33 004 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2012)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN

Ontvangen 3 november 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel XXII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXIIa

In de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 komt hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AK, vierde lid, te luiden:

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op lopende termijnen van renten van schuldvorderingen die zijn ontstaan in verband met de afwikkeling van een nalatenschap, voor zover de rente van de met de schuldvordering corresponderende schuld niet tot vermindering van het inkomen uit werk en woning dan wel inkomen uit aanmerkelijk belang heeft geleid.

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel de onevenwichtigheden die in de praktijk zijn geconstateerd met betrekking tot nalatenschappen die vóór de invoering van de Wet IB 2001 zijn opengevallen zoveel mogelijk weg te nemen. Weliswaar biedt het vierde lid van het hier bedoelde onderdeel daartoe een oplossing doch de voorwaarden die staan genoemd in de onderdelen a, b en d van genoemd vierde lid zorgen ervoor dat deze tegemoetkoming niet op alle «oude» nalatenschappen van toepassing is. Het gevolg hiervan is dat de rente voor zover deze betrekking heeft op de periode vóór 1 januari 2001 in bepaalde gevallen wel is belast bij een erfgenaam/legataris terwijl daartegenover geen mogelijkheid staat om de rente af te trekken bij degene die de rente is verschuldigd. In de wetenschappelijke literatuur is dan ook regelmatig kritiek uitgeoefend op deze bepaling. Door de voorwaarden die staan genoemd in de onderdelen a, b en d te laten vervallen, wordt de «oude» rente alleen belast bij de ontvanger als daartegenover een mogelijkheid staat om de rente af te trekken en wordt de rentesystematiek net als onder het regime van vóór 1 januari 2001 bij «oude» nalatenschappen weer in balans gebracht.

Schouten

Naar boven