Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2020
In het algemeen overleg integratie en inburgering van 5 februari jl. is gevraagd naar
de mogelijkheden om de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders op korte
termijn in te voeren en wat de consequenties hiervan zijn.
In de brief van 12 november 20191 is de keuze gemaakt om niet direct over te gaan tot het opleggen van de inburgeringsplicht
voor de groep Turkse asielstatushouders en ze de kans te bieden om via het opt-in
systeem alsnog onder het huidige inburgeringsstelsel in te burgeren. Voor deze tijdelijke
maatregel is gekozen vanwege financiële overwegingen en om uitvoeringsorganisaties
de tijd te geven om zich voor te bereiden op deze beleidswijziging.
Op verzoek van uw Kamer ben ik nagegaan wat er uitvoeringstechnisch en financieel
mogelijk is om over te kunnen gaan tot het opleggen van de inburgeringsplicht. Overleg
met de uitvoerende partijen COA, IND en DUO heeft opgeleverd dat het voor hen mogelijk
is om de inburgeringsplicht aan Turkse asielstatushouders op te leggen. Mocht hiertoe
worden overgegaan dan zal er een redelijke overgangsperiode van in ieder geval zes
weken genomen worden zodat Turkse asielstatushouders kennis kunnen nemen van deze
beleidswijziging. Dit betekent dat de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders
op zijn vroegst per 1 mei opgelegd kan worden. Op basis van de huidige inschatting
verwacht ik de budgettaire gevolgen te kunnen opvangen binnen mijn eigen begroting.
Consequenties
Wanneer de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders opgelegd wordt, betekent
dit voor Turkse asielstatushouders dat er drie inburgeringsregimes met verschillende
rechten en plichten van toepassing zijn, afhankelijk van het moment van de vergunningverlening.
Dit omdat de inburgeringsplicht niet met terugwerkende kracht kan worden opgelegd.
In het navolgende worden de verschillende regimes en wat dit concreet betekent, toegelicht.
Periode tot 1 mei 2020:
Turkse asielstatushouders die tot 1 mei 2020 een asielvergunning bepaalde tijd hebben
ontvangen kunnen tot 1 mei 2020 gebruik maken van de opt-in mogelijkheid. Indien Turkse
asielstatushouders gebruikmaken van de opt-in mogelijkheid, gelden alle rechten en
plichten van het huidige inburgeringsstelsel zoals deze ook gelden voor andere asielstatushouders.
Overige Turkse nieuwkomers (zoals gezinsmigranten en overige migranten, waaronder
Turkse geestelijk bedienaren) zijn nog steeds uitgezonderd van de inburgeringsplicht.
Taalverwerving en inzet op participatie is bij asielstatushouders van groot belang.
Met de opt-in komt er voor de Turkse asielstatushouders die bijstandsgerechtigd zijn
een extra mogelijkheid om aan de bestaande taaleis verplichtingen van de Participatiewet
te voldoen. Het is primair aan de gemeenten om de opt-in mogelijkheid onder de aandacht
van de bijstandsgerechtigde te brengen.
Periode 1 mei 2020 tot inwerkingtreding nieuwe inburgeringsstelsel:
Alle Turkse asielstatushouders die op of na 1 mei 2020 een verblijfsvergunning asiel
voor bepaalde tijd verleend krijgen, worden inburgeringsplichtig. Turkse gezinsmigranten
en overige Turkse migranten (waaronder Turkse geestelijk bedienaren) blijven uitgezonderd
van de inburgeringsplicht. Na 1 mei vervalt de mogelijkheid voor alle Turkse asielstatushouders
om gebruik te maken van de opt-in. Wanneer er wordt gekozen voor het opleggen van
de inburgeringsplicht kan de situatie zich voordoen dat een Turkse asielstatushouder
voor 1 mei een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend krijgt. En een
nareizend gezinslid na 1 mei 2020 een afgeleide verblijfsvergunning verleend krijgt.
Met als gevolg dat alleen het nareizende gezinslid inburgeringsplichtig is.
Periode na inwerkingtreding nieuwe inburgeringsstelsel:
Vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel geldt de inburgeringsplicht
voor alle Turkse nieuwkomers (asielmigranten, gezinsmigranten, en overige Turkse migranten
waaronder geestelijke bedienaren). In de brief van 4 februari jl.2 is toegelicht waarom het kabinet overgaat tot dit herinvoeren van de inburgeringspicht
voor alle Turkse nieuwkomers. Door uw Kamer is in het algemeen overleg integratie
en inburgering van 5 februari jl. verzocht de juridische analyse die aan deze keuze
ten grondslag ligt met de Kamer te wisselen. In de bijlage treft u deze analyse aan3.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees