33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012

Nr. 159 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2011

Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de motie van het Kamerlid Van der Ham c.s, zoals deze in het wetgevingsoverleg van 21 november 2011 is ingediend en op 29 november 2011 door uw Kamer is aangenomen.1

Om reden dat ik geen vrije middelen beschikbaar heb op de cultuurbegroting, zou een bijdrage aan Oriëntalis betekenen dat ik een korting moet doorvoeren op de subsidie aan de rijksgesubsidieerde musea. Daarom heb ik in een gesprek op donderdag 8 december 2011, de heer Berns en mevrouw Louppen-Laurent, respectievelijk directeur-bestuurder en voorzitter van de raad van toezicht, gevraagd om steekhoudende argumenten te geven die een bijdrage van mijn kant zouden kunnen rechtvaardigen. Ik heb geconstateerd dat zij daar onvoldoende toe in staat bleken en heb daarom besloten definitief geen éénmalige bijdrage ter beschikking te stellen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra


X Noot
1

Kamerstukken II 2011–2012, 33 000 VIII, nr. 39.

Naar boven