32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 142 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2022

Op 13 mei jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over het bericht van Deloitte Forensic and Dispute Services B.V. (hierna: het onderzoeksbureau) dat een betrokken partij mogelijk gebruik wil maken van een verlengde termijn voor het hoor- en wederhoorproces1. Via deze brief informeer ik u over de voortgang van dit proces. Daarnaast geef ik een toelichting op de kosten die het onderzoeksbureau tot nu toe heeft gemaakt voor het volledige onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Tot slot ga ik in op de keuze voor een tweede onderzoeksbureau en licht ik de voortgang toe rondom de kwestie tussen het Ministerie van VWS en Bunzl.

Verlengde termijn wederhoor

In mijn bovengenoemde brief van 13 mei jongstleden heb ik u bericht dat een betrokken partij mogelijk meer tijd nodig heeft voor het hoor- en wederhoorproces. Het onderzoeksbureau heeft mij geïnformeerd dat inmiddels is gebleken dat meerdere betrokkenen gebruik zullen maken van een verlengde termijn voor wederhoor. Ik verwijs u naar bijgevoegde brief van 27 juni jongstleden van het onderzoeksbureau waarin het de verschillende achterliggende factoren beschrijft. Het onderzoeksbureau zal medio september aanstaande het rapport aan mij aanleveren. Daarmee kan ik niet kan voldoen aan de in de brief van 13 mei jongstleden geschetste mogelijkheid om het eerste deelrapport – dat ziet op de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V. (RGA) – in het zomerreces aan uw Kamer te doen toekomen.

Ik betreur deze latere oplevering uiteraard ten zeerste. Daarom ben ik op 29 juni jongstleden hier met het onderzoeksbureau over in gesprek getreden. Het onderzoeksbureau heeft op mijn verzoek in aanvulling op dit gesprek een nadere toelichting gegeven op de genoemde achterliggende factoren in bovengenoemde brief.

Hieruit blijkt dat verschillende betrokkenen aanzienlijk meer tijd voor wederhoor nodig hebben vanwege de omvang van het rapport: documentatie wordt nauwgezet en gedetailleerd gelezen en betrokkenen nemen gemiddeld meer tijd dan was verwacht. Daarnaast geeft het onderzoeksbureau aan dat op verzoek van betrokkenen meerdere wederhoorsessies noodzakelijk zijn vanwege ontvangen commentaar van andere geïnterviewden en aangeleverde aanvullende documentatie die bij hen is teruggelegd. Ook speelt de grote omvang van voor wederhoor uitgenodigde personen en organisaties een rol. De beschikbaarheid van betrokkenen in de zomer is tot slot van invloed op de gewenste doorlooptijd in dit proces van hoor en wederhoor.

Net als uw Kamer hecht ik veel waarde aan een zo snel mogelijke afronding van het onderzoek. Zoals ik al vaker heb benadrukt, vind ik het echter ook van belang dat zorgvuldigheid en volledigheid voorop blijven staan.

Kosten activiteiten onderzoeksbureau

Transparantie en openheid over het proces van het onderzoek vind ik van groot belang. Daarom licht ik u toe welke kosten er tot nu toe door het onderzoeksbureau zijn gemaakt. Ik wil benadrukken dat het hier gaat om kosten voor activiteiten door het onderzoeksbureau die betrekking hebben op álle fasen van het hele onderzoek naar de verschillende overeenkomsten van de inkoop van PBM. Het gaat hier dus niet alleen om het onderzoek naar de overeenkomst met RGA. Het bedrag voor de in kaart gebrachte kosten door het onderzoeksbureau voor deze werkzaamheden over de periode juni 2021 tot en met mei 2022 betreft ruim € 4,7 mln. exclusief btw. Er zullen nog meer kosten volgen, aangezien het onderzoek nog niet klaar is en het nog twee aanvullende deelonderzoeken behelst.

Inzet tweede onderzoeksbureau

Conform eerdere toezegging in de Kamerbrief van 16 december 2021 door de toenmalig Staatssecretaris van VWS2 informeer ik u over de bevestiging van de opdracht voor het tweede onderzoeksbureau. Het gaat hier om het deel van het onderzoek dat Deloitte vanwege een «conflict of interest check» niet kan uitvoeren. Hierdoor kan het een aantal inkooptransacties zelf niet onderzoeken.

Hierbij bericht ik u dat onderzoeks- en adviesbureau EBBEN Partners B.V. op 30 mei jl. na een meervoudig onderhandse procedure de opdracht heeft gekregen om dit aanvullend deelonderzoek uit te voeren.

Onregelmatigheid Bunzl

In bovengenoemde Kamerbrief van 16 december '21 is uw Kamer geïnformeerd over de door VWS vastgestelde onregelmatigheid betreffende heimelijk bedongen commissies door toedoen van medewerkers van Bunzl bij een overeenkomst voor de aankopen van PBM door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH).

Sinds het dossier door de toenmalig Staatssecretaris van VWS is overgedragen aan de landsadvocaat is deze overgegaan tot het opstellen van een dagvaarding. Deze dagvaarding wordt op dit moment afgerond. Na afronding van de dagvaarding zal de rechtbank de kwestie in behandeling nemen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 32 805, nr. 141.

X Noot
2

Kamerstuk 32 805, nr. 129.

Naar boven