De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het verwerven van culturele competenties van toenemend belang is voor
onze samenleving en voor de brede, toekomstgerichte vorming van jonge mensen;
overwegende dat het verwerven van culturele en creatieve competenties zich voor jonge
mensen zowel binnen de scholen afspeelt als, voor een belangrijk deel, ook daarbuiten;
constaterende dat er toenemende lokale verschillen ontstaan 1) in de mate waarin de
binnenschoolse cultuureducatie tot uitvoering wordt gebracht, en 2) in het lokale
voorzieningenniveau voor de buitenschoolse cultuureducatie;
overwegende dat hierdoor toenemende verschillen ontstaan in de toegang van kinderen
en jongeren tot de culturele en creatieve vorming;
overwegende dat het platform onderwijs onder leiding van de heer Schnabel dit najaar
haar advies over de kennis en vaardigheden waarover leerlingen in het funderend onderwijs
moeten beschikken, gaat presenteren;
verzoekt de regering om een overkoepelend referentiekader voor cultuureducatie te
ontwikkelen als gemeenschappelijk houvast voor samenhangend, weloverwogen beleid dat
niet alleen het onderwijs maar ook het lokale voorzieningenniveau beslaat;
verzoekt de regering verder om de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen
bij het uitvoeren van het referentiekader goed vast te leggen;
verzoekt de regering voorts om over de voortgang hiervan de Kamer te rapporteren voor
het einde van 2015,
en gaat over tot de orde van de dag.