32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2012

Het lid Monasch (PvdA) heeft verzocht om een schriftelijke reactie op het rapport van het EIB over de situatie in de bouwsector, waarnaar wordt verwezen in het artikel «Bouw zit muurvast» in Nieuwsblad Spits d.d. 5 juli jongstleden.

Ik veronderstel dat het hier gaat om de door het EIB uitgevoerde conjunctuurmeting voor de bouw van juni 2012.

In deze conjunctuurmeting wordt geconstateerd dat de daling van de bouwproductie zich in het eerste kwartaal van 2012 heeft doorgezet en dat de conjunctuur verder is verslechterd. Ook zijn de orderportefeuilles verder gedaald. Het aantal faillissementen in de bouw heeft onder invloed van deze ontwikkelingen een hoogtepunt bereikt. De verwachtingen van bedrijven binnen de bouwsector over omzet en ontwikkeling van het personeelsbestand zijn per saldo negatief. De uitkomsten van het onderzoek passen in het bredere beeld van de bouwsector. Ook andere bronnen, waaronder de TNO-bouwprognoses, verwachten een verdere daling van de bouwproductie in 2012.

Sinds het begin van de crisis in 2009 heeft de regering verscheidene maatregelen getroffen om de woningmarkt te stimuleren en de neergang in de bouw te beperken. Voorbeelden hiervan zijn de gerichte subsidie voor bouwprojecten, de verschillende subsidies voor investeringen in energiebesparende maatregelen, de verhoging van de NHG-grens en de verlaging van de overdrachtsbelasting.

Zoals ook in de voornoemde conjunctuurmeting wordt aangegeven, is de crisis in de bouw primair het gevolg van de tegenvallende conjunctuur, hetgeen weer samenhangt met de internationale financiële en economische crisis. Overigens behoort Nederland tot die Europese landen waar de gevolgen van de crisis nog relatief beperkt zijn in vergelijking met een aantal andere landen. De oorzaken van de internationale economische crisis zijn complex en liggen voor een groot deel buiten de Nederlandse woning(bouw)markt. Daarom bieden op de bouwsector gerichte overheidsmaatregelen slechts beperkte mogelijkheden om de situatie blijvend te verbeteren.

Om wel tot een structurele verbetering te komen, is in de eerste plaats van belang dat in de bouwwereld fundamentele stappen worden gezet om flexibeler op de veranderende omstandigheden en opgaven te kunnen inspelen. Daartoe is dringend behoefte aan een omslag naar meer vraaggerichtheid, innovatie en dynamiek. Om impulsen te geven voor deze omslag, heeft het door mij ingestelde Bouwteam een investerings- en innovatieagenda ontwikkeld met concrete acties voor de korte termijn en routekaarten voor de langere termijn. Op 24 mei 2012 is deze agenda aan uw Kamer aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 32 847, nr. 23). Op 28 juni 2012 heeft het kabinet haar reactie op de agenda aan uw Kamer gestuurd (Tweede Kamer, 2011–2012, 32 847, nr. 25). Deze innovatie- en investeringsagenda kan een belangrijke bijdrage leveren om te bewerkstelligen dat de woning- en utiliteitsbouw sterker uit de crisis komt.

Tevens is er sprake van een bredere noodzaak tot hervorming van de woningmarkt, om de werking van de markt te verbeteren en het vertrouwen in de markt te versterken. Met het in mei 2012 overeengekomen Begrotingsakkoord zet het kabinet, samen met de fracties van D66, GroenLinks en ChristenUnie, belangrijke stappen op de huur- en koopmarkt, waarmee de werking van de woningmarkt wordt verbeterd en consumenten duidelijkheid wordt geboden voor de langere termijn.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven