Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2018
Op 17 oktober jongstleden bent u door de Minister van OCW per brief geïnformeerd (Kamerstuk
32 824, nr. 237) over het feit dat de afname van het onderdeel schrijven van het Staatsexamen NT2
wordt uitgesteld. Dit in verband met het feit dat de examenvragen circuleren op sociale
media. Ook is in deze brief aangegeven dat er onderzoek gedaan wordt naar het inburgeringsexamen,
om te kijken of hiervan ook examenvragen op internet staan.
Helaas moet ik u melden dat er inderdaad examenvragen van het inburgeringsexamen op
sociale media circuleren. Uit het onderzoek blijkt dat er van de onderdelen Kennis
van de Nederlandse Maatschappij (KNM), Spreken en Schrijven van het inburgeringsexamen
vragen bekend zijn. Voor KNM en Spreken geldt dat dit voor een beperkt aantal vragen
het geval is. Deze vragen zijn op non-actief gezet en worden niet meer gebruikt. Er
blijven voor deze twee onderdelen voldoende niet bekend geraakte vragen over om het
examen te kunnen blijven afnemen.
Voor het Schrijfexamen geldt echter dat er dusdanig veel vragen bekend zijn dat het
niet verantwoord is om dit examenonderdeel nog langer af te nemen. Daarom zet ik de
afname van het onderdeel schrijfvaardigheid tijdelijk stop. Omdat het tijd kost om
de kandidaten te informeren, betekent dit effectief dat er vanaf 1 november aanstaande
geen schrijfexamens meer worden afgenomen. In de tussentijd worden er nieuwe examenversies
samengesteld op basis van niet bekend geraakte vragen en nieuw materiaal. Deze nieuwe
versies zijn 8 november aanstaande gereed, wat betekent dat er vanaf deze datum weer
schrijfexamens kunnen worden afgenomen.
Er kunnen dus één week lang geen schrijfexamens worden afgenomen. Dit treft ruim 700
kandidaten. Deze kandidaten worden geïnformeerd en hun examen wordt omgeboekt naar
een latere datum. Kandidaten die hierover vragen hebben kunnen contact opnemen met
DUO.
De onderdelen van het inburgeringsexamen kunnen dagelijks worden afgelegd. Uit praktische
en kostenoverwegingen worden de vragen hergebruikt en komt een willekeurige vraag
in meerdere examenversies voor. In verband hiermee is het de kandidaten niet toegestaan
om de vragen die zij gehad hebben, openbaar te maken. Desondanks is dit dus wel gebeurd,
in dit geval op een besloten Facebook-groep. Deze Facebook-groep is inmiddels niet
meer actief.
In hoeverre kandidaten nu voordeel gehad hebben doordat vragen op internet bekend
waren, is niet te achterhalen. In de slagingspercentages zijn evenwel geen afwijkingen
te zien, evenmin als in de zogenaamde P-waarden (hoe goed of hoe slecht de vraag gemaakt
wordt).
Aangezien het in de huidige tijd bijna niet te voorkomen is dat vragen op sociale
media gedeeld worden, is het de vraag of de huidige examensystematiek wel houdbaar
is. Daarom wordt in overleg met de toetsontwikkelaars bekeken hoe we naar een andere
systematiek kunnen overgaan die hier minder kwetsbaar voor is.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees