Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2015
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Economische Zaken, de reactie
aan op het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken van 1 december
2014 inzake Transparantie in de grondstoffensector en de Nederlandse implementatie
van het EITI.
In de Grondstoffennotitie die op 15 juli 2011 door de toenmalige Ministers van BZ
en EL&I en Staatssecretarissen van IenM en BZ aan uw Kamer is gestuurd, staat dat
de regering op een gepast moment het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) of een vergelijkbaar initiatief in Nederland zou willen implementeren (Kamerstuk
32 852, nr. 1). Op de vraag van het lid van Laar tijdens de begrotingsbehandeling in november 2013
naar de invoering van het EITI in Nederland, heb ik aangegeven dat ik samen met betrokken
departementen zal nagaan hoe hier verder invulling aan te geven. Dit in samenhang
met andere ontwikkelingen zoals de EU-jaarrekeningrichtlijn.
Nederland was sinds het begin van de EITI campagne, nu zo’n 15 jaar geleden, nauw
betrokken bij dit initiatief. Nederland ondersteunt het EITI secretariaat met een
jaarlijkse financiële bijdrage en heeft een BZ-medewerker gedetacheerd bij het secretariaat.
Nederland heeft landen met een belangrijke grondstoffensector opgeroepen om EITI te
implementeren als een middel om op objectieve wijze aan de eigen bevolking te rapporteren
over de opbrengsten van de grondstoffensector. Zo ontstaat beter zicht op de opbrengsten
van delfstoffenwinning, wat de stabiliteit in een land ten goede kan komen. Ook heeft
Nederland de oproep onderschreven om het aantal landen dat EITI implementeert te verbreden
richting de BRICS en OESO-landen. Noorwegen implementeert al een aantal jaren EITI
en de VS, het VK, Frankrijk, Italië en Duitsland zijn in diverse stadia van het proces
om EITI-compliant te worden. Dat is van groot belang omdat op het gebied van deze rapportageverplichtingen
zo een gelijk speelveld tussen landen ontstaat.
Eind 2013 heeft het EITI secretariaat op mijn uitnodiging een presentatie gehouden
voor de belangrijkste actoren uit bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en betrokken
departementen over de vereisten van EITI implementatie en over het proces dat moet
worden doorlopen om «EITI compliant» te worden. Naar aanleiding van deze bijeenkomst en diverse consultaties is duidelijk
geworden dat mogelijke EITI implementatie door Nederland nauw zou dienen aan te sluiten
bij de verplichtingen die voortkomen uit hoofdstuk 10 van de EU-Jaarrekeningrichtlijn
betreffende de rapportageplicht voor grote bedrijven in de sectoren mijnbouw en bosbouw.1 In het kader van deze richtlijn wordt het bedrijfsleven verplicht om soortgelijke
informatie te verstrekken als in het kader van EITI moet worden openbaar gemaakt.
Uitgangspunt is dan ook dat de implementatie van EITI voor het bedrijfsleven geen
verzwaring van administratieve lasten met zich meebrengt. Overigens is het goed om
aan te tekenen dat de EU-jaarrekeningrichtlijn en EITI een verschillende insteek hebben.
De rapportageplicht uit de EU-jaarrekeningrichtlijn geldt voor de wereldwijde winningsactiviteiten
van bedrijven die onder de wetgeving van de EU-lidstaten vallen of daar een beursnotering
hebben.2 Openbaarmaking van informatie onder EITI voor Nederland zal betrekking hebben op
winning die plaatsvindt in Nederland door Nederlandse en buitenlandse bedrijven.
Het Kabinet werkt aan de voorbereiding voor implementatie van EITI in Nederland met
als inzet dat Nederland rond de jaarwisseling kandidaat-lid van EITI wordt. Voordat
Nederland zich daadwerkelijk voor de zogenaamde sign up fase van EITI kan aanmelden verdient een aantal zaken, zoals personele inzet, opzetten
van structuur en informatiestromen nog de aandacht. Bovendien is voor de overheidsrapportage
wellicht een aantal aanpassingen nodig op het vlak van wet- en regelgeving. In het
voorjaar zal ik u, samen met mijn collega van Economische Zaken, nader informeren
over de stappen die wij zullen zetten met het oog op implementatie van EITI.
De Minister voor Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen