Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2011
Met de brief van 28 januari jl. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 81) heb ik de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van het onderzoek naar de gevolgen van het gebruik van het wapenonderhoudsmiddel
PX-10 bij Defensie. Het eerste deelonderzoek is de Kamer aangeboden op 28 april jl. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 96). Intussen is ook het tweede onderzoek voltooid. In bijlage bied ik u aan een afschrift van dit rapport (RIVM-rapport 609037002/2011)
alsmede een afschrift van de publiekssamenvatting ervan1.
De onderzoekers concluderen dat het vrijwel uitgesloten is dat defensiepersoneel door het werken met PX-10 acute myeloïde
leukemie (AML) of aanverwante vormen van kanker kan krijgen. Van elke 1000 Nederlandse mannen krijgen tijdens hun leven drie
tot vier AML. Onder defensiepersoneel dat vele jaren dagelijks intensief met PX-10 werkte, is sprake van 0,03 extra gevallen per 1000 mannen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat onder huidig of voormalig defensiepersoneel extra gevallen van
AML zijn opgetreden, zelfs als enkele duizenden werknemers in hoge mate zijn blootgesteld aan PX-10. De gemiddelde dagelijkse
blootstelling aan benzeen was maximaal 0,5 parts per million (ppm), wat onder de wettelijke norm van 1 ppm ligt. PX-10 bevatte ook andere oplosmiddelen. Het is niet mogelijk gebleken
weer te geven wat de effecten hiervan zijn op de gezondheid. In de wetenschappelijke literatuur zijn hierover geen gedetailleerde
gegevens voorhanden.
Reeds in 2009 heeft Defensie, op grond van een eerste eigen onderzoek, ervoor gekozen voor een aantal aandoeningen een causaal
verband met blootstelling aan PX-10 te veronderstellen, zowel wat de toepassing van de rechtspositie als de aansprakelijkheidsvraag
betreft. Hiervoor golden een aantal criteria waarover de Kamer is geïnformeerd met de brief van 11 juni 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 120). Eerder dit jaar heb ik de criteria verruimd (Kamerstuk 32 500 X, nr. 95 van 28 april jl.). De criteria hadden betrekking op risicofuncties, het werken met benzeenhoudend PX-10, de risicoperiode
na blootstelling en specifieke ziektes. Bij de ziekten ging het om acute myeloide leukemie (AML), myeloplastisch syndroom,
aplastische anemie, acute lymfatische leukemie (ALL), chronische lymfatische leukemie (CLL), multipel myeloom (MM) of een
van de vormen van non-Hodgkin lymfoom, te weten folliculair lymfoom.
Nu duidelijk is dat de feitelijke kans op het ontwikkelen van acute myeloïde leukemie (AML) of de aanverwante vormen van kanker
door blootstelling aan PX-10 praktisch uitgesloten is, zal voor claims die vanaf heden worden ingediend geen causaal verband
meer worden aangenomen. Voor schadeclaims die eerder zijn ingediend, geldt – vanwege het gewekte vertrouwen – dat deze worden
afgedaan zoals ik heb uiteengezet in de brieven van 11 juni 2009 en 28 april jongstleden.
Ik ben verheugd dat met het verschijnen van dit rapport een einde komt aan de onzekerheid van (oud) werknemers over gezondheidsrisico’s
van het werken met PX-10.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen