32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr.64 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2018

Op 5 december jl. heeft u in uw procedurevergadering stilgestaan bij de berichtgeving naar aanleiding van de Radar uitzending van 26 november jongstleden over de Implant Files. U heeft daar, naar aanleiding van een verzoek van het lid Van Gerven (SP), besloten tot een schriftelijke vragenronde met een inbrengtermijn van twee weken.

Tijdens het mondelinge vragenuur van 27 november jongstleden heb ik u toegezegd dat ik nog voor de Kerst een brief zal doen toekomen over de patiëntveiligheid in relatie tot implantaten en de initiatieven die in Nederland al zijn ondernomen (Handelingen II 2018/19, nr. 28, mondelinge vragen van het lid Agema over het bericht dat slecht toezicht op medische implantaten mensenlevens in gevaar brengt, terwijl afgelopen jaar een aangenomen amendement voor barcodering op medische implantaten actief teruggedraaid is middels een novelle). In die brief zal ik verder ingaan op het rondetafelgesprek met notified bodies, dat recent heeft plaatsgevonden. Daarnaast zal ik in die brief nader ingaan op het voeren van het juiste gesprek tussen artsen en patiënten, met het oogmerk op de grote beschikbaarheid van hulpmiddelen en de expliciete noodzaak die er is vanuit de patiëntveiligheid om daar waarborgen voor te creëren. Daarnaast zal ik u nog voor het Kerstreces de nota naar aanleiding van het verslag doen toekomen, met antwoorden op de gestelde vragen naar aanleiding van het wetsvoorstel medische hulpmiddelen (Kamerstuk 35 043).

Ik geef u graag in overweging de informatie die ik nog voor de Kerst aan Uw Kamer zal aanbieden, te betrekken bij uw feitelijke vragenronde en uw inbrengdatum daarop aan te passen.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven