32 824 Integratiebeleid

Nr. 291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2020

In het algemeen overleg integratie en inburgering van 5 februari jl. is gevraagd naar de mogelijkheden om de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders op korte termijn in te voeren en wat de consequenties hiervan zijn.

In de brief van 12 november 20191 is de keuze gemaakt om niet direct over te gaan tot het opleggen van de inburgeringsplicht voor de groep Turkse asielstatushouders en ze de kans te bieden om via het opt-in systeem alsnog onder het huidige inburgeringsstelsel in te burgeren. Voor deze tijdelijke maatregel is gekozen vanwege financiële overwegingen en om uitvoeringsorganisaties de tijd te geven om zich voor te bereiden op deze beleidswijziging.

Op verzoek van uw Kamer ben ik nagegaan wat er uitvoeringstechnisch en financieel mogelijk is om over te kunnen gaan tot het opleggen van de inburgeringsplicht. Overleg met de uitvoerende partijen COA, IND en DUO heeft opgeleverd dat het voor hen mogelijk is om de inburgeringsplicht aan Turkse asielstatushouders op te leggen. Mocht hiertoe worden overgegaan dan zal er een redelijke overgangsperiode van in ieder geval zes weken genomen worden zodat Turkse asielstatushouders kennis kunnen nemen van deze beleidswijziging. Dit betekent dat de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders op zijn vroegst per 1 mei opgelegd kan worden. Op basis van de huidige inschatting verwacht ik de budgettaire gevolgen te kunnen opvangen binnen mijn eigen begroting.

Consequenties

Wanneer de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders opgelegd wordt, betekent dit voor Turkse asielstatushouders dat er drie inburgeringsregimes met verschillende rechten en plichten van toepassing zijn, afhankelijk van het moment van de vergunningverlening. Dit omdat de inburgeringsplicht niet met terugwerkende kracht kan worden opgelegd. In het navolgende worden de verschillende regimes en wat dit concreet betekent, toegelicht.

Periode tot 1 mei 2020:

Turkse asielstatushouders die tot 1 mei 2020 een asielvergunning bepaalde tijd hebben ontvangen kunnen tot 1 mei 2020 gebruik maken van de opt-in mogelijkheid. Indien Turkse asielstatushouders gebruikmaken van de opt-in mogelijkheid, gelden alle rechten en plichten van het huidige inburgeringsstelsel zoals deze ook gelden voor andere asielstatushouders.

Overige Turkse nieuwkomers (zoals gezinsmigranten en overige migranten, waaronder Turkse geestelijk bedienaren) zijn nog steeds uitgezonderd van de inburgeringsplicht.

Taalverwerving en inzet op participatie is bij asielstatushouders van groot belang. Met de opt-in komt er voor de Turkse asielstatushouders die bijstandsgerechtigd zijn een extra mogelijkheid om aan de bestaande taaleis verplichtingen van de Participatiewet te voldoen. Het is primair aan de gemeenten om de opt-in mogelijkheid onder de aandacht van de bijstandsgerechtigde te brengen.

Periode 1 mei 2020 tot inwerkingtreding nieuwe inburgeringsstelsel:

Alle Turkse asielstatushouders die op of na 1 mei 2020 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend krijgen, worden inburgeringsplichtig. Turkse gezinsmigranten en overige Turkse migranten (waaronder Turkse geestelijk bedienaren) blijven uitgezonderd van de inburgeringsplicht. Na 1 mei vervalt de mogelijkheid voor alle Turkse asielstatushouders om gebruik te maken van de opt-in. Wanneer er wordt gekozen voor het opleggen van de inburgeringsplicht kan de situatie zich voordoen dat een Turkse asielstatushouder voor 1 mei een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend krijgt. En een nareizend gezinslid na 1 mei 2020 een afgeleide verblijfsvergunning verleend krijgt. Met als gevolg dat alleen het nareizende gezinslid inburgeringsplichtig is.

Periode na inwerkingtreding nieuwe inburgeringsstelsel:

Vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel geldt de inburgeringsplicht voor alle Turkse nieuwkomers (asielmigranten, gezinsmigranten, en overige Turkse migranten waaronder geestelijke bedienaren). In de brief van 4 februari jl.2 is toegelicht waarom het kabinet overgaat tot dit herinvoeren van de inburgeringspicht voor alle Turkse nieuwkomers. Door uw Kamer is in het algemeen overleg integratie en inburgering van 5 februari jl. verzocht de juridische analyse die aan deze keuze ten grondslag ligt met de Kamer te wisselen. In de bijlage treft u deze analyse aan3.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 32 824, nr. 288.

X Noot
2

Kamerstuk 32 824, nr. 290.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven