32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

34 556 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden (Wet fiscale maatregel rijksmonumenten)

Nr. 269 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2018

Op 11 september 2018 heb ik met uw Kamer een debat gevoerd over de beleidsbrief Erfgoed Telt (Handelingen II 2017/18, nr. 107, debat over bescherming en behoud van erfgoed). Tijdens het debat is een tweetal moties ingediend over de concept-subsidieregeling die de bestaande fiscale aftrek voor rijksmonumentenonderhoud bij afschaffing daarvan zou kunnen vervangen: de motie Laan-Geselschap c.s. en de motie Geluk-Poortvliet. Beide moties zijn door uw Kamer op 13 september 2018 aangenomen (Kamerstuk 32 820, nrs. 255 en 268).

In deze brief reageer ik op beide moties. Deze brief gaat vergezeld van een aangepaste versie van de concept-subsidieregeling1.

Om tegemoet te komen aan de motie Laan-Geselschap c.s. (Kamerstuk 32 820, nr. 255) heb ik de concept-regeling op een aantal onderdelen aangepast:

  • De regeling kent geen minimumdrempel van € 1.000 meer;

  • De reikwijdte van de regeling is uitgebreid. De regeling staat open voor alle particuliere eigenaren van een rijksmonument met een woonfunctie, en niet meer alleen voor particuliere eigenaren van een rijksmonument met een woonfunctie die ook in dat rijksmonument wonen;

  • Het subsidieplafond is verhoogd van € 40 miljoen naar € 45 miljoen;

  • Een wijziging van de regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat een ontwerp daarvan aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is overgelegd.

De motie Geluk Poortvliet (Kamerstuk 32 820, nr. 268) voer ik, overeenkomstig mijn reactie op de voorgestelde motie tijdens het debat van 11 september jl., aldus uit. De gehele 62 mln. komt beschikbaar voor de subsidieregelingen waarvan de monumenteneigenaren die op dit moment in aanmerking komen voor fiscale aftrek, gebruik kunnen maken. Ik verwijs hierbij naar de analyse van het gebruik van de fiscale aftrek die mijn ambtsvoorganger op 14 november 2016 naar uw Kamer heeft gestuurd.2 Uit deze analyse blijkt dat ongeveer 70% van de fiscale aftrek wordt gebruikt door eigenaren van monumentale woonhuizen. Deze groep kan subsidie aanvragen op basis van de bijgesloten conceptregeling. De overige 30% van de totale aftrek gaat naar andere monumenten die bewoond worden, zoals boerderijen, landhuizen en sommige molens. De eigenaren van deze rijksmonumenten zouden op grond van de bijgesloten conceptregeling 35% subsidie kunnen aanvragen, maar kunnen in plaats daarvan ook subsidie aanvragen op grond van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim). Ik verwacht dat een deel van die 30% rijksmonumenteneigenaren dat zal doen, temeer daar het subsidiepercentage 60% zal bedragen. Om deze reden verhoog ik ook het Sim-budget.

Zoals ik uw Kamer heb toegezegd zal in 2020 een evaluatie worden uitgevoerd.

Nu uw Kamer het principe van het afschaffen van de fiscale aftrek naar een subsidieregeling met beide moties heeft gesteund, zal het kabinet u de nota van wijziging doen toekomen (Kamerstuk 34 556, nr. 14).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 34 556, nr. 11.

Naar boven