Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2018
Zoals toegezegd in mijn brief over de Mediabegroting 2018 stuur ik uw Kamer hierbij
de resultaten van de onderzoeken1 die ik op uw verzoek uit heb laat voeren.2 Over de besteding van de middelen die in het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk
34 700, nr. 34) zijn vrijgemaakt voor onderzoeksjournalistiek zal ik uw Kamer separaat informeren
(Kamerstuk 32 827, nr. 126).
De onderzoeken geven een actualisatie van de stand van zaken van vier thema’s die
van belang zijn voor de journalistiek in Nederland: ontwikkelingen in de journalistieke
infrastructuur, regionale en lokale journalistiek, onderzoeksjournalistiek en het
maatschappelijke effect van personalisering van nieuwsvoorziening.3 In de onderzoeksopzet die uw Kamer per brief ontving is daarnaast onderzoek naar
twee meer specifieke onderwerpen toegezegd. Daar ga ik hieronder nader op in.4
Gelijk speelveld en voorbeelden van regionale en lokale samenwerking
Ten eerste ben ik vooruitlopend op de herziening van de Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn
(AVMDR) nagegaan of er in Nederland sprake is van een ongelijk speelveld voor nationale
en internationale spelers in de mediasector. In EU verband kan gesteld worden dat
de Richtlijn binnen Europa voor een gelijk speelveld zorgt: elke in Europa gevestigde
mediapartij moet zich houden aan de minimumvereisten van de Richtlijn. Ik merk hierbij
op dat de Richtlijn niet van toepassing is op de geschreven pers, een belangrijk deel
van onze nieuwsvoorziening. Uw Kamer ontvangt binnenkort de herziening van de Richtlijn.
Tevens heb ik gezocht naar internationale voorbeelden van samenwerking in regionale
en lokale nieuwsvoorziening. Hoewel er tussen landen sterke verschillen bestaan, zien
we positieve voorbeelden van online lokaal nieuws dat coöperatief of met abonnementen
gefinancierd wordt. Ook zien we nationale en lokale mediaorganisaties de handen ineen
slaan.5 Dergelijke vormen van samenwerking zijn van groot belang voor de op lokaal en regionaal
niveau veelal kleinere mediapartijen om voldoende zichtbaar te zijn, effectief te
kunnen blijven werken en hun belangrijke bijdrage aan onze nieuwsvoorziening te leveren.
Afsluitend
Ik wil mijn waardering uitspreken voor het uitgevoerde onderzoek en de betrokkenheid
en bereidheid van onderzoekers, toezichthouders en de sector om samen te werken op
dit dossier. De resultaten van de onderzoeken bevatten veel actuele en relevante informatie.
Ik zal de onderzoeken delen met de betrokken partijen – waaronder de Nederlandse Publieke
Omroep, de Regionale Publieke Omroep, de stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroep,
de Nederlandse Vereniging van Journalisten en de Vereniging voor Onderzoeksjournalisten
– en deze gebruiken tijdens mijn gesprekken over een strategische toekomstagenda voor
de mediasector. De op uw verzoek gedane onderzoeken kunnen ook dienstbaar zijn aan
de inhoudelijke debatten met uw Kamer over de toekomst van de mediasector.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob