Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2012
Het lid Monasch (PvdA) heeft verzocht om een schriftelijke reactie op het rapport
van het EIB over de situatie in de bouwsector, waarnaar wordt verwezen in het artikel
«Bouw zit muurvast» in Nieuwsblad Spits d.d. 5 juli jongstleden.
Ik veronderstel dat het hier gaat om de door het EIB uitgevoerde conjunctuurmeting
voor de bouw van juni 2012.
In deze conjunctuurmeting wordt geconstateerd dat de daling van de bouwproductie zich
in het eerste kwartaal van 2012 heeft doorgezet en dat de conjunctuur verder is verslechterd.
Ook zijn de orderportefeuilles verder gedaald. Het aantal faillissementen in de bouw
heeft onder invloed van deze ontwikkelingen een hoogtepunt bereikt. De verwachtingen
van bedrijven binnen de bouwsector over omzet en ontwikkeling van het personeelsbestand
zijn per saldo negatief. De uitkomsten van het onderzoek passen in het bredere beeld
van de bouwsector. Ook andere bronnen, waaronder de TNO-bouwprognoses, verwachten
een verdere daling van de bouwproductie in 2012.
Sinds het begin van de crisis in 2009 heeft de regering verscheidene maatregelen getroffen
om de woningmarkt te stimuleren en de neergang in de bouw te beperken. Voorbeelden
hiervan zijn de gerichte subsidie voor bouwprojecten, de verschillende subsidies voor
investeringen in energiebesparende maatregelen, de verhoging van de NHG-grens en de
verlaging van de overdrachtsbelasting.
Zoals ook in de voornoemde conjunctuurmeting wordt aangegeven, is de crisis in de
bouw primair het gevolg van de tegenvallende conjunctuur, hetgeen weer samenhangt
met de internationale financiële en economische crisis. Overigens behoort Nederland
tot die Europese landen waar de gevolgen van de crisis nog relatief beperkt zijn in
vergelijking met een aantal andere landen. De oorzaken van de internationale economische
crisis zijn complex en liggen voor een groot deel buiten de Nederlandse woning(bouw)markt.
Daarom bieden op de bouwsector gerichte overheidsmaatregelen slechts beperkte mogelijkheden
om de situatie blijvend te verbeteren.
Om wel tot een structurele verbetering te komen, is in de eerste plaats van belang
dat in de bouwwereld fundamentele stappen worden gezet om flexibeler op de veranderende
omstandigheden en opgaven te kunnen inspelen. Daartoe is dringend behoefte aan een
omslag naar meer vraaggerichtheid, innovatie en dynamiek. Om impulsen te geven voor
deze omslag, heeft het door mij ingestelde Bouwteam een investerings- en innovatieagenda
ontwikkeld met concrete acties voor de korte termijn en routekaarten voor de langere
termijn. Op 24 mei 2012 is deze agenda aan uw Kamer aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar
2011–2012, 32 847, nr. 23). Op 28 juni 2012 heeft het kabinet haar reactie op de agenda aan uw Kamer gestuurd
(Tweede Kamer, 2011–2012, 32 847, nr. 25). Deze innovatie- en investeringsagenda kan een belangrijke bijdrage leveren om te
bewerkstelligen dat de woning- en utiliteitsbouw sterker uit de crisis komt.
Tevens is er sprake van een bredere noodzaak tot hervorming van de woningmarkt, om
de werking van de markt te verbeteren en het vertrouwen in de markt te versterken.
Met het in mei 2012 overeengekomen Begrotingsakkoord zet het kabinet, samen met de
fracties van D66, GroenLinks en ChristenUnie, belangrijke stappen op de huur- en koopmarkt,
waarmee de werking van de woningmarkt wordt verbeterd en consumenten duidelijkheid
wordt geboden voor de langere termijn.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. E. Spies