32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)

Nr. 51 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2018

Zoals toegezegd, stuur ik u hierbij een samenvattende governancerapportage met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerking met de buurlanden1. Sinds medio 2017 hebben de Commissarissen van de Koning (CdK’s) van Zeeland, Limburg en Groningen – in hun rol als Rijksheer – de gewenste governance met de buurlanden in de grensregio verkend. Ik ben de verkenners uit de grensregio bijzonder erkentelijk voor hun inzet.

De verkenningen bevinden zich in een afrondende fase. De samenvattende rapportage is gebaseerd op de resultaten van de verkenningen die de CdK’s hebben opgeleverd en de gesprekken die ik daarover met hen en andere betrokkenen, waaronder mijn ambtsgenoten in de buurlanden, heb gevoerd.

Vertrekpunt voor de governance is onze gezamenlijke ambitie om grensbarrières te slechten en kansen in de grensregio’s te pakken. Hoewel het goed organiseren van de governance van de grensoverschrijdende samenwerking geen sinecure is, is het uiteindelijk een middel en geen doel op zich. De governance moet bijdragen aan een doeltreffende, doelmatige en samenhangende aanpak van opgaven door relevante partijen bij elkaar te brengen en gezamenlijk tot oplossingen te komen die bijdragen aan de economische ontwikkeling en leefbaarheid van grensregio’s, zoals ik eerder heb beschreven in mijn brief van 20 april jl.2

Zoals ik ook aan uw Kamer heb gemeld, zijn de opgaven die zich in de gebieden aan onze landsgrenzen manifesteren verschillend. Deze verschillen zijn ingegeven door verschillen in onder andere economie, bevolkingsopbouw en ruimtelijke ontwikkeling. De verschillen gelden ook voor de taal, cultuur en de bestuurlijke organisatie van respectievelijk Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Vlaanderen en Wallonië. Daarom is gekozen voor een meer thematische en regionaal gedifferentieerde aanpak zoals die tot uiting komt in de rapportage. Het is daarbij goed om te zien dat er in de voorstellen aandacht is voor gelaagdheid en subsidiariteit en dat er brede betrokkenheid bestaat bij bestuurders uit de grensregio’s.

De in deze rapportage voorgestelde governance-structuren spitsen zich toe op de bilaterale samenwerkingsstructuur met de buurlanden. Daarbij wordt waar mogelijk voortgebouwd op bestaande effectieve structuren, zoals die onder meer ook multilateraal in Benelux-verband bestaan. Thematische, bilaterale samenwerking aan gezamenlijke opgaven vormt de basis van grensoverschrijdende samenwerking. Tegelijkertijd brengen de voorgestelde aanpassingen meer samenhang aan en dragen ze bij aan extra slagkracht en besluitvaardigheid. Dit is ook de reden dat tweejaarlijkse regeringsontmoetingen tussen Nederland en de buurlanden in dit verband worden benut.

Als verantwoordelijke binnen het kabinet voor grensoverschrijdende samenwerking heb ik in de governance een faciliterende en stimulerende rol richting de grensregio’s, die het voortouw hebben in de samenwerking. In dat kader pak ik ook een rol in het leggen van verbindingen en het organiseren van regie richting vakdepartementen; hun bijdrage is op veel terreinen immers onmisbaar. Voor een effectieve samenwerking in de grensregio is een afgestemde en ondersteunende inzet vanuit de nationale overheden en de overheden op het niveau van de deelstaten c.q. gewesten noodzakelijk. Grensoverschrijdende samenwerking vraagt een aanpak op alle schaalniveaus én aan beide zijden van de grens. Dit vertaalt zich in de governance-structuur onder meer in een periodiek overleg met mijn counterpart aan de andere kant van de grens, waar ook regionale bestuurders en bewindspersonen van vakdepartementen van beide zijden van de grens bij aanwezig kunnen zijn. Daarbij bepaalt de inhoud van de agenda of en met wie er overleg nodig is. Doel van dit overleg is de voortgang van gemaakte afspraken te bewaken, een samenhangende aanpak van de opgaven te borgen en – waar aan de orde – nieuwe knelpunten te adresseren.

Dit najaar zullen de governance-voorstellen worden bekrachtigd tijdens de regeringsontmoetingen met Noordrijn-Westfalen (19 november) en Vlaanderen (Vlaams-Nederlandse Top op 5 november) en bestuurlijk overleg met Nedersaksen.

Ik heb het volste vertrouwen dat de definitieve uitwerking en uitvoering van de vernieuwde governance langs bovenstaande lijnen een substantiële impuls zal geven aan grensoverschrijdende samenwerking die gericht is op het realiseren van zichtbare resultaten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 32 851, nr. 38.

Naar boven