Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2017
In mijn brief van 6 maart 2015 (Kamerstuk 32 878, nr. 17) heb ik u meegedeeld dat de wet Woonlandbeginsel in de sociale zekerheid de aanpassing
vergt van bilaterale socialezekerheidsverdragen met vijftien landen: Australië, Bosnië,
Canada, Quebec, Chili, India, Israël, Kosovo, Macedonië, Marokko, Montenegro, Nieuw-Zeeland,
Servië, Suriname en Zuid-Korea.
Op 20 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uitspraak gedaan over
de toepassing van het woonlandbeginsel op de WGA-uitkering van een inwoner van Kaapverdië. De CRvB concludeert daarin dat het toepassen
van het woonlandbeginsel op uitkeringen die op grond van het verdrag met Kaapverdië
worden geëxporteerd, moet worden gezien als het deels niet-verstrekken van de uitkering.
Omdat het verdrag daarvoor geen expliciete grondslag biedt, ziet de CRvB de toepassing
van het woonlandbeginsel als niet toegestane exportbeperking. Volgens de Raad schept
artikel 5 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië
inzake sociale zekerheid geen mogelijkheid de vervolguitkering te verlagen enkel op
de grond dat de gerechtigde zich in Kaapverdië heeft gevestigd.
Op basis van de uitspraak Kaapverdië heb ik onderzocht welke verdragen eenzelfde bepaling
kennen. De uitkomst is dat niet alleen het bilaterale socialeverzekerheidsverdrag
Kaapverdië aangepast dient te worden, maar ook de bilaterale socialezekerheidsverdragen
met: Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk (met betrekking tot het
eiland Man), Japan, Tunesië en Uruguay, omdat ook deze verdragen soortgelijke bepalingen
voor toepassing van het woonlandbeginsel hebben.
Vanaf de datum van de uitspraak zullen de Sociale verzekeringsbank, het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen en de Belastingdienst het woonlandbeginsel niet meer toepassen
voor deze landen. Voor personen die in bezwaar en beroep zijn gegaan zal met terugwerkende
kracht de toepassing van het woonlandbeginsel ongedaan worden gemaakt.
Voorts zal worden gestart met onderhandelingen met het oog op de aanpassing van de
verdragen, met als inzet dat het woonlandbeginsel op termijn weer kan worden toegepast.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher