Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 mei 2021
In het op 12 november jl. (Kamerstuk 35 570 XV, nr. 81) gehouden wetgevingsoverleg integratie met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
heeft het lid Becker (VVD) een motie ingediend waarin zij de regering verzoekt om
met gelijkgezinde Europese landen te kijken welke juridische grondslag er bestaat
of kan bestaan op basis waarvan een verbod van de Grijze Wolven mogelijk is en of
het mogelijk is deze organisatie op een Europese sanctielijst te plaatsen1.
Aangezien het verzoek in de motie meerdere departementen raakt wordt deze brief met
onze reactie mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken aan u verzonden.
Reactie op de motie
De zorgen in de motie richten zich op de manifestatie van extreemrechts en ultranationalistisch
gedachtegoed van de Grijze Wolven en de spanningen die dit gedachtengoed veroorzaakt
in de Nederlandse maatschappij.
Verzoek tot verbod op Grijze Wolven
Zoals beschreven in het recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 53)2 manifesteren de Grijze Wolven, een ultranationalistisch en extreem rechtse beweging,
zich ook in Nederland. In Nederland is het aantal geweldsincidenten in de afgelopen
jaren afgenomen. Aangezien er in de Nederlandse samenleving ruimte is voor een grote
diversiteit van beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen, is het
gedachtegoed van de Grijze Wolven en bijbehorende symbolen niet verboden. Mensen hebben
de vrijheid hun eigen keuzes te maken binnen de kaders van de democratische rechtsorde
en binnen de grenzen die de (grond)wet stelt. De overheid staat voor de verworvenheden
van onze democratische rechtsstaat. In Nederland wordt het instellen van een verbod
op de Grijze Wolven als organisatie op dit moment niet proportioneel geacht gezien
de beperkte mate waarop geweldsincidenten plaatsvinden. Tevens is een dergelijk verbod
op hun organisatie niet realiseerbaar omdat de Grijze Wolven als zodanig geen juridische
entiteit is waartegen kan worden opgetreden. Derhalve zie ik op basis van de huidige
zeer beperkte geweldsdreiging in Nederland onvoldoende aanleiding tot nader overleg
met Europese gelijkgezinde landen naar de specifieke haalbaarheid van een verbod.
Onze vrijheden zijn geen vrijbrief voor antidemocratisch en onverdraagzaam gedrag.
Indien dit laatste aantoonbaar het geval is en de vrijheden van anderen in de Nederlandse
samenleving worden aangetast, wordt daartegen opgetreden. Indien er sprake is van
problematisch gedrag, dan bestaat er vanuit de Taskforce Problematisch Gedrag de mogelijkheid
om gemeenten desgewenst te adviseren over de mogelijke handelingsperspectieven. Indien
sprake is van verstoring van openbare orde, dan zal de burgemeester daar tegen optreden.
De politie is alert op strafbare feiten in woord of gedragingen en treedt ingeval
van een strafbaar feit op. Of vervolging opportuun is, bepaalt het Openbaar Ministerie.
Het kabinet is zich ervan bewust dat gedragingen die voortvloeien uit ultranationalistische
gedachtegoed mogelijk kunnen leiden tot spanningen of polarisatie in de Nederlandse
samenleving. Het kabinet monitort spanningen en zet in op het vergroten van kennis
en expertise richting gemeenten en gemeenschappen.
Verzoek tot plaatsing op Europese sanctielijst
Het kabinet ziet op dit moment geen aanleiding voor plaatsing van de Grijze Wolven
op de Europese sanctielijst terrorisme. Niet alleen kwalificeert het kabinet de Grijze
Wolven niet als een terroristische beweging, ook ontbreekt een nationaal rechterlijke
uitspraak die de Grijze Wolven kwalificeert als terroristische beweging, noch is er
een uitspraak van een ander Europees land dat de Grijze Wolven kwalificeert als terroristische
beweging. Hierdoor bestaat er geen juridische basis voor plaatsing op de Europese
sanctielijst terrorisme.
Concluderend ziet het kabinet op dit moment geen aanleiding om met gelijkgezinde Europese
landen in overleg te gaan om te kijken naar een juridische grondslag voor een verbod
van de Grijze Wolven, of plaatsing van de Grijze Wolven op de Europese sanctielijst
terrorisme. Indien een wijziging in de situatie rondom de Grijze Wolven hiertoe aanleiding
geeft, zal het kabinet daarover in overleg treden met gelijkgezinde Europese landen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees