 185 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 33037 nr. 185 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2016
Sinds 2014 is het stelsel van verplichte mestverwerking in Nederland van kracht. Op basis van dit stelsel zijn ondernemers, die op hun bedrijf meer fosfaat produceren dan zij binnen de gebruiksnormen kunnen aanwenden, verplicht een deel van het fosfaatoverschot te verwerken. Daarmee stuurt de verplichte mestverwerking direct op het overschot op bedrijfsniveau. Fosfaat dat niet binnen de Nederlandse landbouw gebruikt kan worden, wordt verwerkt. Het doel van het stelsel is het bereiken van evenwicht op de Nederlandse mestmarkt.
Jaarlijks worden de percentages verplichte mestverwerking vastgesteld op basis van actuele gegevens over de nationale fosfaatproductie en de plaatsingsruimte van fosfaat binnen de Nederlandse landbouw. De Commissie van Deskundigen Meststoffenwet stelt een advies op, dat is gebaseerd op het protocol dat in 2014 is ontwikkeld. In 2016 zijn de eisen voor grondgebonden groei van de melkveehouderij in het advies meegenomen. Dit advies is getoetst in een klankbordgroep met sectorpartijen (LTO, NVV, NVP en Cumela).
In 2016 is een inventarisatie van de mestverwerkingscapaciteit in 2015 uitgevoerd door het Projectbureau Lokale Mestverwerking (PLMV) en Bureau Mest Afzet (BMA). De inventarisatie laat zien dat er in 2015 een flinke groei van de mestverwerkingscapaciteit is geweest van 10,9 miljoen kilogram fosfaat ten opzichte van 2014. In totaal wordt de verwerkingscapaciteit inclusief de export van onbehandelde mest en champost in 2015 op 46,6 miljoen kilogram fosfaat geschat. Ook andere cijfers laten zien dat er een gestage groei van de mestverwerking in Nederland plaatsvindt. RVO meldt, op basis van de vervoersbewijzen dierlijke mest, in 2015 een stijging van de export van dierlijke mest van 6,1 miljoen kilogram fosfaat ten opzichte van 2014. Er werd in totaal in 2015 38,1 miljoen kilogram fosfaat geëxporteerd.
PLMV en BMA hebben ook een inschatting gemaakt van de verwachte groei van de mestverwerkingscapaciteit in 2016 en 2017. Er zijn nog veel mestverwerkingsprojecten in voorbereiding. Bij een gelijkblijvend niveau van export van onbehandelde mest neemt deze capaciteit in 2016 toe tot 51,4 miljoen kilogram fosfaat.
Ook voor 2017 wordt een groei van de mestverwerkingscapaciteit verwacht. Regio Oost blijft nog achter in operationele verwerkingscapaciteit, maar zal naar verwachting een inhaalslag maken. Ik heb in 2016 vanuit de nationale envelop Europese middelen melkvee- en varkenshouderij 9,98 miljoen euro beschikbaar gesteld om deze groei ook mogelijk te maken.
De opgave voor de Nederlandse landbouw is om in 2017 te komen tot een evenwicht op de mestmarkt, waarbij evenveel mest wordt verwerkt als het verschil tussen de mestproductie en de plaatsingsruimte in Nederland.
De mestverwerkingsopgave die in Nederland nodig is om dit evenwicht te bereiken, is de verwerking van 40,8 miljoen kilogram fosfaat.
Deze opgave wordt in principe ingevuld door het stelsel van verplichte mestverwerking. Echter door de Wet verantwoorde groei melkveehouderij (Kamerstuk 33 979) en de algemene maatregel van bestuur grondgebonden melkveehouderij, die een deel van de groei van de fosfaatproductie toestaat als deze wordt gecompenseerd met voldoende mestverwerking, wordt reeds een deel van deze opgave ingevuld. De Commissie Deskundigen Meststoffenwet berekent deze omvang op 3,7 miljoen kilogram fosfaat. Het stelsel van verplichte mestverwerking moet dus de overige opgave invullen (37,1 miljoen kilogram fosfaat). De percentages verplichte mestverwerking worden daarom vastgesteld conform de onderstaande tabel.
Oost |
Zuid |
Overig |
Totale verplichte mestverwerking mln kg fosfaat |
|
---|---|---|---|---|
2014 |
15% |
30% |
5% |
17,0 |
2015 |
30% |
50% |
10% |
28,0 |
2016 |
35% |
55% |
10% |
32,8 |
2017 |
52% |
59% |
10% |
37,1 |
Deze percentages liggen dicht bij de percentages die reeds aangekondigd waren in de brief aan uw Kamer over de percentages verplichte mestverwerking 2016 (Kamerstuk 33 037, nr. 169). Ik zal in de loop van 2017 opnieuw advies aanvragen over percentages voor verplichte mestverwerking in 2018 op basis van actuele gegevens over de nationale fosfaatproductie en de plaatsingsruimte van fosfaat binnen de Nederlandse landbouw.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33037-185.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.